Alle meerkeuzevragen (die in de vorm van stellingen juist/fout worden gesteld) staan hieronder in de vorm van een juiste stelling met extra uitleg opgesomd! Een supergevoel wanneer je exact dezelfde vragen terug ziet verschijnen op het examenpapier!
Een heterogene kostenmassa is een verzameling van kosten die niet eenzelfde oorzakelijk
verband hebben met de verdeelsleutel .
PS. Een homogene kostenmassa is dus een verzameling van kosten met éénzelfde
oorzakelijk verband met de verdeelsleutel – alle kosten hebben een causale relatie met
dezelfde variabele
‘Het aantal machine-uren is een voorbeeld van een ‘transaction-driver ’.
à transaction drivers: aantal machineuren, aantal instellingen, aantal prijsaanvragen
à duration drivers: insteluren, machineuren, directe arbeidsuren
à intensity drivers: houden kost bij per individuele activiteit
Aantal geproduceerde stuks is een rationele verdeelsleutel (want objectief vaststelbare relatie
tussen de kost en de beinvloede variabelen)
RATIONEEL = toerekening van kosten (apportionment), objectief
IRRATIONEEL of ARBITRAIR = toewijzing van kosten (assignment)
Subjectief bv. omdat motor type 1 beter in de markt ligt wijzen we meer IK toe aan type 1,
(andere vb’en: gedrag, spanningen vermijden, …)
ABC-COSTING kan in een dynamische omgeving geconfronteerd worden met hoge
onderhoudskosten en verouderde tarieven van de activity cost drivers
Bij ABC-costing is de veronderstelling dat producten of diensten activiteiten consumeren en
deze activiteiten op hun beurt middelen verbruiken
Bij ABC-costing is de doelstelling om inzicht te krijgen in de activiteiten die de indirecte
kosten veroorzaken/waarvoor de IK gemaakt worden
WALVISCURVE
= winstgevendheid in kaart brengen, duidt aan hoeveel % van de producten, klante, orders …
hoeveel % van de winst voortbrengen.
In dit VB: 20% van de klanten brengt 300% van de winst voort = BULT VD WALVIS
Dwz; als bedrijf op dat moment énkel die klanten had gehad, dat de winst in die periode 200% hoger
had gelegen dan nu. De resterende 80% vd klanten waren BE of verlieslatend en zorgden ervoor dan
die 300% naar 200% daalde.
, KAIZEN & TARGET
De nadruk bij target costing ligt in de ontwerpfase van een product en bij Kazen op de
continue verbetering van productieprocessen
Als een verlieslatende activiteit in de onderneming wordt stopgezet dan is het mogelijk dat het
resultaat nog steeds daalt omdat alle indirecte vaste kosten dan moeten worden gedekt door
de andere (al bestaande) activiteiten
Extra uitleg
Kaizen = richt zich net als target costing op het realiseren van kostenbesparingen maar beperkt
zich tot de productiefase. Is een japanse uitdrukking voor ‘geleidelijke verbeteing van een proces’
DOEL, lagere werkelijke dan normale kosten MAAR als de kosten van de productieverstoring (die zal
plaatsvinden door cutten in costs) hoger zijn dan de verwachte besparingen wordt het niet toegepast.
MAAR – WN onder druk, LV onder druk, er wordt wel een rustperiode ingelast voor WN
Target = methode waarbij uit de mogelijke verkoopprijs de te realiseren kostprijs wordt afgeleid, reeds
vanaf PREproductiefase (ontwerp)
TERM: value engeneering = onderzoek van de afzonderlijke onderdelen om te bepalen of het
mogelijk is tot de kostenbesparing te komen zonder de functionaliteit en de prestaties van de
onderdelen aan te passen.
Zelfde nadelen als Kaizen + hogere benodigde ontwikkelingstijd
Kostprijscalculatie
Historische / nagecalculeerde kostprijscalculatie gebeurt op basis van de werkelijk
geregistreerde kosten gedurende een periode (= ook werkelijke bezettingsgraad!)
Standaardkostprijscalculatie gebeurt op basis van de toelaatbare kosten (= normale
bezettingsgraad)
Fabricagekosten bestaan uit: directe productiekosten, indirecte productiekosten (indirecte
bedrijfskosten) en een toeslag van de beheerskosten
Investeringsbeslissingen groeien voort uit de LANGE termijn plannen
Make or Buy heeft betrekking op een KORTE termijn
Er is WEL een verband tussen KT en LT-planning
Het plannen van de verrichtingen voor het volgende jaar behoort tot KORTE termijn-planning
De LT-planning kan nog steeds worden aangepast na deze is opgesteld
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kdgua. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.