Samenvatting Uitwerking 9 stappenplan College 1 - Frankel, Johnson & Nelson (2002)
11 vues 0 fois vendu
Cours
Academic Research In Accountancy
Établissement
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Uitwerking 9 stappenplan College 1 - Frankel, Johnson & Nelson (2002)
Ter voorbereiding van de colleges heb ik voor alle artikelen een 9 stappenplan uitgewerkt. Tijdens de colleges heb ik mijn uitwerking aangepast naar aanleiding van de informatie volgend uit het college.
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Master Accountancy
Academic Research In Accountancy
Tous les documents sur ce sujet (40)
Vendeur
S'abonner
marloesyannick
Avis reçus
Aperçu du contenu
College 1 – Frankel, Johnson & Nelson (2002)
1. What is the (management) problem?
1.1. What is the problem?
Het artikel onderzoekt de relatie tussen auditor fees en earnings management en de relatie
tussen auditor fees en de aandeelwaarden van het bedrijf. Het probleem dat aan de hand van deze
relatie onderzocht wordt, is de (on)afhankelijkheid van de accountant in relatie tot de
geloofwaardigheid van jaarrekeningen.
Heeft het verstrekken van non-audit services gevolgen voor de geloofwaardigheid van de
jaarrekeningen?
1.2. Why does this problem need to be raised?
De reden waarom het artikel in 2002 is gepubliceerd, is dat er zorgen waren omtrent het effect
van de dienstverlening van nonaudit services door accountants op de geloofwaardigheid van
jaarrekeningen. Vanwege deze zorgen heeft de SEC in november 2000 de onafhankelijkheidsregels
voor accountants veranderd. De auteurs benoemen dat audit fees mogelijk dezelfde incentives
bezorgen als nonaudit fees.
2. From whose perspective is the (management) problem being studied?
Het probleem dat in dit artikel onderzocht wordt, wordt vanuit het aandeelhoudersperspectief
belicht. De auteurs verwachten dat audit fees een relatie hebben met earnings management, waarbij
earnings management staat voor een lagere kwaliteit van controle en dus jaarrekeningen. Dit zou
volgens de auteurs moeten leiden tot een lagere aandeelwaarde.
3. What is the research question to address the (management) problem?
3.1. Overall research objective
Het artikel beschrijft twee subvragen die als doel hebben om de relatie tussen audit fees en
earnings management vast te stellen en om de relatie tussen auditor fees en de aandeelwaarden van het
bedrijf vast te stellen. Het uiteindelijke probleem/onderzoeksdoel dat aan de hand van deze relaties
onderzocht wordt, is de (on)afhankelijkheid van de accountant in relatie tot de geloofwaardigheid van
jaarrekeningen als gevolg van economic bonding.
Onderzoeksdoel: Het verkrijgen van kennis en inzicht in de mate waarin (het rapporteren van)
de vergoeding van accountants informatief is voor de economische besluitvorming van investeerders
in de Verenigde Staten.
3.2. Detailed research questions
Om bovenstaande algemene doelen uit te werken hebben de auteurs een aantal hypothesen
opgesteld:
- H1a: Het verlenen van nonaudit diensten aan auditcliënten is niet geassocieerd met
earnings management.
- H1b: Het verlenen van audit diensten aan auditcliënten is niet geassocieerd met earnings
management.
- H2a: Er is geen koersreactie op het toelichten van nonaudit fees
- H2b: Er is geen koersreactie op het toelichten van audit fees.
Naast deze hypothesen hebben de auteurs het verschil tussen BIG5-kantoren en andere
kantoren onderzocht.
Vraagstellingen: (1) Waarom is het verstrekken van non-audit services en controlekosten
informatief voor investeerders? (2) In welke mate is het verstrekken van non-audit services
Pagina 1 van 5
, daadwerkelijk van invloed op financial reporting quality? (3) In welke mate is het verstrekken van
informatie omtrent non-auditservices en controlekosten informatief voor investeerders?
Er worden twee theoretische argumenten gebruikt (niet bestaande punt 4, aan de hand van
welke theorie wordt het probleem geanalyseerd):
- Agency theory, met economic bonding (accountant wordt immers betaald door de klant)
als reden dat de accountant onvoldoende de klantdruk tot resultaatsuring kan
weergenveven.
- Reputation protection, waarbij wordt gesteld wordt dat een acountantsfirma haar reputatie
te beschermen om toekomstige inkomen veilig te stellen.
- Er wordt uitgegaan van een ‘norm’-vergoeding en een ‘onverwachte’ vergoedingm die
niet nader is onderbouwd.
- Omdat beide hypothesen … Slide nalezen
- ? Slide nalezen
Conceptueel model is in de slides opgenomen. 4 categorieën: (1) disclosure of Non-audit
services, (2) disclosure of audit fees, (3) earnings management, (4) investor reaction. Zie ook
hypothesen. Allen non-directioneel.
5. What is the strength of the causal relationship?
5.1. Use of theory
Hypothese 1: De auteurs halen verschillende onderzoeken aan waarin de economische
gebondenheid tussen de accountant en de cliënt onderzocht is. Zij leggen hierbij de relatie met
zogenaamde knowledge spillovers. Economische gebondenheid leidt zodoende tot kostenbesparing en
het meer verlenen van zowel audit als nonaudit diensten. De resultaten van empirisch onderzoek zijn
diffuus. Verder wordt hypothese 1 onderbouwd aan de hand van de agency theorie. Deze agency
theorie is goed uitgelegd en met onderzoek onderbouwd. Het gebruik van theorie bij hypothese 1 is
voldoende. De auteurs halen verscheidene onderzoeken aan die niet alleen in lijn liggen met de initiële
gedachtegang van de auteurs. Een nadeel is wel dat de auteurs niet beschrijven hoe de economische
gebondenheid of andere druk vanuit cliënten volgens wetenschappelijke artikelen leidt tot het toestaan
van earnings management.
Hypothese 2: Deze hypothese is summier onderbouwd. De aangehaalde artikelen zijn beperkt
en de onderbouwing is met name op logica gebaseerd. De onderbouwing van hypothese twee is
derhalve matig.
5.2. Causality versus correlation
Het causale verband is voor beide hypotheses aanwezig op basis van logisch redeneren, alleen
is naar mijn mening de vraag of de volgorde van het causale verband correct is. Leiden hogere
(non)audit fees tot het meer toestaan van earnings management of leidt een hogere mate van earnings
management tot meer vraag naar nonaudit diensten en meer controlewerkzaamheden in de audit
waardoor de totale audit fee hoger is?
5.3. Reciprocal relationships
Wat ik hierboven beschreven heb bij paragraaf 5.2 gaat ook op bij reciprocal relationships bij
de audit fee, omdat de auditor mogelijk meer werkzaamheden heeft ingepland in de controle in
verband met de hogere mate aan earnings management, maar tegelijkertijd door de hogere audit fee
mogelijk sneller geneigd is om het earnings management toe te staan.
Pagina 2 van 5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marloesyannick. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.