Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Grondslagen van de geschiedwetenschap - alle denkers die behandeld worden tijdens de cursus €9,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Grondslagen van de geschiedwetenschap - alle denkers die behandeld worden tijdens de cursus

1 vérifier
 129 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

grote samenvatting die je als rode draad kan gebruiken tijdens je gehele cursus. Het hele vak wordt er een stuk makkelijk door! behandelde denkers: Aristoteles, Francis Bacon Immanuel Kant Karl Popper Duhem-Quinestelling Pierre Duhem Kuhn Michiel Foucault Qillard van Orman Quine Reinhart Kosel...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 22  pages

  • 18 septembre 2019
  • 22
  • 2018/2019
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: RafaelVDK • 5 année de cela

avatar-seller
NAMEN:

Aristoteles
- Macro en microkosmos
- Gesloten wereldbeeld (hierin hingen dingen onderlig met elkaar samen).
- Focus op alledaagse ervaringen.
- Resultaten van de onderzoeken werden in grote lijnen tot aan de Renaissance door vrijwel alle
wetenschappers gebruikt.
- Uit onbetwijfelbare eerste principes en definities worden langs logisch geldige weg uitspraken over
waarnemingen afgeleid; zo kunnen we tot onbetwijfelbare kennis over de natuur komen. Wetenschap
geeft zekerheid omdat ze tot onbetwijfelbare conclusies leidt; bovendien is ze in staat om dieper
liggende verschijnselen te verklaren.
- We kennen iets als we er de oorzaken of principes van kennen: materiële oorzaak (materie van het
standbeeld), vormoorzaak (principe dat het beeld maakt tot wat het nu is), bewerkingsoorzaak
(beeldhouwer) en doeloorzaak (reden van bestaan).
- In de loop van de 16e- en 17e-eeuw werd vrijwel het hele aristotelische bouwwerk afgebroken.
o Copernicus  de aarde draait om de zon.
o Galileo Galilei  kloof tussen wetenschappelijke kennis en de ervaring van alledag en
onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten. Wetenschapper heeft alleen als taak
de primaire kwaliteiten te beschrijven. Gestalt switch. Wetenschappelijke kennis komt voort
uit onze waarneming maar deze kan onvolmaakt en onbetrouwbaar zijn.
o Francis Bacon  kennis over de wereld via experimenten  zelfde als Robert Boyle.

Francis Bacon
- Bood een empiristisch antwoordmodel op de vraag hoe het subject kennis krijgt van het object.
- Kennis over de wereld via experimenten
- Object werkt in op het subject. Waarnemingen werken in op de geest en laten indrukken achter. Je
doet observaties en op basis daarvan stel je theorieën op.
- Geest is tabula rosa. Hieruit kan je generalisaties opdoen  theorieën opstellen (inductief).

René Descartes
- Bood een rationalistisch antwoordmodel op de vraag hoe het subject kennis krijgt van het object.
- Kennis komt vanuit de rede vandaan, vanuit het subject zelf. Waarnemingen kun je niet altijd
vertrouwen, zintuigen kun je niet altijd vertrouwen. Descartes ziet ook de wiskunde als de hoogste
vorm van kennis. hij leidt alles af vanuit zijn ratio, niet vanaf zijn waarnemingen (deductief).
Empiristische waarnemingen zijn niet te vertrouwen.
- Ik denk dus ik ben  afgeleid vanuit zijn ratio. Vanuit daar stelt hij weer nieuwe zekerheden vast.

Immanuel Kant
- Gedachtegoed is een synthese van empirisme en rationalisme. Hij vormt voor zichzelf een eindpunt
voor het debat tussen Bacon en Descartes.
- Bezig met de vraag hoe betrouwbare kennis mogelijk is. Hij heeft al de uitgangspositie dat
betrouwbare kennis bestaat. Het subject staat centraal.  het is een mogelijkheidsvoorwaarde voor
kennis überhaupt.
- Kant is het niet eens met Hume (causaliteit zelf kon niet door de ervaring gefundeerd of
gerechtvaardigd worden)  we kunnen causaliteit bevatten omdat wij beschikken over een zuivere
categorie van causaliteit. De categorieën en aanschouwingsvormen zorgen ervoor dat we de wereld
zien als bestaande uit causale verbanden en verdeeld in tijd en ruimte. We zijn hardwired om dit soort
dingen te kunnen zien. De categorieën en aanschouwingsvormen maakt dat wij de wereld kunnen

, waarnemen. We zien de fenomenale wereld (de wereld zoals die aan ons verschijnt). Er is ook een
wereld die we niet kennen (die Welt an sich). De kennis die wij opdoen is een samenspel tussen onze
verstandelijke vermogens en onze waarnemingen.
- Transcendentaal: datgene wat de empirische waarneming mogelijk maakt. Transcendentaal subject is
een universeel subject. Kant stelt dat het universeel is omdat iedereen beschikking heeft tot hetzelfde
transcendentale subject. Het is universele subjectieve kennis ( verlichtingsdenker Kant). In de
kennisverwerving speelt het subject een constitutieve rol.
o Het transcendentale subject is normatief  men kan er een oordeel aan vastplakken. Het is
hetgeen wat een mens van een voorwerp maakt, buiten de empirie om. Het transcendentaal
subject is een voorwaarde om kennis te verwerven. Kant stelt niet dat de empirie waardeloos
is maar wel dat hierbij de ratio gebruikt moet worden.
- Synthetische a-priori kennis: kennis over de wereld, voorafgaand aan de waarneming. A posteriori: na
de waarneming. De a-priori kennis maakt dat Kants analyses niet of nauwelijks ruimte bieden voor
cultuur en taal als filosofisch relevante factoren  bewustzijnsfilosofisch.
- Als verschijnselen (fenomena) mogen mensen dan onderhevig zijn aan de wetten van de natuur, maar
mensen als dingen an sich zijn vrij, en daarmee verantwoordelijk voor hun daden, voor zover ze de
wetten (maximes) van hun eigen, autonome rede volgen. Ze zijn vrij in zoverre dat ze zichzelf de
morele wet kunnen stellen.
- HET DING AN SICH BLIJFT VOOR ONS ALTIJD VERBORGEN.

Karl Popper
- Kennis: Kennis berust niet op ervaring maar kan wel door ervaringen worden gecorrigeerd.
- Demarcatiecriterium: wetenschappelijke kennis onderscheiden van pseudowetenschap:
Wetenschappelijke kennis onderscheidt zich van dogmatiek en bijgeloof doordat het zich principieel
openstelt voor kritiek en de mogelijkheid tot verbetering (niet doordat het gebaseerd is op zuivere
waarneming (empiristen)).
- Falsificatie: aan de hand van cruciale tests  corroboratie.
- Niet alleen alfawetenschap: Uitspraak mag metafysisch/methodologisch zijn zolang deze kritisch op de
proef kan worden gesteld.
- Zuivere waarneming: NIET mogelijk volgens Popper  altijd beïnvloed door theorieën.
- Basiszinnen: Toetsing op basis van basiszinnen (niet aan observatie).
- Albert Einstein
o Poppers filosofische denkbeelden zijn een filosofische uitwerking van de houding die Einstein
had t.a.v. zijn relativiteitstheorie.  goede wetenschap want: ‘probeer de empirische inhoud
v.d. theorie te vergroten, toets theorieën kritisch en geef de voorkeur aan de theorie met de
hoogste corroboratiegraad’.
- Verisimilitude/waarheidsgelijkenis: we komen steeds dichter bij de waarheid maar weten niet
wanneer deze zich aandient.
- Fallibilist: Popper gaat uit v.d. fundamentele feilbaarheid van alle kennis.
- Verhouding tot LE:
o Popper baseert zijn realisme op Tarski’s waarheidstheorie, die hij – anders dan de LE – opvat
als een filosofische rechtvaardiging van het metafysische idee van waarheid als
correspondentie met de feiten. Waarheidsbegrip is voor Popper meer dan een semantische
notie.
o Taal: filosofische discussies moeten zich niet op woorden maar op serieuze problemen
richten.  filosofische vragen over betekenis van zinnen = pseudoproblemen.
- Causaliteit: deelt twijfels met LE. Causaliteitsprincipe kan worden vervangen door de methodologische
regel dat we het zoeken naar algemene theorieën niet zullen opgeven en dat we niet zullen afzien van
pogingen om gebeurtenissen causaal te verklaren.
o Hypothetisch-deductieve model/schema van verklaring:
 Theorie (hypothese): ijs smelt als de temperatuur boven O’C stijgt.

,  Initiële conditie: de temperatuur is 10’C.
 Explanandum: het ijs smelt.
- historicisme: het doen van langetermijnvoorspellingen aan de hand van geschiedenis. Popper
verwerpt dit: loop v.d. menselijke GS wordt bepaald door de groei van kennis en die groei is niet te
voorspellen (fallibiliteit). Bezwaren:
o Wetenschapsfilosofische bezwaar: een theorie leidt in isolatie nooit tot voorspellingen.
Initiële condities spelen ook een rol.
o Politiek- en sociaal-filosofisch bezwaar: het brengt de menselijke vrijheid in gevaar. Wie in
onwrikbare wetten v.d. geschiedenis geloofd en meent op grond daarvan
langetermijnvoorspellingen te kunnen doen, zal – eenmaal aan de macht gekomen – al snel
totalitaire trekken gaan vertonen.
- Bezwaar op Poppers’ filosofie:
o Filosofische bezwaren: Duhem-Quinestelling.
o Kritiek op historische adequaatheid: Thomas Kuhn  veel opzichten nadere uitwering
Duhem-Quine.
Aantekeningen werkgroep:
- Niet door het bevestigingen maar door het weerleggen komt men dichter bij de echte wereld. dit is de
bewering van Popper als reactie op de LE. De verificatietheorie gaat uit van emipire en inductie. De
falsificatietheorie gaat uit van bestaande theorieën en vanuit daar gaat men naar specifieke uitspraken
en deze worden getest. Uitspraken die niet gefalsificeerd kunenn worden, voegen niets toe aan de
wetenschap stelt Popper.  hij maakt duidelijk onderscheid tussen pseudowetenschap en
wetenschap.
- Popper: specifiek zegt hij iets over de geschiedenis: er kan altijd iets veranderen. Het idee dat
geschiedenis een voorspellende waarde heeft is een groot misverstand. De toenemende kennis, welke
kant deze opgaat, valt niet op te anticiperen. Daarom is het niet m,ogelijk om aan de hand van de
geschiedenis de toekomst te verklaren. Popper staat voor een kritische en open houding; de
geschiedenis gebruiken voor het voorspellen va de toekomst is totalitair en niet goed.

Duhem-Quinestelling
- Kritiek op idee van cruciale tests van Popper en op zijn ideeën van kennisgroei.
- Het idee dat we empirsische ideeën niet geïsoleerd kunnen toetsen. Quine gaat verder hierin: hij stelt dat
uitspraken in het algemeen niet geïsoleerd getoetst kunnen worden.

Pierre Duhem (1861-1916)
- Duhems ideeën zijn later pas bekend geworden.
- Hij stelt dat we nooit weten wat we toetsen als we aan het toetsen zijn.
- Duhem is net als popper bezig met de theoriegeladenheid. Onze waarnemingen kunnen niet anders dan in
het licht van een bepaalde theorie beschreven worden. Popper is een realist wat betreft de theorie 
meer testen  steeds dichter bij de werkelijkheid. Duhem is het hier niet mee eens. Hij stelt dat het nooit
vastgesteld kan worden. Waarnemingen kunnen coherent aan elkaar zijn maar hiermee wordt niet de
theorie getoetst.
o Ontoetsbare theorieën: vb. evolutietheorie: een giraffe, fossielen en een schedel vallen allemaal
binnen de evolutietheorie maar met deze voorwerpen wordt nog niet de evolutietheorie getoetst.
o Popper: cruciale tests zullen ons hierbij helpen  dichter bij de werkelijkheid komen. Filosofisch:
kennisgroei is gebaseerd op e afspraken die we maken, volgens Popper. Dit verzwakt hem.
Afspraken bepalen welke theorieën we aannemen en welke theorieën we verwerpen.
o Duhem is het niet eens met Popper want; je weet niet wat je toetst. Voor Duhem is het criterium
van Popper een niet hanteerbaar criterium. Vaak meet je met de instrumenten, zijn de
omstandigheden niet goed, verkeerde waarneming enz.

Qillard van Orman Quine (1908-2000)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lthus. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€9,49  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter