Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting leerboek epidemiologie, hoofdstuk 1 - 2 - 4 - 5 €4,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting leerboek epidemiologie, hoofdstuk 1 - 2 - 4 - 5

 3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting leerboek epidemiologie hoofdstuk 1 - 2 - 4 - 5, berekeningen zijn minder duidelijk beschreven omdat dit niet noodzakelijk was. Geschreven voor de pre-master gezondheidswetenschappen aan de EUR voor het vak inleiding methoden en technieken (M&T)

Aperçu 3 sur 23  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 - 2 - 4 - 5
  • 21 septembre 2019
  • 23
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Leerboek epidemiologie
Hoofdstuk 1, 2, 4, 5

Hoofdstuk 1: Wat is epidemiologie?
Epidemiologie bestudeert de frequentie van ziekte in menselijke populatie (humane epidemiologie).
Onder een epidemie verstaat men een opmerkelijke toename in de mate van vóórkomen van
bepaalde ziekten of ziekteverschijnselen in een bepaald tijdvak. Wanneer ziekten of
ziekteverschijnselen gedurende een langere tijd op een constant hoog frequentieniveau aanwezig
zijn, spreekt met van een endemie (denk aan malaria in tropische gebieden waar profylaxe wordt
aangeraden).

De centrale variabele in de epidemiologie is een of ander ziekteverschijnsel. De epidemioloog is
geïnteresseerd in de mate van vóórkomen van ziekten onder de bevolking. (ziekte in de breedste zin
van het woord nemen, chronisch, acuut, handicap, letsel etc.)

In de epidemiologie gaat het om de bestudering van het vóórkomen van ziekte en hieraan
gerelateerde variabelen in menselijke populaties. In epidemiologisch onderzoek berekent en
vergelijkt men ziektefrequenties in groepen mensen met verschillende kenmerken. Per individu
wordt vastgesteld of de ziekte al dan niet aanwezig is en vervolgens wordt geteld hoeveel individuen
in de totale groep de ziekte hebben. Aldus ontstaat er een epidemiologische breuk: aantal zieken /
totaal aantal personen in de groep waaruit deze zieke individuen afkomstig zijn.

Frequentiematen:

- Incidentie: het nieuwe aantal ziektegevallen in een groep die de kans loopt de betreffende
ziekte te krijgen (de populatie ‘at risk’)
- Prevalentie: het aantal bestaande ziektegevallen

Frequentiematen zijn tevens risicomaten: ze geven, in ieder geval bij benadering, voor een individu
die tot de desbetreffende groep behoort, aan wat de kans is op het krijgen c.q. het hebben van een
ziekte.

De beschrijvende epidemiologie brengt in kaart wat een distributiepatroon van een ziekte is. De tak
van de epidemiologie die de oorzakelijke factoren tracht te identificeren die aan de frequentie van de
ziekte ten grondslag liggen, wordt de verklarende of analytische epidemiologie genoemd.

Determinanten
Naast de centrale variabele (ziekte) spelen in de epidemiologie vooral factoren een rol die aan het
vóórkomen van ziekte gerelateerd zijn. Deze worden determinanten genoemd, er zijn drie soorten
determinanten:

- Etiologische factoren: deze zijn (mede)verantwoordelijk voor het ontstaan van een ziekte..
- Prognostische factoren: deze zijn van invloed op het verloop van het ziekteproces.
- Diagnostische factoren: factoren die die onderscheiden welke personen de ziekte wel of
welke personen de ziekte niet hebben.

De factoren die het ontstaan of het beloop van een ziekte beïnvloeden zijn: genen, gedrag en
omgeving. Ook preventieve, diagnostische en therapeutische interventies kunnen als determinant
van ziekte en prognose worden gezien. Denk bijvoorbeeld aan bevolkingsonderzoek,
dieetvoorschrift, operatie, bestraling, trombosedienst etc.

,Bij iedere ziekte en bij iedere ziektefase zijn altijd meerdere determinanten van belang. Met behulp
van een notatie in symbolen kan dit als volgt worden weergegeven: P(Z) = f(Di)

Deze epidemiologische functie stelt dat het voorkomen van de ziekte (Z) een wiskundige functie is
van een serie k determinanten (Di, met i=1, …., k). In deze vergelijking is de ziekte de afhankelijke
variabele of uitkomstvariabele. De determinanten fungeren in de formule als onafhankelijke
variabelen. Hoewel in epidemiologisch onderzoek meestal één determinant van de ziekte centraal
staan, moet men, wil men goed zicht krijgen op de relatie tussen deze determinant en de ziekte,
vrijwel altijd ook andere determinanten meten en betrekken bij de opzet van het onderzoek en de
analyse van resultaten.

Wanneer men wilt weten of cannabisgebruik de kans op schizofrenie vergroot kan dit als volgt
worden opgeschreven: P(schizofrenie) = f(cannabisgebruik).

De aanwezigheid van ‘andere determinanten’ kunnen het onderzoeksresultaat beïnvloeden. Zo
weten we bijvoorbeeld dat als we het effect van alcohol op rijgedrag willen onderzoeken, we het
gewicht van de proefpersonen moeten wegen. De te onderzoeken associatie is namelijk anders voor
dikke dan voor dunne mensen; met andere woorden: het effect van alcohol op rijgedrag wordt
gemodificeerd door gewicht (effectmodificatie).

Als we het effect van gezond bewegen op hart- en vaatziekten willen onderzoeken, moeten we niet
vergeten te corrigeren voor het effect van gezond eten. Mensen die gezond bewegen, eten misschien
ook gezonder. Als we dit niet doen, weten we niet zeker of we naar het pure effect kijken van gezond
bewegen of dat het effect eigenlijk door gezond eten wordt verklaard (confounding).

Empirisch onderzoek
Vraagstellingen komen niet zomaar uit de lucht vallen. Regelmatig zijn toevallige waarnemingen,
vooral van opvallende gebeurtenissen (clusters) aanleiding om een bepaald onderwerp bij de kop te
pakken. Vaak ook wordt de nieuwsgierigheid gewekt door de rapportage van eerder onderzoek.
Onderzoekers krijgen dan de behoefte om de resultaten:

- Te bevestigen (verificatie)
- Tegen te spreken (contradictie)
- Te weerleggen (falsificatie)
- Nader te specificeren (elaboratie)

Door de opeenvolging van onderzoeken met vraagstellingen die voortkomen uit eerder onderzoek,
neemt het begrip van hoe het betreffende onderdeel van de werkelijkheid in elkaar zit, gestaag toe.
Men drukt dit ook wel uit met het begrip ‘empirische cirkel’.

De onderzoeker gaat uit van een bepaalde theorie: een uitspraak of een samenhangende reeks van
uitspraken met een algemeen geldend karakter. Deze theorie is vaak gebaseerd op waarnemingen
van concrete gebeurtenissen. Deze waarnemen hoeven niet per definitie systematisch te zijn. Soms
hebben ze betrekking op voorvallen waar de onderzoeker toevallig mee geconfronteerd wordt.
Meestal zijn er echter ook systematisch verzamelde waarnemingen: de resultaten van eerder verricht
onderzoek over hetzelfde onderwerp. Het integreren van deze systematische en niet-systematische
waarnemingen tot een theorie gaat niet automatisch. Het proces van concrete waarnemingen naar
een meer abstract beeld van de werkelijkheid wordt inductie genoemd. Inductief redeneren stelt dan
een nieuwe theorie niet alleen opgaat voor de waargenomen gevallen, maar ook opgaat in alle
vergelijkbare gevallen. Om erachter te komen of dat zo is, voert men nieuwe – systematische –
waarnemingen uit.

, Confirmatie is onmogelijk met zekerheid te doen, maar falsificatie wel. Hiervoor moeten eerst,
uitgaande van de theorie, hypotheses worden geformuleerd, toetsbare stellingen die op grond van
waarnemingen in de praktijk al dan niet kunnen worden verworpen. Dit proces van abstracte theorie
naar een of meer te toetsen hypothesen heet deductie. Een globaal onderzoeksidee wordt vertaald
naar een of meerdere onderzoeksvraagstellingen.

Niet elk systematisch opgezet onderzoek is hypothese toetsend. Er is ook een meer verkennend
onderzoek (exploratief onderzoek). Dergelijk onderzoek wordt vooral verricht met betrekking tot
nieuwe nog relatief onontgonnen problemen en heeft tot doel veelbelovende hypotheses te
generen.

Voor het toetsen van een hypothese of verkennen van een nieuw probleemgebied is empirisch
onderzoek noodzakelijk. Dergelijk onderzoek omvat de volgende verschillende fasen:

1. Formuleren van een onderzoeksvraagstelling.
2. Maken van een onderzoeksopzet (design):
a. Selectie van de onderzoekspopulatie;
b. Selectie van meetinstrumenten;
c. Selectie van meetmomenten;
d. Selectie van statische analysetechnieken.
3. Uitvoeren van het onderzoek
4. Analyseren van onderzoeksresultaten:
a. Frequentie van de meetwaarden van de relevantie variabelen;
b. Relaties tussen variabelen.
5. Interpretatie van de onderzoeksresultaten (conclusies).

De resultaten van één onderzoek kunnen een theorie zelden maken of breken. Meestal is veel
onderzoek nodig voordat een theorie voldoende in de empirie verankerd is. In feite betekend ieder
onderzoek een hernieuwde rondgang door de empirische cyclus, die zich een weg baant in de
richting van een steeds betere beschrijving van de werkelijkheid.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannelorebuurma. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

70089 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€4,49  3x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté