ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG: Thema IV
Thema IV: Patiëntenrechten en aansprakelijkheid
1 INHOUD
2 Wet patiëntenrechten ..................................................................................................................... 3
2.1 Naar een wet patiëntenrechten .............................................................................................. 3
2.2 Rechten voor de patiënt maar ook plichten?.......................................................................... 4
2.3 toepassingsgebied ................................................................................................................... 4
2.4 Wat zijn de rechten van de patiënt? ....................................................................................... 5
2.4.1 Recht op kwaliteitsvolle zorg => belangrijkste recht....................................................... 5
2.4.2 Recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar ................................................................. 5
2.4.3 Recht op geïnformeerde toestemming/ ‘Informed consent’ ........................................ 10
2.4.4 Recht op zorgvuldig bewaard patiëntendossier en recht op inzage ............................. 11
2.4.5 Recht op privacy ............................................................................................................ 11
2.4.6 Recht op klachtenbemiddeling ...................................................................................... 11
2.4.7 Recht op vertegenwoordiging ....................................................................................... 12
3 Bio-ethiek ...................................................................................................................................... 13
3.1 Medisch begeleide voortplanting.......................................................................................... 13
3.2 Zwangerschapsafbreking ....................................................................................................... 13
3.3 Onderzoek op gameten en embryo’s .................................................................................... 14
3.4 Euthanasie ............................................................................................................................. 14
3.5 Lichaamsmateriaal en nader gebruik .................................................................................... 16
3.5.1 Ziekenhuis...................................................................................................................... 16
3.5.2 bank voor menselijk lichaamsmateriaal ........................................................................ 17
3.5.3 Intermediaire structuur voor lichaamsmateriaal .......................................................... 17
3.5.4 Productie instelling ........................................................................................................ 17
3.5.5 Biobank .......................................................................................................................... 17
4 medische aansprakelijkheid .......................................................................................................... 18
4.1 Soorten aansprakelijkheid ..................................................................................................... 18
4.1.1 Contractueel – buitencontractueel ............................................................................... 18
4.1.2 Strafrechtelijk ................................................................................................................ 19
4.1.3 Administratiefrechtelijk ................................................................................................. 20
4.1.4 Tuchtrechtelijk ............................................................................................................... 20
4.2 Aansprakelijkheid en richtlijnen ............................................................................................ 21
4.3 Centrale aansprakelijkheid .................................................................................................... 21
4.4 Aansprakelijkheid verpleegkundigen, stagiairs enz. ............................................................. 22
1
, ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG: Thema IV
4.5 Aansprakelijkheid en geneesmiddelen/medische hulpmiddelen ......................................... 24
4.6 fonds medische ongevallen; goed te kennen (!) ................................................................... 29
4.6.1 Aanleiding ...................................................................................................................... 29
4.6.2 Krachtlijnen (!) ............................................................................................................... 29
4.6.3 Toepassingsgebied ........................................................................................................ 29
4.6.4 Opdrachten Fonds voor Medische ongevallen.............................................................. 33
4.6.5 Vergoeding door Fonds voor Medische ongevallen...................................................... 34
2
, ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG: Thema IV
2 WET PATIËNTENRECHTEN
2.1 NAAR EEN WET PATIËNTENRECHTEN
Europa besteed steeds meer aandacht aan die wet patiëntenrechten via die richtlijn patiënten rechten
en grensoverschrijdende zorg. Men wilt er namelijk voor zorgen dat in alle lidstaten van de EU een
aantal rechten worden gegarandeerd.
Sinds 2002 is er in België een wet patiëntenrechten opgesteld die echter doorheen de tijd wat
aanpassingen onderging door die richtlijn. Een van de zaken die bijvoorbeeld in die richtlijn werd
vermeld dat later werd aangevuld in de Belgische wet patiëntenrechten van 2002, is dat patiënten
moeten geïnformeerd worden of hun beroepsbeoefenaar al dan niet verzekerd is. Doordat het gaat
om een richtlijn en geen verordening, is men als beroepsbeoefenaar niet verplicht zich te verzekeren
(geen verzekeringsplicht), hoewel dit uiteraard wel aangewezen is; in principe is iedere
beroepsbeoefenaar dus wel verzekerd. Stel dat een arts zeer veel aansprakelijkheidsgevallen heeft
gehad of 1 grote casus, waardoor zijn verzekeraar die persoon niet langer wilt verzekeren, kan die dat
contract stopzetten en zou het wel eens kunnen dat die hulpverlener geen andere verzekeraar bereid
vind om die persoon te verzekeren. Vandaar dat het dus aangewezen is dat de patiënt weet of die
persoon verzekerd is of niet. Deze informatie dient de patiënt te helpen om met kennis van zaken te
beslissen om al dan niet op die beroepsbeoefenaar beroep te doen. De aanwezigheid van een
aansprakelijkheidsverzekering kan bovendien het vertrouwen tussen de patiënt en de
beroepsbeoefenaar ten goede komen.
Voorts had men vroeger nog de privacywet (zie thema 3) waar iets in vermeld stond rond toegang tot
gegevens, waarbij men nu spreekt over inzagerecht. Dit recht was dus al een tijd gekend. Tevens had
men sinds de jaren 80 een orgaantransplantatiewet, die vermeldde dat men zonder toestemming geen
organen kon transplanteren (zie verder).
Hoewel er een heel aantal principes omtrent patiëntenrechten vastgesteld waren, was deze wetgeving
redelijk versnipperd, veel zaken waren namelijk niet geregeld waardoor er toch heel wat lacunes in de
wetgeving waren. Bijvoorbeeld; Wat doen met bejaarden die dement aan het worden zijn en die niet
langer als wilsbekwaam kunnen beschouwd worden, wat met minderjarigen, enz. Omtrent deze
onderwerpen waren er heel wat tegenstrijdigheden op te merken. Zo zei de sociale zekerheid dat men
als patiënt niet rechtstreeks toegang had tot het dossier, en dat dit via de huisarts geregeld moest
worden, hoewel de privacywet dat eventueel wel voorzag. Vandaar dat men besloten heeft de
wettekst omtrent patiëntenrechten niet onnodig lang te maken, zodat alle bepalingen er duidelijk in
worden opgesomd.
3
, ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG: Thema IV
2.2 RECHTEN VOOR DE PATIËNT MAAR OOK PLICHTEN?
“zijn er naast de rechten van de patiënt ook plichten waaraan deze zich moet houden?; Heeft de
arts/beroepsbeoefenaar eveneens rechten ten opzichte van de patiënt?”
Indien de arts zijn zorg op een correcte manier verstrekt, dient men als patiënt de kost of
honorarium te betalen. Er is een rechtspraak die zegt dat men als arts een bepaald bedrag
(deel van het honorarium) mag aanrekenen indien een patiënt niet opdaagt op een geplande
consultatie (no-show fee), hoewel dit niet zomaar geclaimd kan worden. Men gaat er vanuit
dat zo’n clausule op voorhand meegedeeld dient te worden aan de betrokken patiënten,
waarbij zo’n clausule bovendien wederkerig zou moeten zijn indien deze rechtsgeldig
verklaard zou kunnen worden. Zo zou men als arts bijvoorbeeld ook een bepaald bedrag aan
de patiënt moeten voorleggen indien de spreekuren uitlopen, de patiënt daardoor langer moet
wachten en bijvoorbeeld meer aan een babysit zal moeten betalen omdat hij nog op
consultatie zat. Als bijvoorbeeld een tandarts voor een afspraak bepaald materiaal heeft
moeten aankopen en de patiënt komt niet opdagen, zou deze wel sowieso een betaling
kunnen verwachten ter compensatie.
Indien informatie is die belangrijk is voor de diagnosestelling of het behandelingstraject van
een patiënt, die de arts of hulpverlener niet zomaar kan weten, dan heeft de patiënt de plicht
die informatie te melden. Houd de patiënt belangrijke informatie achter en wordt er daardoor
nadien een foute diagnose gesteld, zou die patiënt de verantwoordelijkheid van die fout
moeten dragen.
Aan de patiënt wordt tevens gevraagd respect ten aanzien van de hulpverlener te vertonen.
Zo dient bijvoorbeeld ook het recht op privacy van een hulpverlener gerespecteerd te worden,
hoewel men daarover in die wet heel weinig expliciets rond terug vind. Indien men als patiënt
bijvoorbeeld een gesprek met de arts wilt opnemen, is dat in principe toegestaan, maar op
voorwaarde dat men dit op voorhand aan de arts vermeld (in het kader van de GDPR), zeker
in het geval dat men informatie uit dit gesprek bekend wilt maken op de een of andere manier.
Indien de arts hierover op voorhand niet wordt aangesproken, zou men de patiënt in principe
aansprakelijk kunnen stellen (geldt bv. Ook voor het ongewenst nemen van selfies).
In de wet patiënten rechten staat er niets expliciets rond plichten. Wel wordt daarin vermeld dat de
beroepsbeoefenaar de plichten die de wet omtrent patiëntenrechten voorziet, moet naleven
naargelang de mate waarin ook de patiënt actief meewerkt. Uit deze informatie kan in ieder geval
afleiden dat er langs de 2 kanten voldoende geïnformeerd moet worden om een optimale
samenwerking tussen arts en patiënt te verzekeren.
Art. 4:
“beroepsbeoefenaar leeft wet na binnen perken van de door/krachtens de wet toegewezen
bevoegdheden en in de mate waarin de patiënt hieraan zijn medewerking verleent.”
2.3 TOEPASSINGSGEBIED
De patiëntenrechten zijn van toepassing zowel op iemand die een contract afsluit (bv. met tandarts,
arts, ziekenhuis) (contractueel) maar ook diegene die op spoed bewusteloos binnenkomt
(buitencontractueel). Is ook van toepassing in publieke ziekenhuizen, privé-ziekenhuizen en ten slotte
op de beroepsbeoefenaars werkzaam in klinieken (dus niet op de kliniek zelf).
4