Doelen van anesthesie Stadium 2: excitatie/delier: na bewustzijnsverlies HEEL KORT BIJ IV
Sensorisch: afwezigheid van intra-operatieve pijn - EEG: ↑ in hersenactiviteit in bepaalde regio’s
Cognitief: afwezigheid intra-op gewaarwording en herinnering er aan - Excitatorische fenomenen: hoesten, bewegingen, spartelen, …
Motorisch: afwezigheid beweging; aanwezigheid adequate spierverslapping - Onregelmatige ademhaling en apnee
Autonoom: afwezigheid hemodynamisch antwoord op stress - Gevaarlijke fase: auditieve/tactiele stimulatie stemband dicht (geen intubatie)
o Zo veel mogelijk prikkels proberen te vermijden
Ideale anesthesie: snelle inductie, diepe slaap, analgesie, controle secreties, Stadium 3: chirurgisch stadium
spierverslapping, snelle uitwerking - Vlak 1: regelmatige AH – stoppen oogbolbewegingen
o Verlies ooglidreflex, slikrelfex, conjunctivale reflex
“Additief”effect ; “Potentiëring ; “Synergistisch - Vlak 2: stoppen oogbolbewegingen – beginnende paralyse intercostaalspieren
2 componenten combineren die elkaars hoofdeffect versterken, met verschillend o Verlies laryngeale en cornea reflexen
nevenwerkingsprofiel o Toenemende traanproductie, regelmatige AH
- Vlak 3: beginnende – volledige paralyse intercostaalspieren
o Diafragma-AH blijft; pupildilatatie en afwezige lichtreflex
Hypnose en amnesie - Vlak 4: Complete paralyse intercostaal AH-spieren en paralyse diafragma
Hypnose: bewusteloosheid ≠ amnesie: afwezigheid van herinnering Stadium 4: toxisch stadium: stoppen van AH – dood
Bewustzijn: Hersenstam – Thalamus – Hersencortex juist onderdrukken - Respiratoir arrest + vasculaire collaps
- Te weinig activiteit: verminderd bewustzijn - Spierparalyse en extreme pupildilatatie
- Te veel activiteit: verminderd bewustzijn (epilepsie)
Analgesie
Inductie en onderhoud van hypnose: Pijn tijdens narcose:
- IV hypnotica = voorkeur - Sympathische stimulatie: tachycardie en hypertensie: ↑ van BP en HR
o Propofol, Etomidaat, Ketamine, Benzodiazepines - Pupildilatatie, zweten
- Inhalatie – anesthetica trage inwerking - Beperkte motorische activiteit “spannen”: tegenademen tg ventilator
o Sevoflurane, Isoflurane, Lachgas, Desflurane, Xenon
Krachtige pijnstillers
Stadia van Guedel: anesthesie-diepte (hoe dieper BWZ-verlies, hoe groter effecten) - Fentanyl, sufentanil, alfentanil en remifentanil peroperatief
o Ademhaling neemt af - Morfine en pethidine postoperatief
o Onderdrukking van CV stelsel
o Afname ooglidreflexen Paracetamol en NSAID’s op einde ingreep
o Dilatatie van pupil
Spierrelaxatie
Stadium 1: amnesie/analgesie: begin inductie tot bewustzijnsverlies Spierverslappers
- Faciliteren endotracheale intubatie; vlot verloop chirurgie
- Immobilisatie reflexen; kunstmatige ventilatie
, Niet selectief: ook ademhalingsspieren (Laatst verslapt + eerst gerecupereerd: diafragma)
Fysiologische stabilisatie Kunstmatige luchtweg
Succinylcholine
Maskerventilatie Fentanyl
Stabiliseren en corrigeren van homeostasemechanismen Rocuronium Sufentanil
- Optimale “seal”: vrije luchtweg
Cisatracurium Alfentanil
Bewaking van lichaamsfuncties - Extensie: jaw trust, laterale positionering, oro- (mayo-canule)
Remifentanilen
Circulatie: ECG; Invasieve en niet-invasieve BP; TEE nasopharyngeale LW
AH – beademing: Pulsoximetrie; capnografie; Bloedgasanalyse
Anesthesiediepte: BIS >55j, BMI>26, snurken, tandenloos, baard 2 factoren = moeilijke ventilatie
- 80-100: normale elektroencefolagrafische activiteit
- 40-60: pt in stadium 3 van Guedel (chirurgisch stadium) Voorspellers intubatie
- <40: te diep stadium dus anesthesie verminderen - Mondopening: afstand ts snijtanden 4 cm; 2 vingers
Neuromusculaire blok: - Jaw protrusion:
- TOF>90% o Onderst snijtanden op zelfde lijn als bovenste
o Diepe blok: geen respons van duim o Upper-lip-bite test
o Begint uit te werken: respons op stimulus geleidelijk terugkeren - Nek extensie, Mallampati score, Thyro-mentale afstand
o Partiële blok: 1e respons altijd hoger dan 4e respons
o 4e respons min 90% van 1e respons: spierverslapping weg Positionering: sniffing position
- Niet-depolariserende NMB CWZ <C5 recht, toenemende flexie thv C4-C2, occipito-atlantodentaal complex in extensie
- Nervus ulnaris, M adductor pollicis
Lichaamstemperatuur, Urineproductie, … Directe laryngoscopie: as larynx, pharynx en mond op 1 lijn
Tong en epiglottis uit zicht + lifting hyoidbeen
Cormack – Lahane classificatie
- Graad 1: beide stembanden, epiglottis en arythenoiden zichtbaar volledig
zicht op glottis
- Graad 2: gedeelte van stembanden zichtbaar enkel achterste commissuur van
stemspleet zichtbaar
- Graad 3: geen stembanden, enkel epiglottis enkel tip van epiglottis zichtbaar
- Graad 4: geen epiglottis zichtbaar geen enkele glottisstructuur zichtbaar
Geen laryngoscopie mogelijk
Fiberoptische intubatie: pt is wakker, keel lokaal verdoven
Larynxmasker: supraglottic airway device
- Gn veilige luchtweg voor aspiratie + gn hoge beademingsdrukken > 25 cm H 2O
Tracheotomie: bij acute bedreigde LW of langdurige kunstmatige ventilatie nodig