(aan)komst La llegada
(aandelen)beurs, zak, tas Una bolsa
(audio) bericht El mensaje (de voz)
(be)oordelen Juzgar
(bijzonder) geschikt zijn voor iets Ser especial para algo
(boven)op Encima de
(grote) schade Estragos
(hand)schrift La escritura
(huishoudelijk) afval Los desperdicios (domésticos)
(jeugd) herberg El albergue juvenil
(land)kaart Un mapa
(niet) treuzelen met/om (no) tardar en + inf
(op)dienen Servir
(rechts)geldig Válido, -a
(rol)schaatsen Patinar
(rol)schaatsen, skeeleren Ir en patines
(ruimte) aankleden, sfeer scheppen Ambientar (un lugar, una fiesta)
(smakelijk) opdrinken, Tomar(se) + bebida
(staats)burger El/ la ciudadano, -a
(stevig) gaan wandelen Hacer senderismo
(van) iets proeven Probar (de) algo
(veld) tent Una tienda de campaña
(wind)jack, leren jekker La cazadora
(zak)mes Una navaja
(zich) vermaken, (zich) amuseren, (zich) Entretener(se)
bezighouden
(zich) verplaatsen Mover(se)
(zich) verplaatsen Desplazar(se)
(zoek)geschiedenis wissen Borrar el historial
Aan (alle) verwachtingen voldoen Cumplir (todas) las expectativas
Aan iets referen, naar iets verwijzen Hacer referencia a algo
Aan iets werken Trabajar en algo
Aangeboren Innato, -a
Affiche, poster, aanplakbiljet El cartel
Afschaffen van de slavernij La abolición de la esclavitud
Afspreken (met iemand) Quedar (con alguien)
Afspreken (met iemand) om iets te gaan Quedar (con alguien) para tomar algo
drinken
Afstand afleggen Recorrer una distancia
Afstuderen (als) Acabar la carrera (de)
Afwerken Finalizar
Alfabetisch rangschikken Ordenar por orden alfabético
Alle stukjes samenleggen Juntar todas las piezas
Amai! ¡Qué fuerte!
Apart gaan wonen Separarse (de alguien)
App, computerprograma Una aplicación
,Architect, bouwkundige El arquitecto, la arquitecta
Architectuur La arquitectura
Arm, schamel Pobre
Arm(er) maken, verarmen Empobrecer
Artsen zonder grenzen Médicos Sin Fronteras
Autostop doen Hacer autostop
Avontuur La Aventura
Avontuurlijk Aventurero, -a
Baat, profijt, winst El beneficio
Baby, kindje Un bebé
Bandstof, benzine La gasolina
Bedoelen voor, uittrekken voor (geld) Destinar a
Beginnen te Empezar a +inf
Begroting, budget, raming El presupuesto
Behalve Excepto, salvo, menos
Beide Ambos, -as
Bejaarde, bejaard Anciano, -a
Beloning La recompensa
Bereid zijn om Estar dispuesto a + inf
Berekenen Calcular
Bestelwagen La furgoneta
Bevel La orden
Bevolken Poblar
Bewerkbaar Laborable
Bezittingen Las pertenencias
Bezuinigen Reducir los gastos
Bij benadering Aproximado, -a
Bijgevolg, dus En consecuencia/ como consecuencia
Bijgevolg, dus, derhalve Como consecuencia, por consiguiente
Bijzonder Peculiar
Binnengaan Acceder a
Binnenvallen Invadir
Binnenvallend Invasor, -ora
Blij worden Ponerse contento, -a
Blijf proberen! Sigue intentándolo
Bloeddonor Un donante de sangre
Boos zijn op iemand Estar enfadado, -a con alguien
Bouwen Edificar/ construir
Bouwkundig Arquitectónico, -a
Bovendien Encima/ además
Brief Una carta
Broekzak Un bolsillo
Bruin Moreno, -a
Bruin haar hebben Tener el pelo moreno/ castaño
Bruin(gebrand) zijn (van de zon) Estar moreno/ bronceado
Buitenaards (adj) Extraterrestre
, Buitenaards wezen Un extraterrestre
Bureau, schrijftafel El escritorio
Burgerplichten Deberes ciudadanos
Camping Un campin
Citytrip Una escapada urbana
Comfortabel Cómodo, -a ; confortable
Competitie La competición
Competitief Competitivo, -a
Controle, toetsing La comprobación
Crisis La crisis (las crisis)
Daarentegen En cambio
Dagdromen Soñar despierto, -a
Dakloze Un sintecho
Dankzij Gracias a +s
Dat is niet helemaal correct No es del todo verdad
Dat is niet mijn schuld! ¡La culpa no la tengo yo!
Dat is niet waar No es verdad
Dat is waar Es verdad
Dat kan mij geen barst schelen! Me importa un pimiento
Dat meen je niet ¡No me digas!
Dat valt niet te ontkennen! ¡Eso no se puede negar!
Daten via een app Ligar a través de una aplicación
Dating app Una aplicación para ligar
De (rechts)geldigheid La validez
De aarde La tierra
De afspraak (formeel en informeel) La cita
De avant-garde La vanguardia
De benoeming El nombramiento
De bevolking, het dorp La población
De beweging (fisica, groepering) El movimiento
De blind date La cita a ciegas
De boosheid, kwaadheid El enojo
De bron, oorsprong La Fuente
De burgerlijke staat El estado civil
De burgeroorlog La guerra civil
De bushalte La parada del autobús
De code El Código
De concurrentie La competencia
De consument, verbruiker El consumidor, la consumidora
De consumptie, voltrekking, voltooiing (van La consumición
een huwelijk bijvoorbeeld)
De draagmoeder La madre gestante
De eiceldonor La madre donante de óvulos
De finale (competitie) La final
De gast, logé El/ la huésped
De gezondheid La salud