Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting probleem 4 inleiding strafrecht B1 €5,56   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting probleem 4 inleiding strafrecht B1

 0 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

probleem 4 inleiding strafrecht B1

Aperçu 2 sur 7  pages

  • 11 juillet 2024
  • 7
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Probleem 4


1. Wat is vervolging
De beslissing van de OvJ om de zaak voor te leggen aan een rechter is een vervolgingsbeslissing. Vanaf dat
moment loopt er een vervolging tegen de betrokken verdachte.

De vervolging kan op 2 manieren aanvangen:
1. Het OM betrekt een (onderzoeks) rechter bij de strafzaak die zelf een beslissing neemt.
2. Tegen een verdachte wordt een strafbeschikking uitgevaardigd

Dagvaarding
De meest in het oog springende manier om rechterlijke inmenging in een zaak te verkrijgen is een
dagvaarding. Als een OvJ naar aanleiding van het voorbereidend onderzoek van mening is dat de
verdachte voor de strafrechter moet verschijn zendt de OvJ hem een dagvaarding. Hier wordt ook de
tenlastelegging in vermeld+ datum en tijdstip. Deze vervolgingsbeslissing heeft een expliciete wettelijke
basis  art 167 lid 1 Sv.

Het opsporingsonderzoek dat wettelijk vooraf moet gaan aan een vervolgingsbeslissing kan vrij kort zijn:
een op heterdaad betrapte en aangehouden verdachte kan op grond van art 370a SV een verkorte
dagvaarding uitgereikt krijgen  dit houd dus alleen een verhoring in en dit kan dan ook alleen bij zaken
waarvan geen ernstig feit word verdacht.

In bewaring
Op basis van art 63 lid 1 Sv kan Ovj een verdachte in bewaring stellen d.m.v. het vorderen van bewaring
bij de rechter – commissaris. Hierdoor raakt er een rechter bij de zaak betrokken en is er sprake van
vervolging. Een telefoontap is geen start van vervolging ook al is de machtiging van de Rechter-
commissaris vereist omdat de RC niet zelf besluit tot het uitvoeren van een telefoontap deze beslissing
wordt genomen door de OvJ. Hetzelfde geld voor de beslissing tot inverzekeringstelling.



2. Wie is in Nederland de vervolgende instantie
Art 124 van de wet op de rechterlijke organisatie omschrijft de taak van het OM, een belangrijke
taak is het vervolgen van strafbare feiten. Bij de rechtbanken wordt het OM vertegenwoordigd
door officieren van justitie. De afdeling van het OM bij een gerecht wordt aangeduid als een
parket  hier worden ook de dagvaardingen vanuit verzonden. Alleen het OM is bevoegd tot het
instellen van een strafvervolging door middel van een dagvaarding. Dat houdt in dat een officier
van justitie bepaalt of een bepaalde verdachte een dagvaarding krijgt of niet. Geen enkele andere
autoriteit is bevoegd tot het instellen van strafvervolging door dagvaarding. Burgers kunnen
elkaar alleen dagvaarden in civielrechtelijke kwesties en dan op die manier hun geschil laten
beoordelen door de rechter maar van vervolging is uiteraard geen sprake. Kortom: Het initiëren
van een strafvervolging door het versturen van een strafrechtelijke dagvaarding is het exclusieve
recht van de officier van justitie.

Een strafrechter moet dus afwachten welke zaken aan hun oordeel worden onderworpen.
Strafrechters hebben dus in principe geen invloed op de beslissing een verdachte te vervolgen.
Ook niet als er iets in een zaak aan het licht komt die hun behandelen.

Samengevat bepaalt de officier van justitie niet alleen het recht om te beslissen of er wel of niet
wordt vervolgd maar ook het alleenrecht op de keuze van het ten laste leggen feit. Met andere
woorden de officier bepaalt niet alleen of maar ook waarvoor vervolgd wordt.




1

, Probleem 4

3. Kan er onder alle omstandigheden worden vervolgd

De vervolgbeslissing en opportuniteit
De officier van justitie heeft in alle strafzaken de keuze om van vervolging af te zien  deze vrijheid is
neergelegd in art 167 lid 2 Sv  van vervolging kan worden afgezien op gronden van het algemeen
belang ontleend.

Er wordt in de regel alleen vervolgd als het algemeen belang dit vordert. Als een zaak op een andere
manier kan worden afgedaan dan via een vervolging dan zal een vervolging achterwege blijven.

Opportuniteitsbeginsel  een officier van justitie mag in alle gevallen op grond van beleidsmatige
overwegingen de opportuniteit (wenselijkheid) van een vervolging beoordelen  art 167  dit betekent
ook dat van willekeur nooit sprake mag zijn. De vrijheid van het OM om keuzes te maken brengt de
verplichting mee om een consequent en toetsbaar vervolgingsbeleid te voeren.

Sepot  beslissing van OvJ om een individuele strafzaak af te zien van vervolging

Technisch sepot  in sommige zaken is het gewoon niet mogelijk om te vervolgen. Hierbij is art 342 lid 2
Sv belangrijk waar wordt geschreven dat 1 verklaring niet voldoende is oftewel het bewijsminimum. Een
ander voorbeeld is een verdachte van jonger dan 12 jaar  vervolgingsbeletsel.

Beleidssepot  daarbij seponeert de officier van justitie een zaak die technisch gezien wel tot een
veroordeling zou kunnen leiden. Hier is vervolging niet opportuun. Dit wordt een beleidssepot genoemd
omdat hier om beleidsmatige redenen van vervolging wordt afgezien.

Politiesepot  door geen proces verbaal op te maken.

Vervolgingsbeletselen
Wanneer na een geconstateerd strafbaar feit vervolging niet is toegestaan wordt gesproken van een
vervolgingsbeletsel. De meeste vervolgingsbeletselen zijn geregeld in het wetboek van strafrecht. Als er
sprake is van een beletsel dan bestaat geen recht meer van de officier van justitie om te vervolgen. Soms
is kan een interpretatieprobleem ontstaan waardoor de OvJ wel denkt te mogen vervolgen maar een
vervolgingsbeletsel dit toch niet toestaat dan is het aan de rechter om te beslissen. De rechter beoordeelt
dan of er recht ter vervolging bestaat. Naast interpretatieproblemen kan het ook zo zijn dat bepaalde
omstandigheden niet duidelijk zijn voor de officier die bij de rechter dan wel aan het licht komen ook dan
moet de rechter beslissen.

Belangrijkste vervolgingsbeletselen
Officier word niet ontvankelijk verklaard wanneer hier sprake van is.

a. Rechtsmacht
In de artikelen 2 tot en met 8d SR is geregeld in hoeverre Nederland rechtsmiddelen heeft over
strafbare feiten. Deze artikelen bepalen in welke gevallen de Nederlandse strafwet van toepassing is
op een gepleegd strafbaar feit. Als dit niet het geval is heeft de officier geen recht tot vervolging de
hoofdregel van de rechtsmacht vindt men in artikel 2 Sr  De Nederlandse strafwet is toepasselijk op
ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt  territorialiteitsbeginsel  een
zaak die plaatsvind op Nederlands grondgebied is een zaak van de Nederlandse strafwet de
nationaliteit van de verdachte doet er niet toe. Niet alle buiten Nederland gepleegde feiten vallen
buiten onze jurisdictie  er is een categorie feiten waarover Nederland rechtsmacht claimt ongeacht
waar deze plaatsvinden deze staan opgesomd in artikel 4 Sr, dit gaat om aanslagen tegen de koning,
valsemunterij. Art 7 bepaalt dat Nederlandse jurisdictie zich ook spreidt over Nederlanders die de in
dat artikel genoemde strafbare feiten begaan in het buitenland. Art 5 bepaalt dat in bepaalde
gevallen ook rechtsmacht bestaat als een strafbaar feit tegen een Nederlander is begaan. 
Personaliteitsbeginsel. Samenvattend is het uitgangspunt bij het vestigen van rechtsmacht het

2

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 0986708a. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78637 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,56
  • (0)
  Ajouter