Samenvatting van handboek klinische ontwikkelingspsychologie met de volgende hoofdstukken: 1,5,6,7,10,11,13,18,20.
Ik heb met het leren hiervan een 7.1 op de toets gehaald! (maar 38% van de studenten had deze toets gehaald)
Voor de ingevulde toetsmatrijs voor de overige artikelen voor de kennisto...
Hoofdstuk 1................................................................................................................................................... 3
1.1 Wat is afwijking van de normale ontwikkeling..............................................................................................3
1.2 Modellen van normale ontwikkeling..............................................................................................................4
1.3 De dynamiek van risico en beschermende factoren.......................................................................................5
1.6 preventie van afwijkende ontwikkeling.........................................................................................................7
Hoofdstuk 5................................................................................................................................................... 7
5.2 Temperament en persoonlijkheid..................................................................................................................7
Vijf-Factorenmodel van de persoonlijkheid.........................................................................................................8
5.3 Relaties tussen persoonlijkheidstrekken en psychopathologie.....................................................................8
5.5 Stabiliteit versus verandering &....................................................................................................................9
5.6 Interventiemogelijkheden...........................................................................................................................10
Hoofdstuk 6 en 18: gezin, opvoeding en gehechtheid...................................................................................11
6.3.2 Opvoedingsgedrag en opvoedingsstijlen..................................................................................................11
6.3.6 + 18.3 Gehechtheid...................................................................................................................................12
6.3.3 en 6.3.4 De relatie van opvoedingsgedrag met internaliserende en externaliserende problemen..........12
6.3 Risico en beschermende factoren in het gezin.............................................................................................13
6.3.1 Proximaal..............................................................................................................................................13
6.3.7 Distaal...................................................................................................................................................14
6.3.10 Contextueel.........................................................................................................................................14
6.3.11 Globaal................................................................................................................................................14
18.4 Kindermishandeling en gehechtheid..........................................................................................................15
18.5 Bio-ecologisch model van kindermishandeling en gehechtheidsproblemen.............................................16
18.6 Assessment en behandeling van kindermishandeling en gehechtheidsproblemen...................................17
Hoofdstuk 7 relaties met leeftijdgenoten..................................................................................................... 19
7.2 Normale en problematische relatievorming................................................................................................19
7.3 Problematische relatievorming en gevolgen voor gedrag en leerontwikkeling..........................................20
7.4 Risico en beschermende factoren................................................................................................................21
7.5 (Problematische) relatievorming als transactioneel proces.........................................................................23
7.6 Assessment, preventie en behandeling........................................................................................................23
Hoofdstuk 10 het jonge kind: vroege socialisatieproblemen.........................................................................25
10.2 Slapen, voeding en zindelijkheid: normale en abnormale uitingsvormen.................................................25
10.3 Risico en beschermende factoren..............................................................................................................28
1
, 10.4 Transactioneel model.................................................................................................................................28
10.5.1 & 10.5.2 Assessment en interventie........................................................................................................28
Hoofdstuk 11 agressie en relgelovertreding.................................................................................................. 30
11.2 normale en afwijkende vormen.................................................................................................................30
11.3 ontwikkelingsverloop.................................................................................................................................31
11.4 risico en beschermende factoren...............................................................................................................32
11.5 oorzakelijke mechanismen.........................................................................................................................34
11.7.2 preventie en interventie..........................................................................................................................37
Hoofdstuk 13 angst...................................................................................................................................... 38
13.2 normale en abnormale uitingsvormen.......................................................................................................38
13.5 risico en beschermende factoren...............................................................................................................39
13.6 in standhoudende factoren........................................................................................................................41
13.7 transactioneel model..................................................................................................................................41
Hoofdstuk 20: middelengebruik en verslavingsgedrag..................................................................................42
20.3 ontwikkeling en prognose..........................................................................................................................42
20.4 risico en beschermende factoren...............................................................................................................42
20.5 oorzakelijke mechanismen en kwetsbaarheid...........................................................................................43
20.6 diagnostiek en preventie............................................................................................................................45
2
,Klinische ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 1
De klinische ontwikkelingspsychologie bestudeert kinderen bij wie psychische problemen
zijn vastgesteld
1.1 Wat is afwijking van de normale ontwikkeling
Verschillende benaderingen: categorische benadering kwalitief anders dan normaal
(vanuit psychiatrische invalshoek) je hebt wel of geen probleem bv: de DSM is CB.
Dimensionele benadering in graat verschillend dan normaal.
(Psychologisch onderzoek) je hebt meer of mindere mate
kenmerken van een probleem. Bv dimensie externaliserende
problemen en een dimensie internaliserende problemen
Een probleem hoeft niet gelijk afwijkend te zijn en kan horen bij de normale ontwikkeling (bv
weg lopen van peuters)
Prevalentiestudies: Kijken hoeveel het voorkomt en ook per doelgroep (geslacht, leeftijd)
- Age of onset studies prevalentiestudies die ook op zoek gaan naar de leeftijd
waarop een stoornis voor het eerst wordt gesignaleerd.
- Life time prevalentie: lange periode kind volgen en elk jaar testen.
- Cumulatieve prevalentie: alle resultaten (prevalenties) bij elkaar op geteld.
Zonder te weten wat een normale ontwikkeling is, kan je niet weten hoe een afwijkende
ontwikkeling eruitziet. Er zijn 2 thema’s: ontwikkelingstaken en modellen van normale
ontwikkeling.
De ontwikkelingstaken -> de normale uitdagingen voor een kind op een bepaalde leeftijd.
Die uitdagingen geven spanning mee (bv stemmingswisselingen) wat niet gelijk signaal is van
een psychische stoornis.
3
,1.2 Modellen van normale ontwikkeling
Door ontwikkelingsmodellen theoretiseren over het kind en zijn omgeving en hoe die op
elkaar inwerking tijdens de ontwikkeling. Er zijn 3 modellen waarvan alle andere modellen
zijn afgeleid:
Trekmodel trek is trait. Het kijkt naar de karaktereigenschappen en houdt geen rekening
met de effecten van de omgeving op het kind. Een aangeboren kenmerk is een trek, zoals
het temperament of een verworven eigenschap zoals coping vaardigheden. Als een trek
gevestigd is dan blijft dit beïnvloedbaar.
- Ontwikkeling wordt bepaald door indivuduele karakteristieken
- Omgeving speelt geen/bepertkte rol
- Trek is aangeboren of verworven individuele karakteristiek
- Variant: littekenmodel
Omgevingsmodel externe omgevingsfactoren beïnvloeden de ontwikkeling van het kind.
Minimaal 3 contexten spelen hierbij een rol:
- Prenatale omgeving
- Opvoeding
- School en leeftijdsgenoten
De sterkste variant van dit model gaat er van uit dat de omgeving de belangrijkste invloed
heeft op het emotioneel functioneren. Als omgeving veranderd dan verandert ook het kind.
De sociale leertheorie is voorbeeld van het omgevingsmodel.
- Ontwikkeling wordt ( in sterke mate) bepaald door omgevingsfactoren
- Contexten: prenatale omgeving, opvoeding, school, leeftijdsgenoten
- Verandering omgeving verandering individu
- Elke eigenschap kan bijgestuurd worden
Op grond van het omgevingsmodel is het ecologische model ontwikkeld (bronfenbrenner).
Micro meso en macro.
- Omgeving speelt belangrijke rol
- Omgevingsfactoren op verschillende niveaus van belang!
- Passief mensbeeld gedrag gevolg van omgeving
- Evolutionair: aanpassing aan omgeving
Interactiemodel (waarvan transactionele model een uitbreiding is)
4
,Het kind en zijn omgeving bepalen de loop van zijn ontwikkeling. De stabiliteit en
verandering in het kind worden gezien als een functie van kindkenmerken en
omgevingskenmerken die in actieve wisselwerking staan met elkaar. De 2 modellen:
Goodness of fit model de interactie tussen kindkenmerken (trek) en
omgevingskenmerken produceren zo nieuw gedrag. Deze interactie verandert niet de
trekken en niet de omgeving. Vb een kind is druk (trek) en leeft in een gezin waar ze rust
willen. De interactie tussen die twee is negatief (poorness of fit). Als het kind in een gezin
woont die ook druk is dan is het goodness of fit omdat het dan wel goed gaat.
Poorness of fit: kindkenmerken passen niet goed in de omgeving probleemgedrag
Goodness of fit: kindkenmerken passen goed in de omgeving optimale ontwikkeling
- Omgeving en individu veranderen niet door de interactie
- Interventie: afstemmen verbeteren tussen kind en omgeving
Transactioneel model de kindkenmerken en de omgeving beïnvloeden elkaar maar ook
beïnvloed worden, waarbij beide veranderen als gevolg van die interactie.
- De oorzaak ligt niet bij kind of omgeving, want er is een voortdurende wisselwerking
- Voorbeeld van dit model is Coercieve cyclus (patterson)
Het diathese stressmodel de wederzijdse beïnvloeding van kind en omgeving op een
dynamische manier. Er moet wel een diathese zijn, ergens vatbaar voor zijn. Een kind kan
een moeilijk temperament hebben. Doordat dat stress kan oproepen kan er een stoornis
ontstaan? Stressfactoren hebben bijvoorbeeld de depressie ‘uitgelokt’ bij hiervoor
kwetsbare mensen. Sommige kinderen zijn kwetsbaarder voor negatieve
omgevingsinvloeden dan andere kinderen. Het zijn dus de kwetsbare kinderen.
Differential susceptibiliteit: sommige kinderen zijn meer ontvankelijk voor negatieve en
positieve omgevingsinvloeden dan andere kinderen. ( de paardenbloem en de orchidee)
Vantage sensitivity: sommige kinderen zijn meer gevoelig dan andere kinderen voor
positieve omgevingsinvloeden dan andere kinderen.
1.3 De dynamiek van risico en beschermende factoren
Er zijn altijd meerdere risicofactoren die een uitkomst bepalen en niet 1 enkele!
Risicofactoren: factoren die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van
een kind en die de kans op een bepaalde ontwikkelingsuitkomst verhoogt een risicofactoor
gaat voorafgaat aan een uitkomst, het is altijd een kansuitspraak
Onderscheid tussen risicomarkers:
Gefixeerde markers: risicofactoren die niet veranderd kunnen worden (ras, leeftijd, geslacht)
5
,Variabele markers: risicofactoren die binnen bepaalde grenzen wel veranderd kunnen
worden, zoals een negatief gezinsklimaat.
Causale risicofactoren: waarvan via gecontroleerd of experimenteel onderzoek duidelijk is
aangetoond dat ze direct bijdragen aan de uitkomst (stoornis). Dus dat er is aangetoond dat
fysiek mishandelen bijdraagt aan latere agressie bij een kind
Risicoperioden: verbonden aan een periode. Agressief gedrag onder 11 jaar is een
risicofactor voor later afwijkend gedrag, terwijl agressief gedrag in de puber optreedt dat
niet is.
Multifinaliteit: eenzelfde combinatie risicofactoren tot verschillende uitkomsten leidt.
Bijvoorbeeld 3 kinderen allemaal agressief. 1 kan later een gedragsstoornis ontwikkelen een
ander kan zich juist onbegrepen voel en depressief worden en de derde kan juist bijtrekken
en er niks aan over houden.
Risicofactoren op verschillende niveaus
Risicofactoren worden opgesplitst naar het niveau waarop ze geobserveerd worden
- Organisch (ondervoeding, genetische aanleg neurologische defecten)
Hier wordt vooral onderzoek gedaan naar genetische factoren. De erfelijke belasting.
Vaak is er genetische aanleg voor een afwijking maar dit gaat vaak in interactie met,
omgevingsfactoren. Een transactioneelmodel.
- Intrapersoonlijk (onveilige hechting, temperament, intelligentie)
Een veel bestudeerde risicofactor op dit niveau is temperament. Er zijn 3 types:
moeilijk, gemakkelijk en een traag temperament. Temperament hoort ook in een
transactioneel model omdat het in verband staat met omgeving.
- Interpersoonlijk (familieconflicten, stressvolle ervaringen)
Proximale risicofactoren zijn bijvoorbeeld negatieve opvoedstijl als gevolg van
(distale) financiële zorgen in het gezin.
- Hogere-ordeniveau (armoede)
Distale risicofactoren zijn bijvoorbeeld lage sociaaleconomische status,
buurtarmoede of werkloosheid
Beschermende factoren
Resilience studies: ook wel studies naar de veerkracht van kinderen genoemd (weerbare
kinderen). In deze studies kijkt men naar 2 componenten:
1. Er moet een duidelijk aantoonbare tegenslag zijn
2. Er moet een aantoonbare vorm van adaptie zijn.
Resilience: het hebben van een goede externe en interne aanpassing aan de
omstandigheden.
6
, Beschermende factoren hebben net als risicofactoren 4 niveaus.
Beschermende factoren kunnen de negatieve factoren op de ontwikkeling geheel of
gedeeltelijk te niet doen.
Ontwikkelingstrajecten: stabiliteit en verandering
In onderzoek wordt gekeken of de stoornis afneemt toeneemt of stabiel blijft.
Veerkracht:
- Sommege kinderen doen het, ondanks dramatische omstandigheden, toch goed.
o Er is sprake van een tegenslag
o En toch aantoonbare adaptatie
1.6 preventie van afwijkende ontwikkeling
Een van de meest omvattende preventieprogramma’s is het FAST (familie, and schools
together) TRACK Project (conduct problems prevention research group).
Het fast track project voor de risicokinderen was intensief en voorzag bij de start van deze
kinderen op de basisschool een training voor de ouders met 22 wekelijkse sessies tijdens het
eerste jaar, 14 wekelijkse sessies tijdens het tweede jaar, en vanaf dan maandelijkse
bijeenkomsten gedurende 5 jaar.
Wanneer iemand echt last heeft van zijn functioneren in het dagelijks leven dan kan het zijn
dat diegene het als een probleem ervaart. Wanneer diegene gewoon prima door kan komen
dan hoeft je niet per se hulp verlenen
Hoofdstuk 5
5.2 Temperament en persoonlijkheid
Temperament: werd in verleden gezien als individuele verschillen bij kinderen.
Temperament verwijst naar eigenschappen die vroeg in de ontwikkeling observeerbaar zijn
en een sterke genetische basis hebben
Terwijl persoonlijkheid een minder sterke genetische basis heeft en pas later in de
ontwikkeling tot uiting komt.
Ze zagen persoonlijkheidsontwikkeling als resultaat van de interactie tussen het
temperament en de omgeving.
3 Soorten persoonlijkseigenschappen naar voren:
- Gemakkelijke kind
- Moeilijke kind
- Traag op gang komende kind
7
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marinvanzanten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.