Samenvatting: Theorieën van de Internationale Relaties
Professor Dr. Edith Drieskens
Les 1: Inleiding
Inleiding tot de wereld vd theorieën vd internationale relaties in 3 delen en 2 lessen:
1) In de voetsporen van de ‘theoros’
2) Moeilijk, maar niet onmogelijk
3) Een wereld van debat
WAT (+ WAAROM) en HOE (+ WAAROM)
ECTS-fiche < Zie dia 3 – Vooral de relevantie vd beleidspraktijk is belangrijk!
Kennismaking met de wondere wereld van de TIR
1) Op reis in de voetsporen van de ‘theoros’
‘Theoros’: De 1ste diplomaten die interageren in de wereld van de stadstaten
Wereld van stadstaten (zie les 3 < Thucydides: Dialoog Athene – Milos & Machiavelli: Firenze)
Contacten tss personen in de stad, die worden uitgestuurd door de verschillende stadstaten, en
in interactie gaan met elkaar = 1ste diplomaten = ‘Theoros’
Oudheid: Griekenland (Hellas) (5BCE = 5de eeuw voor Christus)
Vormen samen 1ste voorloper vn staatssysteem in Westerse geschiedenis (gebaseerd op
gezamenlijke taal en godsdienst)
Middeleeuwen (feodalisme): Genua, Firenze, Venetië, Bremen, Hamburg
Moderne tijd: Vaticaanstad, Monaco, Singapore
Observeren en interpreteren Wat deden ze? < Ze gingen kijken (Een bril die men opzet om
naar de wereld te kijken); Later gaan ze intepreteren
‘Theorie, theorein en theoros zijn allemaal woorden die na Homerus zijn ontstaan en te maken
hbb met zien en bezoeken. Zelfstandig naamwoord theoros betekende 'getuige' of 'toeschouwer'.
Theoros werd door zijn polis nr Delphi gestuurd om volledig verslag vd woorden vh orakel terug te
brengen. Na verloop an tijd werd de rol vd theoros actiever; V/e theoros werd nt alleen verwacht
dat hij beschreef wat hij had gezien, mr ook dat hij de betekenis ervan uitlegd.’ (Richard Lebow)
Kennismaking met de saaie, abstracte en irrelevante wereld vd TIR
= Een hoogst onaangename reis in voetsporen vd ‘theoros’ (Volgens studenten op de infodagen)
MAAR: Prof tracht dit te veranderen
Reizen is leuk, mr theorie is niet… < Saai/Abstract/Irrelevant Interessant/Concreet /Relevant
o Opvallend: (Sociale) media < Labelling van personen en dossiers DUS: Veel termen zullen
ons al bekend in de oren klinken!
Vb: Realisme/Realpolitik (zie les 3-4)
Heel wat nieuws over zaken die slecht gaan in de wereld w geframed door realisme
Realisme in politiek betekent het erkennen vn harde feiten en machtsverhoudingen, waarbij beleid w
bepaald door nationale belangen. Realpolitik is een praktische benadering waarbij het behalen vn
concrete doelen en machtsbehoud centraal staat, los vn ideologie. Het draait om een nuchtere kijk op
de wereld, met de nadruk op machtsdynamiek en eigenbelang
Vb: Geopolitiek (zie gastles): Richt zich op relatie tss geografie, macht en politiek. Het bestudeert hoe
geografische factoren invloed hbb op internationale besluitvorming en machtsverhoudingen tss staten.
Het benadrukt de strategische waarde vn locatie, natuurlijke hulpbronnen en fysieke kenmerken bij het
begrijpen vn mondiale politiek
1
,Vb: Liberalisme (zie les 5-6) (Liberaal/Liberale orde/Liberale democratie): Liberalisme bevordert
individuele vrijheid, gelijkheid en democratische rechtsstaat. Een liberale orde omvat respect vr
individuele rechten en een markteconomie
Vb: Ecomodernisme/Ecoradicalisme (zie les 13)
Ecomodernisme: Benadrukt technologische vooruitgang vr milieuprobleemoplossingen.
Ecoradicalisme: Voor radicale acties en structurele veranderingen om milieuproblemen aan te pakken
Vb: Privilege/Hiërarchie (zie les 11-12)< We gaan anders moeten denken
Menselijk privilege, mannelijk privilege en Westers privilege
Privilege zijn onverdiende voordelen gebaseerd op kenmerken als ras, geslacht of klasse
Hiërarchie = Geordende structuur waarin entiteiten gerangschikt zijn obv criteria zoals macht, status…
2) Moeilijk, maar niet onmogelijk
Vaststelling: Termen zijn (meer) herkenbaar, maar theorie blijft moeilijk…
Waarom moeilijk? Waarom niet onmogelijk?
1) Grote diversiteit aan gezichten en inzichten ( Smith)
Moeilijk – Aanbod
Theoretici zijn ‘goede verkopers’, dwz dat ze allen heel overtuigend hun theorie
‘verkopen’, waardoor je telkens denkt: ‘Dit is de juiste theorie’
Steve Smith: ‘Deze verschillen zorgen soms vr ongerustheid bij studenten die nieuw zijn
in de discipline vn Internationale Betrekkingen, omdat ze een soort 'juist' antwoord
verwachten en vaak gefrustreerd raken wnr docenten hen steeds terugverwijzen nr een
reeks theorieën, die elk een andere kijk hbb op de vraag’
Cover van boek (zie dia 18): Gekleurde lenzen < Elke theorie gaat zaken oplichten;
Onderbelichting is mogelijk, mr ook overbelichting
o Verschillende brillen worden opgezet om de wereld te vatten
‘Theorieën (...) zijn als gekleurde lenzen: Als je er 1 vr je ogen plaatst, zul je de dingen
anders zien. Sommige aspecten vd wereld zullen in zkre zin hetzelfde lijken, bv vormen,
mr veel andere kenmerken, zoals licht en schaduw vn kleur, zullen er heel anders
uitzien, zo verschillend zelfs dat ze alternatieve werelden lijken te tonen’
2) Theoreticic als goede verkopers (Smith/Jorgensen)
Moeilijk – Aanbod
Complicerende factor: ‘Internationale Betrekkingen-theoretici lijken op verkopers, en wat
ze verkopen is hun theorie. Woorden zoals 'kritisch', 'sophisticated', 'simplistisch', 'naïef'
en 'dogmatisch' zijn gn neutrale beschrijvingen vn theoretische standpunten, mr w eerder
ingezet om alternatieve opvattingen te delegitimeren of de superioriteit vn 1 benadering
boven alle anderen te bewijzen. Echter, net als elke goede klant, zou de student er goed
aan doen kritisch na te denken over beperkingen inherent aan alle hen gepresenteerde
benaderingen, zelfs de meest overtuigende’
o 1 juiste theorie bestaat nt, dus welke woorden je gebruikt moet je goed afwegen
3) Theorie als keurslijf (Rosenau)
Moeilijk – Vraag
Probleem 1: Vrijheid/Keurslijf
o Ik heb gemerkt dat meeste studenten moeite hbb om gewend te raken aan
veronderstelling v/e onderliggende orde. Ze zien het als ontkenning vn hun eigen
vrijheid
Probleem 2: Specifiek/Algemeen
o Ze neigen ertoe te zoeken nr speciale betekenis v/e gebeurtenis, om het te
verkennen vr datgene wat het onderscheidt vn alle andere gebeurtenissen, ipv het
te behandelen als een vb v/e groter patroon
James Rosenau:
2
, o ‘Theorizing is the hardest of intellectual tasks’ < Het theoretiseren is de moeilijkste
vn intellectuele taken
o ‘Sustained, disciplined and unhibited work’ < Onderhoudend, gedisciplineerd en
onbelemmerd werk
Waarom moeilijk? Waarom niet onmogelijk?
1) Combinatie van werkvormen Hoorcolleges en oefencolleges (na de paasvakantie) via
weblectures met focus op toepassing (zie DIY Jorgensen)
2) Combinatie van studiemateriaal: Handboek, reader en het ‘zombieboekje’
Prof: Enkel wat besproken w in de lessen, moet je ook kennen vanuit het HB!
Handboek heeft 4 troeven:
1) Grondige maar systematische kennismaking (7 tradities)
Overzichtelijke classificatie
o Om het overzicht te bewaren gebruikt Jørgensen het beeld v/e
boom met vele vertakkingen
o De ‘IR discipline tree’ (p. 14) vertakt achtereenvolgens in traditions
(tradities), currents (stromingen) en theories (theorieën)
o Tak 6: Human Nature < Deze tak vindt de prof niet goed, dus die
‘zaagt ze af’
o Opgelet: Aanpassingen en alternatieven! & ‘Difficult to box
thinkers’ Uitzondering: Realisten
Let op: Hokjesdenken
o Keohane 2008: ‘Ik denk dat dit eerder een voortdurende reis is. Ik
geloof, net als Thomas Kuhn en Imre Lakatos, dat wetenschap w
voortgestuwd door anomalieën - dingen die gebeuren die nt passen
binnen onze bestaande theorieën en ideeën. (..) Ik denk dat het vr
theoretici mogelijk is om voortdurend te groeien. De beste manier om
dit te doen is, zoals Alex Wendt zegt, over te gaan nr nieuwe
problemen. Reden dat ik met Peter Katzenstein samenwerkte aan
'Anti-Americanisms in World Politics' is omdat ik dacht dat ik zou
verouderen als ik bleef werken aan instituties’ (..)
Keohane = Liberalist
Mijn leven is een ‘constante reis’/Groeiproces
o Wendt 2008: ‘Ik denk dat dat grote uitdaging is vr alle academici,
vooral als ze middelbare leeftijd bereiken en niets nieuws te
zeggen hbb. Dat is 1 vd redenen wrm ik, doelbewust, uit
constructivistische veld wilde stappen: Ik probeer in leven te
blijven door me te richten op andere kwesties, zoals bv de
kwantumvisie vn sociale wetenschappen die ik momenteel
onderzoek. Vr mij is het belangrijk om verschillende dingen te
blijven doen, anders raak je uitgeblust. Mr ik denk dat het moeilijk
is, en er zijn veel prikkels in vakgebied om gwn te blijven
verdedigen wat je in verleden hebt gezegd’
o Buzan 2009: ‘Ik hecht mijn identiteit nt aan bep stroming waarvoor ik
me verplicht zou voelen te verdedigen; Ik hanteer bijzonder
utilitaristisch epistemologisch of ontologisch perspectief op theorie. Ik
kan het realisme zowel interessant als volkomen gebrekkig vinden;
Tegelijkertijd kan ik sommige postmoderne werken interessant en
diepgaand gebrekkig vinden. Ze hbb verschillende soorten
bruikbaarheid, afh vd vraag die je wilt stellen en beantwoorden. Ik
heb gn probleem met mensen die verschillende epistemologieën
3
, hanteren in dezelfde analyse; Eolang ze deze maar helder houden, zie
ik nt in wrm ze elkaar nt kunnen aanvullen’
Utilitarist; Idee van openstaan
Openstaan voor complexiteit en diversiteit
2) Op basis van brede definitie
Jørgensen hanteert brede definitie vn theorie en definieert/erkent
verschillende soorten (‘kinds’):
o Explanatory (verklarend)
o Normative (voorschrijvend)
o Interpretative (betekenisgevend)
Dit onderscheid is vaak de oorzaak vn debat (vorm vs inhoud): ‘Football
players are being criticised for not playing volleyball’
3) Met aandacht voor het grotere plaatje (meta- theorie)
Meta-theorie: Theoretische reflectie over het gebruik vn theorie (macro-
perspectief)
Debat omwille vd soort theorie die men gebruikt (‘kinds’), mr ook
omwille van de focus die men hanteert:
o Ontologie (= Theory of being): Studieobjecten
o Epistemologie (= Theory of knowledge): Kennis over
studieobjecten
o Methodologie (= Theory of methods): Methode die gebruikt w om
kennis op te doen
Criteria w vaak geformuleerd als zijnde objectief en universeel
Mr keuze is een subjectief proces en hangt samen met definitie vn
‘theorie’ (< Criteria hbb andere waarde naargelang men verklarend,
normatief of interpretatief werkt, dus naargelang de ‘soort’/’kind’)
Diversiteit aan criteria: Interne consistentie (coherence); Helderheid
(clarity of exposition); Zuiverheid (unbiased); Draagwijdte (scope); Diepte
(depth); Volledig (complete); Duidelijk (stated clarely), verklarende kracht
(explanatory power); Voorspellende kracht (predictive capacity); ...
o Zie: Theoreticus als verkoper
4) Met oog voor praktische toepassing (DIY)
‘Dmv doe-het-zelf-theoretiseren - Het proces vh bouwen vn je eigen theorie,
zul je vertrouwd raken met bestaande theorieën op een fundamenteel
andere manier dan wnr je er alleen over leest’ DUS: Believer
o Context 1: Non-believers, twijfeleraars en believers
o Context 2: Believers omwille van relevantie vn theorie vr praktijk
Relevantie van theorie: Non-believers
Patronen, verbanden… zijn onmogelijk: ‘... historische omstandigheden zijn te gevarieerd en complex
vr iets dat plausibel een 'theorie' genoemd kan w om uniform vn toepassing te zijn’ (Chomski)
Relevantie van theorie: Twijfelaars
6 waarden niet vanbuiten leren! ( Geeft een post-positivistische kritiek)
o Alle benaderingen moeten w beschouwd als normatieve verplichtingen.
o Internationale betrekkingen moeten minder een Amerikaanse discipline w. (zie les 2: Global IR)
o Internationale betrekkingen moeten het huidige en historische voorrecht v/e specifieke en
cultureel beladen sociaalwetenschappelijke benadering verwerpen.
o Academici in internationale betrekkingen moeten nadenken over hun relatie tot macht en hun
sociale positie.
o Internationale betrekkingen moeten zich richten op de relatie tss het materiële en het ideële.
4