STRUCTUUR & CONFLICT IN HET
GLOBALE ZUIDEN
LES 1: ALGEMENE INLEIDING
INTRO: CONFLICT IN GAZA
Het Genocideverdrag van 1948 en noemt • Artikel 2 van het Genocideverdrag (1948)
Artikel 2, dat vijf kenmerken van genocide a. het doden van leden van de groep;
opsomt, waarvan de eerste drie naar b. het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan
verluidt zijn geschonden door het leden van de groep;
Israëlische leger. Er wordt gesteld dat de c. het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden
aanklacht van Zuid-Afrika suggereert dat die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke
deze kenmerken zijn geschonden en dat vernietiging;
dit de wereldorde in vraag stelt. Er wordt d. het nemen van maatregelen, bedoeld om geboorten binnen de
opgemerkt dat er een rolomkering lijkt te groep te voorkomen;
zijn, waarbij een land uit de BRICS-
e. het gewelddadig overbrengen van kinderen van de groep naar
coalitie, Zuid-Afrika, andere landen 'op een andere groep.
het matje roept', wat ongebruikelijk is, • Artikel 3 (Strafbare handelingen)
aangezien dit normaal gesproken door
a. (het plegen van) genocide;
westerse landen wordt gedaan. Ten slotte
wordt aangegeven dat Zuid-Afrika een b. samenspanning om genocide te plegen;
krachtige positie inneemt door een nieuw c. rechtstreeks en openbaar aanzetten tot genocide;
document in te dienen bij het d. poging tot genocide;
Internationaal Gerechtshof. e. medeplichtigheid aan genocide.
HET GLOBALE ZUIDEN
De term "Global South", wordt gezien
Als een synoniem voor de Derde Wereld, ontwikkelingslanden en de niet-Westerse wereld.
De wereldkaarten illustreren hoe de term wordt gebruikt om een geografisch en economisch
onderscheid te maken tussen verschillende regio's van de wereld.
Global South
Het "South/Zuiden" heeft een gedeelde geschiedenis, voornamelijk gekenmerkt door
kolonialisme.
Het identificeert de "Global South" als een concept dat interconnectie tussen verschillende
plaatsen aangeeft, en de manier waarop een geografische regio vorm krijgt binnen en bijdraagt
aan een wereldsysteem, zoals globalisering.
Het benadrukt de noodzaak van een gelijkwaardige structurele benadering voor het begrijpen
van machtsrelaties
En wijst op economische ongelijkheid tussen het Globale Noorden en Zuiden.
- De Globale Zuiden wordt ook voorgesteld als een machtsrelatie,
Er wordt gesteld dat er "Zuidens" zijn in het geografische Noorden en "Noordens" in het
geografische Zuiden, wat de complexiteit en de dynamiek van het concept aangeeft.
1
,- Het wordt ook beschouwd als een politieke verbeelding die overeenkomt met de Derde Wereld en
wordt beschreven als "een wereld van protest, een wervelwind van creatieve activiteit".
GEVAAR VOOR EUROCENTRISME
De relatie tussen het Globale Zuiden en het Westen, waarbij wordt gesuggereerd dat het
Westen zich veel bezighoudt met de studie van het Zuiden, terwijl het omgekeerde minder
vaak voorkomt. De noodzaak om de 'Ander' te bestuderen met een ander conceptueel kader,
dat etnische, religieuze, gemeenschappelijke, traditionele, moderne, verlichte, etnisch-culturele
en seculiere aspecten omvat.
Het wordt ook geopperd dat zonder het Globale Zuiden, en andere termen zoals Tweede
Wereld en de eerste Wereld, het concept van het Westen niet zou bestaan, wat het idee
versterkt dat deze concepten sociale constructies zijn en dat de constructie van dergelijke
wereldbeelden inherent machtsrelaties met zich meebrengt.
De kritische reflectie op Eurocentrisme, een wereldbeeld dat het Westen centraal stelt in
culturele, economische en historische contexten. De kritiek is gericht op het inherent
culturele verschil dat Eurocentrisme veronderstelt tussen het Westen en de rest van de wereld,
en op de manier waarop deze veronderstelling de geschiedenis en de ontwikkeling van niet-
Westerse volkeren vormgeeft.
Om de term ‘Globale Zuiden’ te interpreteren, moet ook eurocentrisme mee in rekening worden
genomen. Volgens Samir Amin heeft eurocentrisme drie onderdelen.
1. Onweerlegbare culturele verschillen
a. Het is gebaseerd op de aanname van fundamentele culturele verschillen die de
historische paden van verschillende volkeren bepalen
b. Dit wereldbeeld creëert een 'Wij versus Zij' dichotomie, waarbij 'Wij' het Westen
vertegenwoordigt en 'Zij' het Globale Zuiden of niet-Westerse landen.
2. Presenteert het Westen als het universele model van vooruitgang en ontwikkeling.
a. Er is een neiging om het Westen te zien als de standaard voor moderniteit en
verlichting, terwijl andere culturen en systemen worden gemarginaliseerd.
3. Eurocentrisme wordt bekritiseerd voor de mindere aandacht van de structurele dynamieken
binnen een wereldsysteem en voor het toepassen van een reductieve kijk op niet-Westerse
samenlevingen als statisch en traditioneel.
Het promoot het idee dat universele normen en waarden inherent Westers zijn, wat leidt tot een
onevenredige nadruk op Europese dominantie.
Dit bevordert een sociaal construct waarin het concept van het Westen niet kan bestaan zonder
het Globale Zuiden als tegenpool, en impliceert dat in de constructie van een dergelijk
wereldbeeld een machtsrelatie schuilt.
De kritiek pleit voor het herkennen van Eurocentrisme als een anti-universalistische houding die
een onjuiste universaliteit claimt, en het benadrukt de noodzaak van een meer inclusieve
benadering die alle menselijke samenlevingen erkent als gelijkwaardig in complexiteit en
waarde.
2
,UNIVERSELE MENSENRECHTEN?
Een vergelijking tussen de principes van de Mandingue Charter, ook bekend als de "Donsoya
Kailkan" of de eed van de jagers uit het Mande Empire van 1222 in West-Afrika, en de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948.
Een historische continuïteit in de ontwikkeling van mensenrechtenconcepten, waarbij de
Mandingue Charter gezien kan worden als een vroeg document dat universele menselijke
waarden bepleit, vergelijkbaar met de latere UVRM.
Beide documenten delen de kernprincipes van menselijke gelijkheid, het recht op leven en
vrijheid, de afwijzing van slavernij, en het recht op een adequate levensstandaard,
hoewel ze uit zeer verschillende tijden en contexten komen.
Dit benadrukt het universele streven naar menselijke waardigheid en rechten door de
geschiedenis heen.
EUROCENTRISME DOORPRIKKEN?
Het Eurocentrisme in de academische wereld en daarbuiten houdt in dat er bepaalde concepten
worden gebruikt die onvermijdelijk lijken, zoals 'Nieuwe Wereld', 'Amerika', 'indianen' en het
'Zuiden'. Deze termen zijn doordrenkt van Europese perspectieven.
o Er wordt erkend dat niet iedereen 'gelijk' is in termen van hun sociaaleconomische
omstandigheden.
o Dit onderscheid wordt niet als natuurlijk gezien, maar als iets dat moet worden
verklaard.
Het is belangrijk om aandacht te besteden aan de structuren en de politiek die de vorm van het
wereldsysteem bepalen.
o Dit omvat het begrijpen van de breuklijnen tussen het Globale Noorden (Westen)
en het Globale Zuiden, maar ook de breuken binnen deze regio's zelf.
o En de manier waarop die breuklijnen met elkaar verbonden zijn
o Men moet het Globale Zuiden niet alleen als de 'Ander' zien, maar als een integraal
onderdeel van een wereldwijd globaliseringsproces.
Het vak 'structuur en conflict in het Globale Zuiden' wordt gepresenteerd als niet alleen een
studie over het Globale Zuiden, maar ook over 'ons' - implicerend dat het ook een reflectie is op
de Europese (of Westerse) sociaaleconomische, politieke en sociale systemen.
In essentie nodigt het uit tot een kritische reflectie op hoe Eurocentrisme kan worden overwonnen door
het begrip 'ons' te herdefiniëren om inclusiever te zijn en door meer bewust te zijn van de manier
waarop mondiale structuren en politiek verbonden zijn over geografische en culturele grenzen heen.
Het suggereert dat een dieper begrip van structurele ongelijkheden en conflicten in het Globale
Zuiden ons ook inzicht kan geven in onze eigen systemen en wereldbeelden.
GLOBALISERING
WELKE STRUCTUREN, WELKE CONFLICTEN?
Samenvatting: globalisering is een complex en multifacetair proces dat de huidige
wereldstructuren heeft gevormd en zowel positieve als negatieve gevolgen heeft voor
3
, verschillende regio's en bevolkingsgroepen. Het vereist een kritische blik op hoe globalisering zowel
verbindende als scheurende krachten heeft voortgebracht, en hoe dit wereldwijde fenomeen moet
worden bestudeerd om zowel de structuren als de conflicten die het creëert te begrijpen. Het
doelpubliek wordt aangemoedigd om globalisering te zien als een integraal deel van hun eigen leven
en niet slechts als een abstract concept.
DE SAMENHANG TUSSEN STRUCTUREN EN CONFLICTEN BEGRIJPEN
Men benadrukt dat globalisering een dubbelzijdig fenomeen is dat zowel verbindende structuren
creëert zoals wereldhandel en communicatie, als diepe conflicten en ongelijkheden, zoals financiële
misdrijven, migratiecrises en extremisme. Het is belangrijk om deze structuren en conflicten te
begrijpen in hun onderlinge samenhang en de bredere context van globalisering, die zowel positieve
als negatieve gevolgen heeft voor verschillende gemeenschappen wereldwijd. Het citaat van
Brandsma onderstreept dat het licht van moderniteit ongelijk schijnt en dat de uitdagingen die
hieruit voortvloeien, zoals armoede en afhankelijkheid, ook onderdeel zijn van hetzelfde
globaliseringsproces.
ONGELIJKE ONTWIKKELING
1. Ongelijke Ontwikkeling perceptie van ontwikkeling als een lineair proces
Ongelijke ontwikkeling of 'uneven development' wordt gepresenteerd als een concept dat
armoede rechtstreeks verbindt met rijkdom, waarbij het contrast tussen sloppenwijken en
wolkenkrabbers en de spanning tussen het 'Westen' en de rest van de wereld wordt benadrukt.
Dit fenomeen wordt ook geïllustreerd door sociale bewegingen zoals Occupy Wall Street, die
de financiële ongelijkheid aan de kaak stellen.
2. Ontwikkeling vs. Onderontwikkeling
Ontwikkeling en onderontwikkeling worden gepresenteerd als samenhangende concepten die
niet los van elkaar kunnen worden gezien, aangezien ze beide resultaten zijn van hetzelfde
proces van wereldwijde vooruitgang en globalisering.
3. Schijnbare Contradicties
Er wordt gewezen op een aantal tegenstrijdigheden die voortkomen uit globalisering:
o De mobiliteit van kapitaal binnen de vrije markt versus de immobiliteit van mensen,
wat de beperkingen op immigratie en vluchtelingenstromen benadrukt.
o Europese normen en waarden in conflict met de realiteit van de Middellandse Zee,
die als een van de dodelijkste grenzen ter wereld wordt beschouwd vanwege de
migratiecrises.
o De noodzaak van besparingen en bezuinigingen in contrast met de toenemende
rijkdom van de superrijken, wat de groeiende economische kloof weerspiegelt.
o Groeiend sociaal protest in de context van statistieken die wijzen op een daling van
extreme armoede, waarmee de vraag wordt gesteld of deze statistieken de
werkelijkheid van sociale ongelijkheid wel adequaat weerspiegelen.
4