Samenvatting Leerdoelen OWE 6/7 Partners in Preventie uitgewerkt (cijfer: 8,0)
23 vues 2 fois vendu
Cours
OWE 6 – Partners In Preventie
Établissement
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Deze samenvatting bevat de uitwerking van alle relevante leerdoelen voor de kennistoets van OWE 6/7 Partners in Preventie (PIP). Alles van de toetsmatrijs is verwerkt in deze samenvatting. Hiermee heb ik de toets in één keer gehaald met een 8,0.
Inhoudsopgave
Toetsmatrijs............................................................................................................................................2
A&F.........................................................................................................................................................3
Lesweek 1: introductie voortplanting................................................................................................... 3
Lesweek 2: bevruchting en ontwikkeling........................................................................................... 12
Lesweek 3: bevalling tot peuter........................................................................................................ 28
Lesweek 4: ziektebeelden op de basisschool...................................................................................45
Lesweek 5: basisschoolcontroles..................................................................................................... 54
Lesweek 6: seksuele ontwikkeling en anticonceptie.........................................................................61
Lesweek 7: Soa’s.............................................................................................................................. 69
Lesweek 8: angststoornissen............................................................................................................ 74
Lesweek 9: Diabetes Mellitus type 1 en 2......................................................................................... 83
Lesweek 10: nieren, nierinsufficiëntie en nieraandoeningen.............................................................88
Lesweek 12: darmcarcinoom en stoma.......................................................................................... 100
Lesweek 13: inflammatoire darmziekten......................................................................................... 108
Lesweek 14: reumatische aandoeningen........................................................................................113
COM....................................................................................................................................................119
Lesweek 2: wet- en regelgeving zwangerschap..............................................................................119
Lesweek 3: wet- en regelgeving jeugdzorg.....................................................................................120
Lesweek 4: wet- en regelgeving kindermishandeling......................................................................121
Lesweek 5: wet- en regelgeving jeugdzorg.....................................................................................126
Lesweek 8: wet- en regelgeving publieke gezondheid....................................................................128
Lesweek 9: wet- en regelgeving GGZ............................................................................................. 131
WGR...................................................................................................................................................137
Preventie......................................................................................................................................... 137
Intervention mapping...................................................................................................................... 140
Soorten onderzoek......................................................................................................................... 143
Evidence Based Practice................................................................................................................ 146
Betrouwbaarheid/validiteit............................................................................................................... 149
VTV.....................................................................................................................................................151
Moeder & kindzorg.......................................................................................................................... 151
Inhalatiemedicatie........................................................................................................................... 158
Pijnmedicatie intraveneus............................................................................................................... 161
Stomazorg...................................................................................................................................... 163
,Leerdoelen OWE 6/7: Partners in Preventie
Toetsmatrijs
2
,Leerdoelen OWE 6/7: Partners in Preventie
A&F
Lesweek 1: introductie voortplanting
Vrouwelijke geslachtsorganen (vrouwelijke genitaliën)
Genitalia externa (grote en kleine schaamlippen, venusheuvel, kittelaar en voorhof):
uitwendige geslachtsorganen. Liggen in de schaamstreek en worden vulva genoemd.
Genitalia interna (eierstokken, eileiders, baarmoeder en schede): inwendige
geslachtsorganen. Liggen in kleine bekken.
Vulva
Labia majora (grote/buitenste schaamlippen): twee behaarde en vrij grote huidplooien.
Bevatten veel onderhuids vetweefsel, zweet-, geur-, en talgklieren.
Bartholinklier: erwtgrote klier die aan beide kanten zit en bij seksuele prikkeling slijm afscheidt.
Perineum (bilnaad): taaie huidplooi tussen schaamstreek en anus.
Mons veneris (venusheuvel): verdikking waar de schaamlippen aan de voorkant
samenkomen. Deels veroorzaakt door onderliggende symfyse en deels door onderhuids
vetweefsel. Is dicht behaard.
Labia minora (kleine/binnenste schaamlippen): twee dunne, onbehaarde huidplooien, mediaal
van grote schaamlippen. Bevatten geen onderhuids vetweefsel.
o Zijn bij 60% van de vrouwen groter dan de buitenste schaamlippen.
o Smegma: witte substantie met afgestorven huidcellen en talg. Kan zich ophopen in
plooien van kleine schaamlippen en kittelaar. Is een bron van ontsteking dus goede
hygiëne is belangrijk.
Clitoris (kittelaar): bevind zich op plek waar binnenste schaamlippen aan voorkant aansluiten.
Bestaat uit twee zwellichamen die vanaf de symfyse met een knik naar de voorhof lopen
o Glans clitoridis (eikel van kittelaar): verdikking waarin de twee zwellichamen eindigen.
o Preputium clitoridis (voorhuid van kittelaar): stukje huid dat glans clitoridis bedekt en
voorste verbinding van kleine schaamlippen vormt.
Vestibulum vaginae (voorhof): ruimte die door binnenste schaamlippen afgesloten wordt.
o Vagina en urethra (urinebuis) monden hierin uit.
o is bij meeste vrouwen die nog maagd zijn afgesloten van vagina door het hymen
(maagdenvlies).
Eierstokken (ovaria): liggen intraperitoneaal links en rechts tegen rand van kleine bekken.
Produceren vrouwelijke geslachtscellen en twee vrouwelijke geslachtshormonen. Worden
daarom vrouwelijke gonaden (geslachtsklieren) genoemd.
Liggen ingebed in bindweefsel en zijn met aantal ligamenten bevestigd aan omringende
organen zoals buikwand en de uterus.
Ovarium: heeft bobbelig uiterlijk en is ongeveer 4 cm lang, 2 cm breed en 1 cm dik.
o Begin van de eileider stulpt als een trechter over bovenkant van ovarium heen.
o Oppervlak bestaat uit eenlagig epitheel bedekt door het peritoneum viscerale.
o Binnenin bevindt zich bindweefsel dat in centrum losmazig is en bloed en lymfevaten
bevat.
o Cortex ovarii: bindweefsel om ovarium heen. Hier bevinden zich eifollikels in
verschillende rijpingsstadia.
o Eifollikel: bestaat uit nog onrijpe eicel omgeven door een of meerdere lagen cellen
(follikelcellen).
Ovulatie (eisprong): het vrijkomen van een rijke eicel.
o Eierstokken samen hebben ongeveer 400000 eicellen waarvan 500 rijpen.
De follikelcellen van een rijpende eifollikel produceren, onder invloed van follikelstimulerend
hormoon (FSH) uit de adenohypofyse, oestrogeen.
o Oestrogeen bevorderd en handhaaft secundaire geslachtskenmerken en heeft invloed
op de menstruele cyclus.
Graaffollikel: rijpe eifollikel dat een met vocht gevuld blaasje is geworden.
Corpus luteum (geel lichaam): hierin verandert het graaffolikel (onder invloed van
luteïniserend hormoon (LH)) zodra hij de eicel heeft afgegeven. Follikelcellen worden
talrijker en eifollikel veranderd in gele korrelige substantie.
3
, Leerdoelen OWE 6/7: Partners in Preventie
o Produceert naast oestrogeen ook progesteron (belangrijk bij instandhouding van
zwangerschap).
Eileider (tuba uterina): 10 cm lang buisje tussen ovarium en uterus. Grotendeels opgebouwd uit glad
spierweefsel.
Liggen intraperitoneaal in bovenste deel van het ligamentum latum uteri (brede
baarmoederband) waaiervormige peritoneumplooi tussen uterus en zijwand van bekken.
Infundibulum tubae uterinae: trechtervormige uiteinde dat over ovarium stulpt. De eileider
heeft dus een open ver binding tussen het uitwendige milieu in de uterus en de buikholte.
o Fimbriae: franjeachtige uitstulpingen aan rand van infundibulum. Vangen vrijgekomen
eicel op en verhinderen dat deze in buikholte terechtkomt.
Binnenkant van eileiders: bekleed met trilhaarepitheel met veel slijkkliercellen en heeft plooien
in lengterichting.
o In lumen van eileider zit vocht: deel afkomstig van kliercellen en rest aangezogen
vanuit buikholte.
o Trilharen en peristaltiek in eileider zorgen voor vloeistofstroming in richting van uterus
eicel wordt langs lengteplooien naar uterus geleid.
Baarmoeder (uterus): ligt in kleine bekken, vóór het rectum en gedeeltelijk op de blaas (ligt m.u.v.
cervix intraperitoneaal). Is peervormig en heeft totale lengte van ongeveer 7 cm en grootste breedte
van 5 cm.
Aan zijkanten van breedste deel sluiten eileiders op uterus aan.
Fundus uteri: brede, koepelvormige deel boven uitmondingen van de eileiders.
Corpus uteri (baarmoederlichaam): zit onder fundus uteri en is grootste deel van de uterus.
Cervix (baarmoederhals): schuin naar onder lopende deel dat uitsteekt in de vagina (portio).
o Cervixkanaal: holte in cervix. Verbindt baarmoederholte met vagina.
o Ostium uteri (baarmoedermond): opening van cervix naar vagina.
Cavum uteri (baarmoederholte): holte in baarmoeder binnen fundus en corpus.
Ligamenten die uterus op zijn plaats houden:
o Ligamentum latum uteri: aan de zijkanten.
o Ligamentum teres uteri (ronde baarmoederband): loopt vanaf uterus naar lies.
Bij lege blaas heeft uterus gebogen ligging over blaas heen corpus maakt knik met cervix
(anteflexie) en zit tegenover achterste vaginawand.
o Anteflexie vermindert als blaas voller wordt doordat uterus naar boven geduwd wordt
door blaas.
3 lagen van baarmoederwand:
o Endometrium (baarmoederslijmvlies): binnenste laag die aan baarmoederholte grenst.
Dunne goed doorbloede bindweefsellaag met trilhaarepitheel een veel slijmkliercellen.
Verandert in dikte en bouw tijdens menstruele cyclus.
o Myometrium (spierwand): middelste en dikste laag van baarmoederwand.
Opgebouwd uit glad spierweefsel (gem. 2 cm dik).
o Perimetrium (deel van peritoneum viscerale): buitenste laag van uterus en gaat aan
zijkanten van uterus over in ligamentum latum uteri.
Vagina: vrouwelijke paringsorgaan en tijdens bevalling ook laatste deel van baringskanaal. Is
ongeveer 8 cm lang en vormt verbinding tussen uterus en buitenwereld. Ligt tussen urethra en rectum.
Vaginawand van binnen naar buiten: Slijmvlieslaag van meerlagig plaveiselepitheel (in dwarse
richting geplooid) gladde spierlaag laag elastisch bindweefsel.
Döderleinbacillen: leven in vagina en zetten door energiestofwisseling glucose om in melkzuur
milieu vagina licht zuur waardoor vrouw redelijk beschermd is tegen infecties.
Mannelijke geslachtsorganen
Uitwendige geslachtsorganen: penis en balzak met zaadbalen en bijballen.
Inwendige geslachtsorganen: zaadblaasjes, cowperklieren en prostaat.
Penis: mannelijke paringsorgaan.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SophiaV. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.