Cariologie
Het examen bestaat uit 9 vragen, maar 20% over erosie de rest cariës!
Les 1 inleiding:
Gezondheid = toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet
slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken
Mondgezondheid = essentieel voor de algemene gezondheid en kwaliteit van het leven. Het vrij
zijn van mond/gezichtsbehandeling, pijn, mond/keelkanker, orale infectie, parodontale ziekte,
tandbederf, tandverlies en andere ziekten die het vermogen van individu beperken tot bijten,
kauwen, glimlachen, spreken en psychosociaal welzijn.
Cariës is de grootste boosdoener. Maar er zijn ook andere aandoeningen van het harde
tandweefsel namelijk:
- Erosie, attritie, abrasie, abfractie
Attritie: door knarsen en klemmen
Abrasie: natuurlijke verslijting
Abfractie: door klemmen (springen stukken af cervicaal)
Erosie: tandweefsel verlies door zure producten.
- Ontwikkelingsdefecten: hypomineralisatie, hypoplasie enz.
Ecologie van de orale caviteit
Ecologie = dynamiek van de wisselwerking tussen organismen met hun levensgemeenschappen
en populaties, de abiotische omgeving en de wisselwerking daartussen binnen de afgebakende
eenheid.
Cariës worden ontwikkeld door de inwerking van zuren die afkomstig zijn van bacteriën, het is
het gevolg van interactie (dynamiek) tussen:
- Tanden
- Speeksel
- Micro-organismen
Ecologie: Cariës, ontwikkelt op bepaalde voorkeursplaatsen door zuren die afkomstig zijn door bacteriën
in de mond, die zetten suikers om in zuren uit voeding.
KEYED-cirkels:
1. Suiker
2. Tand
3. Micro-organismen (tandplaque)
Alle factoren samen ontstaat er cariës.
,De doorbraaktijden goed kennen:
- 1e melktand: 6-8 mnd
- volledig melkgebit: 2,5 jaar
- eerste definitieve tand: 5-6 jaar
- laatste definitieve tand: 18 jaar
Voorkeursplaatsen om cariës te ontwikkelen = cariësgevoelige plaatsen
- Breedte en locatie approximaal contact (molaar > premolaar)
De kans is groter dat je cariës krijgt bij een groter contactpunt/vlak. (Breedte)
Bij molaren is de kans ook groter dan bij incisieven. (Locatie)
- Bolling van het element onder het contactpunt -> curvatuur (concaviteit approximaal)
- Marginosegmentale groeve
Cariës ontstaat altijd net onder het contactpunt. Hoe breder het contactpunt (bij molaren), hoe sneller
caviteit kan ontstaan. Concaviteit approximaal.
,Occlusale vlakken
Putten en fissuren:
- Fossae (zwarte pijl)
- Intersegmentale fissuren (fissuren tussen lobben)
- Marginosegmentale fissuren (rode pijl)
- Foramen caecum (uitmonding van de mesiobuccale interlobulaire groeve die doorloopt in de
buccale vlak en eindigt/uitmondt in een diepergelegen putje/pitje)
Cariës ontwikkelt zich voornamelijk ter hoogte van fissuren en centrale fossae.
Cervicale glazuurdentinegrens en wortels
Patiënten met gezonde gingiva:
- CEJ op zelfde hoogte als marginale gingiva
- Onregelmatig en ruw (-> MO makkelijk blijven plakken)
Wortels (ouderen):
- Geen macromorfologische structuren (makkelijke plaqueretentie)
- Gingivale recessies -> meer wortelopp bloot -> meer plaque-accumulatie -> sneller
cariësontwikkeling
Dus cariës ontwikkelt zich ter hoogte van specifieke locaties op tanden:
- Approximaal
- Occlusaal
- Thv marginale gingiva
Glazuur
Amelogenesis (glazuurvorming)
- Gevormd door ameloblasten
- Secretoire fase (1e fase): secretie van proteïne + partiële vervanging door mineraal
- Maturatie: grootste deel proteïne wordt vervangen door mineraal (meerjarige fase)
, - Einde = net voor doorbraak
• Gewicht: 96-97% anorganisch (mineraal), 3-4% organisch (overgebleven eiwit) en water
• Volume: 86% anorganisch, 2% organisch, 12% water
• Kristallijne structuur (samengesteld uit calciumfosfaat)
Kristal = solide substantie waarin atomen/moleculen/ionen in een zich herhalend patroon zijn
gerangschikt en dit in de 3 dimensies
Calciumfosfaat:
- Kleinste entiteit: Ca5(PO4)3(OH) of hydroxyapatiet (HAP)
- Hexagonale kristallen:40 nm diameter, 100-1000nm lengte
- De kristallen gaan zich vormen naar staafjes -> diameter 4-5 nm
- De kern loopt evenwijdig van dentine naar tandoppervlak
- Ze lopen door elkaar en worden opgevuld door water en proteïne. Dit is zwak dus grotere kans op
cariës.
Chemische compositie en structuur van apatiet kristallen
≠ varianten mogelijk door substitutie van ionen in HAP (OH-)
- FHAP (Fluor, zeldzaam bij mens)
- CHAP (Carbonaat gemodificeerd)
- MHAP (Magnesium-gemodificeerd)
FHAP is minst oplosbaar, daarna HAP en daarna CHAP/MHAP (belangrijk in cariësproces)
A. De kristallen vormen staafjes of prisma’s (diameter 4-5 μm/mircometer)
B. Prisma’s lopen van dentine naar tandoppervlak
C. Kristallen lopen grotendeels gelijk met de prisma’s
A B C
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur quinty-leppens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.