Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Opdrachten Inleiding tot de Rechtswetenschap A €2,99   Ajouter au panier

Réponses

Opdrachten Inleiding tot de Rechtswetenschap A

 224 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

De opdrachten die gemaakt zijn tijdens de werkcollege's van Inleiding tot de Rechtswetenschap Deel A, inclusief de antwoorden. Door deze vragen te oefenen haalde ik een 7,4 voor mijn tentamen.

Aperçu 3 sur 25  pages

  • 13 octobre 2019
  • 25
  • 2019/2020
  • Réponses
  • Inconnu
avatar-seller
Inleiding tot de
rechtswetenschap opdrachten
College 1
1. Geef hieronder steeds aan of er sprake is van een descriptieve dan wel een normatieve
uitspraak. Geef bij elke normatieve uitspraak aan tot welk normatief kennisgebied zij
behoort.
I. “Wat mij betreft is het radioactieve afval het grootste bezwaar van kernenergie. Hoe
lang dat afval veilig kan worden opgeslagen, weet niemand. Mogelijk zadelen wij personen
die over enkele millennia leven op met een enorm milieuprobleem. Ik beschouw dat als
volstrekt ongeoorloofd tegenover komende generaties.”
Normatieve uitspraak, over moraal
II. “´Je moet opstaan!’ Bodes probeerden het in het begin nog wel eens, toen ik een aantal
jaren bij de Haarlemse rechtbank als verslaggever werkte en het vertikte te gaan staan.
‘Zeg maar waar staat dat het moet’’, was dan mijn antwoord. In een wereld waar
schriftelijke regels van groot belang zijn, is dat een opmerking die er toe doet. Het staat
namelijk nergens. Het opstaan voor een rechter is een overblijfsel uit een voorbije tijd.”
Normatieve uitspraak, over fatsoen
III. “Vrouwelijke rechters straffen strenger dan mannelijke.”
Descriptieve uitspraak
IV. “Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt CO2 vrij.”
Descriptieve uitspraak
V. “Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in
gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid
volgens de wet”. (Art. 6 lid 1 Gw)
Normatieve uitspraak, over recht
VI. “Een goede Jood eet geen varkensvlees!”
Normatieve uitspraak, over religie

2. Formuleer aan de hand van uw antwoorden op de vorige vraag twee punten van verschil
tussen de categorieën van prescriptieve gedragsnormen.
Het recht dwingt je (uitspraak V) en bijv. moraal is je geweten en dus je eigen keuze
(uitspraak I)

3. Zijn de grammaticaregels van de Nederlandse taal volgens u van descriptieve of van
normatieve aard? (als u deze vraag lastig vindt, vraag u dan af wat u ervan vindt dat in
Doetinchem veel mensen zeggen: ‘hun doen’).
Normatief, zoals het hoort te zijn




4. Leg uit of de volgende stelling juist is: ‘In een natuurrechtelijke visie is positief recht
slechts geldend recht als het niet in strijd komt met beginselen van fundamentele
rechtvaardigheid.’

,Dat klopt, wij accepteren het uitgangspunt niet dat recht altijd geldig is als het uit
rechtsbronnen voortkomt. Bepaalde principes gelden van nature. Wetten die hiermee in
strijd zijn gelden niet.

5. Wat is volgens u een groot voordeel van de aanvaarding van het bestaan van natuurrecht
en wat is daarvan een groot nadeel?
Voordeel = meer rechtvaardig, zodat zaken die op een manier in de wet staan dat het
onrechtvaardig is toch bestraft worden. Nadeel = lijdt tot rechtsongelijkheid, ene keer geldt
iets wel en andere keer niet.

6. Wat is rechtspositivisme? Is het boek van Verheugt rechtspositivistisch of natuurrechtelijk
georiënteerd? Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar een passage uit het boek.
Dat het geldend recht alleen uit positief recht bestaat. Rechtspositivistisch.

7. Zorg dat u de verschijnselen genus- en speciesbegrip beheerst (zie tekst 2 Over de
onderlinge samenhang tussen rechtsbegrippen). Maak een vertakkend schema waarin u het
genus ‘rechtsbron’ onderverdeelt in twee species, waarna u die beide species elk weer
onderverdeelt in subcategorieën. Wat is een ruimer begrip: wet of recht?
Rechtsbronnen  geschreven/ongeschreven  wet, verdragen, / jurisprudentie, gewoonte
recht. Recht.

8. In de eerste paragraaf van Hoofdstuk 1 betoogt Verheugt dat het recht twee
hoofdfuncties heeft. Welke zijn deze twee functies en met welke indeling van het recht
corresponderen zij?
Gezag en handhaving. Het ordenen van gedrag van regels (materieel) en het handhaven
ervan (formeel).

9. Zorg dat de begrippen rechtsregel, subjectief recht en beschikking beheerst. Behoort het
volgende tot het objectieve recht? Zo nee, geef dan aan, waarvan wél sprake is. Licht uw
antwoord steeds toe.
a. De door het EHRM (Europese Hof voor de Rechten van de Mens) gedane uitspraak dat
staten het nieuwe geslacht van een ingezetene na een door hem of haar ondergane
geslachtsveranderende operatie moeten erkennen.
Objectief recht + rechtsregel
b. Het besluit van het College van B&W van Nijmegen tot het verlenen van subsidie aan
Nijmeegs Studentenkoor Alphons Diepenbrock.
Subjectief recht + beschikking
c. Het besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat personen die zich
willen inschrijven voor de studie Rechtsgeleerdheid, voortaan aan een loting moeten
deelnemen.
Objectief recht + rechtsregel
d. Het recht van de Stichting Studentenhuisvesting op betaling van achterstallige huur over
de maanden april t/m augustus door Willemsen.
Subjectief recht
e. De regel dat je een politieagent niet mag begroeten met ‘Hee bromsnor!’
Objectief recht + rechtsregel

, 10. Zoek de onderstaande wetsartikelen op in uw wettenbundel en geef aan of deze
artikelen tot het materiële of het formele recht behoren. Sluiten de begrippen ‘formeel
recht’ en ‘materieel recht’ elkaar uit? Nee
a. Artikel 350 Sv (Wetboek van Strafvordering) Formeel
b. Artikel 1 Gw (Grondwet) Materieel
c. Artikel 307 Sr (Wetboek van Strafrecht) Materieel
d. Artikel 289 Rv (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) Formeel
e. Artikel 8:3 Awb (Algemene wet bestuursrecht) Formeel

11. Tot welk genus behoort het species ‘bestuursrecht’? Publiekrecht Tot welk genus
behoort het species
‘belastingrecht’? Vermogensrecht

12. Sluiten de begrippen ‘ongeschreven recht’ en ‘privaatrecht’ elkaar uit?
Nee

13. Sluiten de begrippen ‘vermogensrecht’ en ‘civiel recht’ elkaar uit?
Nee

14. Zoek de volgende artikelen op in uw wettenbundel en vermeld vervolgens zo nauwkeurig
mogelijk tot welk rechtsgebied ze behoren. Vermeld dus tevens of er sprake is van materieel
of formeel recht.
a. Artikel 2:5 BW (Burgerlijk Wetboek) Materieel, burgerlijk recht.
b. Artikel 6 Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht Materieel, volkenrecht.
c. Artikel 57 Sv (Wetboek van strafvordering) Formeel, strafprocesrecht.
d. Artikel 185 Wegenverkeerswet Materieel, burgerlijk recht.
e. Artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening Materieel, bestuursrecht.
f. Artikel 8:1 Awb (Algemene wet bestuursrecht) Formeel, bestuursrecht.
g. Artikel 8 Wegenverkeerswet Materieel, strafrecht.




BLOK I RECHT IN HET ALGEMEEN, week 1 – recht als systeem van prescriptieve
gedragsregels
Functionele rechtsgebieden
In hoofdstuk 1, paragraaf 6 geeft Verheugt een schema van de klassieke rechtsgebieden

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vayaxs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter