Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Materieel strafrecht (B001632A) €10,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Materieel strafrecht (B001632A)

 17 vues  0 fois vendu

Deze samenvatting bevat een overzicht van de slides en notities. De cursus is er niet in verwerkt aangezien exact hetzelfde gezegd wordt tijdens de les.

Aperçu 4 sur 58  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 31 juillet 2024
  • 58
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (24)
avatar-seller
louisevandendriessche
Algemene inleiding
1) Definitie
Materieel ≠ formeel strafrecht: = “het geheel van regels waardoor bepaalde gedragingen worden
strafbaar gesteld en gesanctioneerd” => bepaalt onder welke voorwaarden personen strafrechtelijk
verantwoordelijk kunnen gesteld worden

 Misdrijven en straffen
o Boek I van Strafwet geeft basisprincipes en algemene beginselen van het strafrecht
(fundament)
o Boek II van Strafwet geeft overzicht van de ongewenste gedragingen waarvoor we
een misdrijf voorzien hebben en de daarop vastgestelde straffen
 Strafrechtelijke verantwoordelijkheid
 Algemene beginselen: poging, deelneming, daderschap, rechtvaardigingsgronden…
 Toepasselijke sancties (soorten en toemeting)
 Strafuitvoeringsrecht: tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen

Doelstellingen strafrecht

 Retrospectief (omdat persoon misdrijf heeft gepleegd): vergelding
 Prospectief (om te vermijden naar de toekomst toe): preventie (algemeen/bijzonder)
 Instrumenteel (actief wederopvoeden => op correcte manier terug deelnemen aan
maatschappij): resocialisatie
 Economisch (om vermogensvoordeel van misdrijf bij dader weg te nemen en
vermogensnadeel bij slachtoffer te compenseren): herstel naar oorspronkelijke toestand

 doelstelling kleurt invulling van de regels

2) Historisch overzicht
1. Archaïsch
 Geen strafrecht (bestaat nog niet, eerder mix van godsdienstige en morele normen)
 Primitieve maatschappij
 Talio-recht = eigenrecht: men neemt het recht om conflict op te lossen in eigen handen
o Vergelding en verzoening
o Geen proportionaliteit: er is niet altijd duidelijkheid waarom er vijandigheid is tegen
leden van andere clan
o Recht van de sterkste

 veiligheidsproblematiek = katalysator voor het ontstaan van idee van
overheidstussenkomst in de middeleeuwen

 vinden we vandaag ook nog terug in hedendaagse samenlevingen

 Privé-aangelegenheid: wraakneming wordt gedaan door slachtoffer tegen dader
 Cfr. Albanië Reizen Waes: De Bloedwraak (na val van communisme) heeft terug bijzondere
plek gekregen in maatschappij

2. Middeleeuwen
 Overheid, vorst als bemiddelaar die conflict uit handen van partijen neemt => wordt publieke
aangelegenheid tussen overheid en dader


1

, o Compositio = bloedgeld waarmee je de wraak kan afkopen (voorloper van
schadevergoeding)
 aan slachtoffer
o Fredus = vredegeld waarmee je een vorst vergoedt (voorloper van geldboete)
 aan overheid
 Oud-Germaanse strafproces (accusatoir) = ritueel tweegevecht (dader en slachtoffer staan op
gelijke voet)
o Passieve rechter: rondreizende rechters voeren ‘enquête du pays’ uit: vroegen rond
om personen aan te duiden die van misdrijf verdacht werden
 Voorloper moderne jury
 Doel: nagaan van reputatie van beklaagde
o Infamia-procedure: status van persoon is doorslaggevend (bv. tussen dokter en
persoon van lagere sociale status)
o Irrationele bewijsvoering met godsbewijzen: irrationele experimenten worden
uitgevoerd (bv. laten verdrinken => bovendrijven = onschuldig; zinken = schuldig)
o Ongelijke en wrede straffen straffen (bv. handafhakking, vierendeling…): ook altijd in
het openbaar
 Verandering dringt zich op (nood aan meer humane en eerlijke procedure)
o Minder ernstige misdrijven => civiel strafproces (accusatoire kenmerken)
 Passieve rechter blijft: laat zich leiden door naam en faam of al dan niet
tussenkomst van God
 Verdachte en OM op gelijke voet
 Bewijzen van schuld en onschuld
o Ernstigste misdrijven => inquisitoire strafproces
 Actieve rechter (die ook OM is !) die zelf op zoek gaat naar de waarheid
 sommigen werden te actief en gebruiken foltertechnieken
 Aanpassing bewijsvoering
 Godsbewijzen verboden => strikte bewijsreglementering
 Infamia vervangen door waarheidsvinding
 Overmatige focus op bekentenis
o Aan de straffen veranderde niets: bleven wreed en ongelijk en waren willekeurig

3. Verlichting
 Verlichtingsdenken
o Reageren tegen (ancien régime)
 Willekeur van de rechters
 Wrede onderzoeksmethoden
 Wrede en ongelijke straffen
o Auteurs
 Montesquieu verdedigt trias politica (scheiding der machten)
 Locke – Rousseau: sociaal contract = fictief contract tussen burgers en
overheid: burgers geven deel van vrijheid af aan overheid + overheid belooft
zich niet te mengen in leven van burgers indien onnodig => overheid heeft
positieve beschermingsverplichting en negatieve onthoudingsverplichting
 Beccaria: beklaagde moet tijd hebben om verdediging voor te bereiden +
tegenstander van doodstraf
 Magna Charta strafrecht : brengt 3 belangrijke beginselen samen


2

, o Legaliteit : vereist juridische basis voor overheidsoptreden + affecteert het misdrijf,
de straf, de vervolging, de straftoemeting en de strafuitvoering
o Proportionaliteit : er moet een evenwicht zijn tussen de hoegrootheid van de daad
en de hoegrootheid van de reactie
o Subsidiariteit : inzetbaarheid van het strafrecht

=> burger moest beschermd worden tegen willekeurig overheidsoptreden

 Franse revolutie
o “Revolutionair” strafrecht
o Code Lepeletier: MSR & FSR, jury
o Code Merlin: MSR, milde, proportionele, vaste straffen (geen ruimte voor
interpretatie)

 wetboeken hebben geen lang leven geleid door Napoleon: wou eigen wetboeken

 wetboeken formuleren antwoord op frustraties uit vorige tijdsvak: o.a. onbetrouwbare
en overactieve rondreizende rechter, onvoorspelbare en wrede straffen…

 Codificaties van Napoleon
o Wetboek van Strafvordering van Napoleon: 1 van de minst geslaagde wetboeken van
Napoleon (onnauwkeurigheden, gecompliceerde terminologie…)
o Code pénal : zwaar, ‘proportioneel’ min-max (‘strafvork’: rechter krijgt
beoordelingsmarge)
 ~ Belgische onafhankelijkheid in 1830

4. Vandaag
 Strafwetboek
o Ontwerp Haus, Nypels
o Commisies Châtel–D’Haenens en Legros zijn er niet in geslaagd om het wetboek in
zijn totaliteit te herzien
o Complementaire wetten => Nieuw Sociaal Verweer doet intrede (bv. verzachtende
omstandigheden, resocialisering van betrokkenen…)
o Wetsontwerp strafwetboek (boek I en boek II) door Commissie tot hervorming van
het strafrecht
o Het ad hoc wijzigen van strafbepalingen is nefast voor interne consistentie
 Wetboek van Strafvordering (van Napoleon)
o Toevoeging voorafgaande titel in 1878: fundamentele bepalingen staan opgenomen
o Commissie Strafprocesrecht (Franchimont): voorstellen leidden tot meest ingrijpende
wetswijziging in Belgisch strafprocesrecht sinds Napoleon (wet Franchimont)

3) Theorieën over het strafrecht
Verschillende mogelijke functies van straf

 Vergelding: dader sanctie opleggen die “pijn doet”, want straf moet onrecht vergoeden dat
door misdrijf werd veroorzaakt
 Verzoening: leed dat door misdrijf is veroorzaakt, wordt “hersteld” => dader en slachtoffer
worden met elkaar verzoend (bv. bemiddeling)
 Herstel van schade: herstelling van de door het misdrijf veroorzaakte leed


3

,  Algemene preventie: afschrikkende werking (criminaliteit voorkomen)
 Bijzondere preventie: leren om geen nieuwe misdrijven te plegen (preventieve werking)
 Resocialisering: delinquent wordt weder aangepast => sociale re-integratie in samenleving
wordt mogelijk

1. Klassieke leer
 Achtergrond
o Franse Revolutie, Belgische onafhankelijkheid en Belgisch Strafwetboek (ligt aan de
oorsprong van de meeste strafwetboeken die in 19 e E werden opgesteld)
o Code Lepelier (Montesqieu, Locke, Rousseau en Beccaria) en Code Merlin
o Is neerslag van ideeëngoed uit Verlichting (sociaal contract)
 Vrij mensbeeld
o Wanneer iemand besluit om iets te doen wat niet mag, heeft die morele schuld
(heeft foute keuze gemaakt) => strafrechtelijk tussenkomen op basis van een morele
schuld
o Nullum crimen sine culpa
o Iedereen heeft de keuze tussen goed en kwaad
 Schuld en straf: legaliteitsbeginsel: op voorhand is afgesproken welke straf gekoppeld is aan
welke gedraging (bepaald o.b.v. schade die aangericht is) => soort hiërarchische catalogus
o “De ernst van het misdrijf wordt bepaald door de schade die het aanricht” (bv.
gepoogd misdrijf wordt minder zwaar bestraft dan voltooid misdrijf)
o “De ernst van het misdrijf wordt bepaald door de schuld van de dader” (bv.
opzettelijk/onachtzaamheid…)
 Geen vervolgingsbeleid: het is niet omdat je een misdrijf gepleegd hebt, dat
je voor de rechter komt
 Geen appreciatie door de rechter: geen mogelijkheid om rekening te houden
met persoonlijke omstandigheden etc. (vaste straffen)
 Strafuitvoering tot strafeinde: geen mogelijkheid tot vervroegde
invrijheidsstelling
 Strafdoelen
o Vergelding: belangrijk omwille van de schending van het sociaal contract
o Algemene preventie: door kennis over straffen zal de vrijdenkende mens 2 keer
nadenken alvorens zelf feiten te plegen
o Bijzondere preventie: door ondergaan van de straf zal de vrijdenkende dader tot
inkeer komen en niet nogmaals zelf feiten plegen
 preventie: keuzestrategieën van mensen beïnvloeden

2. Positivisme

Meer nadruk op empirische gegevens + inductieve redeneringswijze

 Achtergrond
o Strafrecht heeft nood aan verwetenschappelijking
o Strafrecht wordt instrument waarmee een criminele politiek kan gevoerd worden
o Lombroso (persoonlijke kenmerken, ‘geboren misdadiger’), Ferri (sociale context),
internationale verenigingen, Lacasagne




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisevandendriessche. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,66
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté