Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Onderwijskunde: praktijk onderzoek en beleid (H001860A) €6,36
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Onderwijskunde: praktijk onderzoek en beleid (H001860A)

 15 vues  1 fois vendu

Samenvatting van boek en lessen

Aperçu 4 sur 69  pages

  • 22 juillet 2024
  • 69
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (11)
avatar-seller
gyselinckmanon
ONDERWIJSKUNDE POB


HOOFDSTUK 2: HORIZONTALE PIJLERS
1. Vrijheid van onderwijs

1.1 De grondwettelijke vrijheid van onderwijs
Kenmerken Vlaams onderwijsbeleid / actualiteit:
- Totstandkoming onderwijsnetten
- Verhoudingen onderwijsverstrekkers
- Omvang van de onderwijsvrijheid
- Financiering van het onderwijs
- Machtsevenwichten

 Omwille van historische contextualisering
Historische achtergrond:
- Zuidelijke Nederlanden  België werd deel van Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden

- Onder bewind van Willem I van Oranje, nam de overheid sterk de touwtjes
in handen wat betreft het inrichten van het onderwijs  Tegenreactie op
katholieke kerk als dominante inrichter van onderwijs
o Kiem voor alle volgende schoolstrijden die België zou kennen 
vond dat het de taak van de overheid was om onderwijs in te richten

- De aanval op de macht vd kerk dreef katholieke politici in de armen vd
liberalen: samen brachten ze de Belgische Omwenteling/ revolutie op gang
 start van de Belgische onafhankelijkheid in 1831

- 1831: aanname grondwet  vrijheid van onderwijs staat zeer expliciet in
allereerste versie van de grondwet  artikel 17: meest progressieve
grondwet uit die periode
o Article 17. L’enseignement est libre; toute mesure préventive est
interdite: la répression des délits n’est réglée que par la loi.
L’instruction publique donnée aux frais de l’État est également
réglée par la loi.
 Vrijheid van inrichting van onderwijs
 Kosteloosheid van onderwijs
o Het feit dat de grondwet de materie ‘onderwijs’ regelt houdt het
legaliteitsbeginsel in  alle ingrepen in onderwijs moeten
terugvallen op die basis  zo wordt willekeur vermeden

1.2 Van vrijheid van onderwijs naar recht op onderwijs
Vrijheid van onderwijs (inrichten van onderwijs)  actief
Recht op onderwijs (volgen naar eigen keuze)  passief
 Vrijheid van onderwijs nog altijd cruciaal (komt altijd in debatten), heeft te
maken met volgende wetten
o Artikel 6: iedereen is gelijk, gelijkheidsbeginsel


1

,ONDERWIJSKUNDE POB


o Artikel 14: ideologische vrijheid
 De combinatie van vrijheid en de noodzakelijke zorg voor onderwijs door
de staat leidden er ook toe dat de discussie over de kosten van onderwijs
steeds meer op de voorgrond trad

1.3 Van recht op onderwijs naar discussies over financiering: de
schoolstrijd
Maar, wie zal betalen?
- Grondwet: overheid indien ingericht door de staat  rijksonderwijs
- Maar Kerk zeer sterk in inrichten lager onderwijs; dus niet gefinancierd?
o Wet 1842: wet-Nothomb: elke gemeente verplicht om kosteloos
lagere school in te richten (omwille van kwaliteitsdaling), maar
waarbij gemeente een bestaande lagere school kan overnemen
(‘aangenomen vrije scholen’)
o Gemeentescholen stegen sterk en vrije scholen daalden
- Grondwet voedingsbodem voor later schoolstrijden

1.3.1 De eerste schoolstrijd
Oorzaak: grondwettelijke discussie over vrijheid v onderwijs en vrijheid van
godsdienstbeleving
- Katholieken vs. vrijzinnigen (liberaal)
- Liberale regering: Wet Van Humbeeck (Openbaar Onderwijs)
o 1879: Wet op lager onderwijs werd aangepast
o Wordt ook ongelukswet genoemd
 Elke gemeente lagere school, godsdienst buiten
lessenpakket, en leraren zijn leken (laatste 2 beslissingen
zorgden voor spanning)
 Verbod op “aannemen van vrije scholen”, elke gemeente
moet staatsschool inrichten (officiële lagere school)
 Onderscheid tussen scholen zonder ziel en vrije scholen
(katholiek)
o Felle reactie katholieken (bv. sacramenten werden geweigerd)

- Vanaf dat moment: breuklijn in onderwijsbeleid en basis voor verzuiling
(verschillende krachten hebben eigen inrichting van onderwijs)

- Diplomatieke breuk met Vaticaan 1881 (de paus bleef Belgische
bisschoppen steunen)
o Scholen zonder ziel
o Strijd op gemeenteniveau
o Mobilisatie door de kerk: succes van vrije scholen van 13% naar
63,5% van scholen
Gevolgen eerste schoolstrijd
- 1884: verkiezingen ramp voor liberalen (absolute meerderheid katholieken
tot WOI)
- 1884: nieuwe 3e organieke wet (vervanging ‘ongelukswet’ van 1879)


2

,ONDERWIJSKUNDE POB


o Wet-Jacobs: Aannemen van scholen door gemeenten weer mogelijk
 Versterking scholen eigen geloofsgemeenschap
 Massale sluiting van rijksscholen
 900 lager scholen en 700 scholen voor volwassenen
 Vlucht van leraren naar katholieke net
o Verzuiling (vakbonden, mutualiteit, ziekenhuizen, etc.)
o Zaadje geplant voor tweede schoolstrijd
o 1911: vierde organieke wet: inschrijvingsgeld voor lager onderwijs
wordt afgeschaft  wet-Schollaert

1.3.2 De tweede schoolstrijd 1950-1958
Gewelddadige strijd (door betogingen…)
- Leidde tot het Schoolpact dat voor vrede zorgde
- Inzet: financiering secundair onderwijs
- Na WO II: groeiende scolarisatie secundair onderwijs, uitbreiding
onderwijs is nodig
- Te weinig officiële scholen en katholiek onderwijs ondergefinancierd
o Rijksonderwijs gesubsidieerd
o Katholiek onderwijs vroeg inschrijvingsgeld om hoofd boven water te
houden
 MAAR Regering Harmel (CVP, 1950-1951) subsidies op
voorwaarde géén inschrijvingsgeld

- 1955: afschaffing subsidies voor katholieke scholen door socialistische-
liberale regering (wet-Collard)  Socialist Leo Collard minister van
Openbaar onderwijs
o Extra rijksscholen en toezicht op katholieke scholen
o Niet verlengen van contracten katholieke leraren in rijksonderwijs
- Bom barst: Mars op Brussel 1955
- 1957: oprichting Nationaal Secretariaat van het Katholiek Onderwijs
Vlaanderen
- 1958: verlies verkiezingen van socialisten
o ° Minderheidsregering CVP Gaston Eyskens
 Richtte de Nationale Schoolcommissie op waarin alle partijen
samen aan een oplossing werkten  legde de basis voor een
compromis dat het Schoolpact wordt genoemd (6 november
1958: schoolpact werd ondertekend: leidt tot
schoolvrede)

1.4 Het schoolpact
Democratisering onderwijs door kosteloos onderwijs en dichter bij de mensen
(keuzevrijheid)
Actieve vrijheid wordt passieve vrijheid
- Waarborgde voor het eerst het bestaan van 2 grote onderwijsnetten in
België: officiële onderwijs en het vrije onderwijs  relatieve vrede, maar
nog spanningen over macht
- Recht op godsdienstonderwijs (of lessen moraal)

3

, ONDERWIJSKUNDE POB



- Vrijheid van onderwijs werd geregeld door aantal fundamentele afspraken
in de schoolpactwet van 1959, voornamelijk subsidiëringsvoorwaarden
o Vrije scholen moesten een goedgekeurd minimumlessenrooster en
een goedgekeurd leerplan volgen
o In de praktijk zouden die analoog moeten zijn aan die van
rijksonderwijs  daarin zal de Rijksinspectie belangrijke rol spelen

- Vrijheid van onderwijs
o Vrijheid om scholen op te richten (actief), én
o Vrijheid van schoolkeuze (passieve)

- Later nog meer netten
o Steeds verankerd in aanpassing van de wet (later decreten)
o Nog meer “netten” naast de twee blokken
o Aanvankelijk een opdeling in 4 koepels: Rijksonderwijs (nu GO!), Vrij
gesubsidieerd onderwijs (vooral Katholiek onderwijs), OVSG
Onderwijssecretariaat van Steden en Gemeenten en Provinciaal
onderwijs

- Nu 3 types onderwijs  Organisatie onderwijs op basis van financiering
o Officieel rijksonderwijs (Gemeenschapsonderwijs): GO!
o Officieel Gesubsidieerd Onderwijs: OGO (OVSG en POV)
o Vrij Gesubsidieerd Onderwijs : VGO (Katholiek Onderwijs Vlaanderen,
FOPEM, etc.)

- In ruil voor subsidies onderwerpen alle inrichtende machten zich aan een
subsidieregeling, die bepaalt ook de manier waarop het onderwijs moet
voldoen aan afspraken met betrekking tot kwaliteitszorg:
o Eindtermen, goedgekeurde leerplannen, basisinfrastructuur,
minimumaantal leerlingen, benamingen van studierichtingen …
- Maar “vrijheid van onderwijs”; school: eigen methodes, groeperingsvorm,
examens, werving van leerkrachten …
= ‘pedagogische project’
Overzicht onderwijsnetten vandaag




Overzicht onderwijskoepels vandaag per onderwijsnet




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gyselinckmanon. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53022 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,36  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté