Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Het Nederlands recht, een Maastrichtse inleiding. €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Het Nederlands recht, een Maastrichtse inleiding.

1 vérifier
 115 vues  8 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Volledige samenvatting van het hele boek; Het Nederlands recht, een Maastrichtse inleiding, 2019. (Tentamencijfer 8)

Aperçu 4 sur 57  pages

  • 22 octobre 2019
  • 57
  • 2019/2020
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: jannekevandijk1 • 1 mois de cela

avatar-seller
Samenvatting Het Nederlands recht, een Maastrichtse inleiding
Editie 2019

Hoofdstuk 1 Recht begrijpen

Recht  Een geheel van rechtsregels

Rechtszekerheid  Als de regels duidelijk is en wordt gehandhaafd, dan weten we precies
wat er gaat gebeuren als aan de voorwaarden is voldaan. Iedereen kan er aanspraak op
maken dat het leven deze rechtszekerheid heeft.

Materieel recht  Dit gaat over de inhoud (de wat-regels)
Formeel recht  Dit gaat over de procedure (de hoe-regels)

Rechtsbronnen  Plaatsen waar rechtsregels gevonden kunnen worden.
Rechtsregels  De regels die gelden, de regels waaraan degenen tot wie de regels zich
richten (de normadressaten), zich moeten houden en de regels die gevolgen hebben als aan
de voorwaarden is voldaan.

- Regels van wetgevers
o Grondwet
o Wet in formele zin (art. 81 Gw)
o Wet in materiële zin (avv’s)

Wet in formele zin  Wet gevormd door de regering en de Staten-Generaal
Wet in materiële zin  Alle regelgevingsproducten die algemeen verbindende
voorschriften bevatten.

Het gaat voor het merendeel om supranationaal recht van supranationale organen.
Daarmee wordt bedoeld dat de beslissingen van die organen en dat recht gelding
hebben, zelfs zonder dat het eigen rechtsstelsel met die specifieke beslissingen of
specifieke rechtsregels heeft ingestemd.

Supranationaal orgaan  Het orgaan kan beslissingen nemen die staten binden ook
als die staten er niet mee instemmen.
Intergouvernementele samenwerking  Een internationaal orgaan kan alleen
beslissen wanneer de instemming van alle betrokken staten wordt verkregen.

- Internationale verdragen
o Eenieder verbindende bepalingen hebben rechtstreekse werking (art. 93 Gw)
o Overige bepalingen hebben alleen werking tussen verdragspartijen
- Rechterlijke uitspraken
o Jurisprudentie: alle rechterlijke uitspraken die rechtsregels bevatten die
erkend kunnen worden
o Jurisprudentie geeft inzicht in de uitleg en toepassing van rechtsregels
- De gewoonte

, o Vereiste van constante gedragslijn en opinio iuris
o Naar Nederlands recht slechts aanvullende functie
- Het ongeschreven recht
o Geconcretiseerd in rechtspraak
o Bijv. ‘de maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ en ‘de maatschappelijke
betamelijkheid’.

Common law  Eerdere rechterlijke uitspraken schrijven de rechter voor hoe hij in een
nieuwe zaak moet beslissing. Wanneer de oude regel tot een ongewenst resultaat leidt, dan
mag er alleen een nieuwe regel worden geformuleerd wanneer de nieuwe casus op
essentiële punten afwijkt van de oude casus.

Civil law  Codificatiegedachte  Het recht moet uitputtend worden vastgelegd in
wetboeken.

Wanneer de regelgeving van de hogere regelgever voorgaat, is de regeling van de lagere
regelgever onverbindend. Dit houdt in dat die regel, voor zover deze in strijd is met de
hogere regeling, niet tot het geldende recht behoort.

Rechtssubject  Een rechtssubject is een drager van rechten, bevoegdheden en plichten.
Voor rechtssubjecten geldt dus dat zij kunnen profiteren van rechtsregels, maar voor hen
geldt ook dat zij tegelijkertijd door rechtsregels verplichtingen krijgen opgelegd.

Rechtsbevoegdheid  Drager kunnen zijn van rechten en plichten

Handelingsbekwaam  Heeft de bevoegdheid om de rechten die aan het recht kunnen
worden ontleed, ook zelf uit te oefenen. (art. 1:234 BW)

Natuurlijke personen  Mensen van vlees en bloed.

Rechtspersonen  Organisatorische verbanden waarvan een regeling bepaalt dat aan dat
verband rechtspersoonlijkheid toekomt.

Subjectief recht  Wat rechtssubjecten aan het recht ontlenen
Objectief recht  Het geldende recht, waaraan het subjectieve recht wordt ontleend.

Rechtshandeling  Is een handeling waaraan het recht het door de betrokkene of
betrokkenen beoogde rechtsgevolg verbindt, omdat de betrokkene of betrokkenen dat
gevolg ook op het oog had(den).

Verbintenissen
Door een verbintenis wordt iemand verbonden tot een bepaalde prestatie.

Rechtsvordering  De crediteur kan bij het uitblijven van de prestatie de rechter verzoeken
de debiteur daartoe te veroordelen.
Natuurlijke verbintenis  Een verbintenis zonder rechtsvordering.

,Vernietigbaarheid  Heeft betrekking op rechtshandelingen. Het recht geeft aan in welke
gevallen de rechtshandelingen vernietigbaar zijn. Wanneer een rechtshandeling door een
vernietiging wordt geannuleerd, betekent dat dat die rechtshandeling voor het recht nooit
bestaan heeft. De vernietiging heeft terugwerkende kracht, tenzij de wet in een bijzonder
geval anders bepaalt.

Nietig  Een nietige rechtshandeling heeft in het geheel nooit bestaan, ook niet tijdelijk.

Ontbinding  Dit is alleen mogelijk bij overeenkomsten. Het houdt in dat de overeenkomst
ophoudt te gelden en dat wat al ter uitvoering van de overeenkomst is gepresteerd
ongedaan moet worden gemaakt. Het heeft geen terugwerkende kracht.

Termijnen

Verjaringstermijn 
- Hierop moet door de partij die daarbij belang heeft een beroep worden gedaan.
- Kan worden gestuit. Hierdoor stop het verder verstrijken van de termijn en begint de
termijn weer opnieuw te lopen.
- Na het verloop bestaat het recht nog wel, maar kan het niet meer in rechte geldend
worden gemaakt.

Vervaltermijn 
- Deze zijn van openbare orde en moeten door de rechter ambtshalve (uit eigen
beweging) worden toegepast.
- Na het verloop van een vervaltermijn is het desbetreffende recht volledig verloren
gegaan.

Proportionaliteit  Het bewuste handelen staat in een redelijke verhouding tot het te
bereiken doel.
Subsidiariteit  Het doel kan niet op een andere manier worden bereikt dan door het type
handelen waarvoor is gekozen.

Aanvullend recht  Alleen wanneer de betrokkenen geen andere afspraken maken, gelden
de regels die de regelgever heeft gesteld.
Dwingend recht  Betrokkenen kunnen bij een overeenkomst niet een andere regeling
afspreken. Afwijkende regelingen zijn dan nietig.

Soms is een afwijkende regeling wel toegestaan, maar bijvoorbeeld alleen in een schriftelijke
overeenkomst of bij collectieve arbeidsovereenkomst. Dit heet semi-dwingend of driekwart
regelend recht.

Aantekeningen:

The art of distinguishing  Het kunnen onderscheiden van een nieuw te berechten zaak van
een eerder berechte zaak.

De grondwet mag getoetst worden aan een ieder verbindende verdragsbepaling

, Een buurtcomité is geen rechtspersoon

Lingua franca  Begrippen die niet voorkomen in de wet.

De crediteur heeft aanspraak op een prestatie.  Vorderingsrecht. Wanneer de debiteur
iets niet nakomt en de crediteur hier niet achter aan gaat hoeft de debiteur niets te doen.
 Actieve zijde.
De debiteur moet alleen maar presteren.  Passieve zijde.

Hoofdstuk 2 Nederlands recht in een internationale context

Staten binden zich ten opzichte van elkaar in verdragen.

Ratificatie: Na goedkeuring van een verdrag kan de staat zich definitief binden door het
verdrag te ondertekenen of anderszins te bekrachtigen.

Dualisme: Er is geen doorwerking van het internationale recht in het nationale recht en het
internationale recht moet eerst worden omgezet in nationaal recht voordat het door de
burger kan worden ingeroepen.
Monisme: Er vindt rechtstreekse doorwerking plaats in het nationale recht en voor zover de
desbetreffende bepalingen zich daarvoor lenen kunnen burgers er beroep op doen.

Pas wanneer uit de tekst van het verdrag of de totstandkomingsgeschiedenis daarvan niet
volgt dat geen rechtstreekse werking is beoogd, moet worden gekeken naar de inhoud van
de bepaling (Artikel 31-33 Weens Verdragenverdrag). De vraag is dan of de bepaling
‘onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is om in de nationale rechtsorde zonder meer
als objectief recht te worden toegepast.’ Aan rechtstreekse werking staat niet in de weg dat
er aan de zijde van de overheid eventueel keuze- of beleidsvrijheid bestaat.

Wanneer een bepaling uit het internationale recht rechtstreekse werking heeft, kan hier
beroep op worden gedaan. Wanneer deze bepaling in strijd zou zijn met het al bestaande
Nederlandse recht, moet worden uitgemaakt met welke bepaling het conflict zal worden
opgelost. Nationale regels moeten buiten toepassing blijven wanneer de toepassing daarvan
onverenigbaar is met rechtstreeks werkende bepalingen van internationaal recht. In dit
geval zijn de nationale regels onverbindend.

Totstandkoming Europese Unie:
EGKS  Dit werd als eerste opgericht voor de verhandeling van grondstoffen.
EEG  Vrij verkeer van goederen, personen diensten en kapitaal. Hierin kwam de
beslissingsbevoegdheid te liggen bij de Europese Commissie, het Europees Parlement en het
Hof van Justitie. Dit is met een aantal aanpassing overgenomen voor de Europese Unie.

Regelgeving van de Europese Unie
- Verordening: Hebben een algemene strekking en zijn verbindend in alle onderdelen.
Deze zijn zo geformuleerd dat er geen omzetting naar nationaal recht hoeft plaats te
vinden. Nationale wetgeving in strijd met een Europese verordening moet buiten

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Nadjasiebers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  8x  vendu
  • (1)
  Ajouter