Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Wegwijs in economie - Inleiding micro economie (F710342) €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Wegwijs in economie - Inleiding micro economie (F710342)

 42 vues  0 fois vendu

Inleiding micro-economie: PowerPoints + aanvulling handboek + oefeningen met uitleg

Aperçu 4 sur 84  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 15 (behalve hoofdstuk 7)
  • 14 août 2024
  • 84
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
Ikdoemijnbest

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 10 Fiches
Gratuit 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

Welke omschrijving is juist? 1. Schaarste betekent (economische gezien) dat de beschikbaarheid van een middel hoger is dan de mogelijke aanwendingen van dat middel 2. De secundaire behoeften zijn sterk verbonden met het lichamelijke zijn en zijn aangeboren 3. In de traditionele/klassieke economische wetenschap wordt ervan uitgegaan dat de behoeften onbeperkt zijn 4. De afgelopen coronatijd bracht de behoefte aan bijvoorbeeld handgel, mondmaskers, ontsmettingsspray,… duidelijk zichtbaar

Réponse: 3. JUIST: In de traditionele/klassieke economische wetenschap wordt ervan uitgegaan dat de behoeften onbeperkt zijn 1. FOUT, want schaarste: aanwendingen > beschikbaarheid dus m.a.w. meer gevraagd dan beschikbaar 2. FOUT: primaire behoeften i.p.v. secundaire 4. FOUT: behoeftes = verlangen dus immaterieel (de vernoemde economische goederen zijn immaterieel en vullen de behoeften in)

2.

Welke omschrijving is fout? 1. De PMG illustreert het concept van Pareto-efficiëntie doordat in elk punt van de PMG de PF optimaal worden ingezet. Er kan niet meer geproduceerd worden van het ene goed of dienst zonder afname van het andere goed of dienst 2. De PMG heeft een concave vorm als gevolg van de heterogeniteit van de PF. Dit geeft aan dat eerst de minst goede PF wordt opgegeven bij een wijziging in de bundel goederen & diensten die geproduceerd wordt 3. Als de PMG roteert rond een intercept, betekent dit dat er een wijziging is in de productiviteit bij de productie van beide goederen & diensten 4. Een toename van beide PF zorgt voor een verschuiving van de PMG weg van de oorsprong

Réponse: 3. FOUT: geen wijziging bij beide goederen en diensten

3.

Welke bewering is fout? 1. Een prijswijziging van brood (normaal goed) van €2,40 naar €2,94 (ceteris paribus) wordt grafisch zichtbaar als een beweging op/langs de vraagcurve naar rechts/onder 2. De vraagcurve geeft weer wat de gevraagde hoeveelheid van een goed of dienst is bij een bepaalde prijs 3. De vraagcurve geeft weer wat de betalingsbereidheid is voor een bepaalde hoeveelheid goederen of diensten 4. De (verwachte) impact van een antirookcampagne op de vraag naar sigaretten wordt grafisch zichtbaar als een beweging van de vraagcurve naar links/in de richting van de oorsprong

Réponse: 1. FOUT: beweging naar links/boven i.p.v. rechts/onder

4.

Welke van volgende uitspraken in verband met de prijselasticiteit van de vraag is juist? 1. Bij een perfect onelastische vraag is E_P^V = - ∞ 2. Het midden van de lineaire vraagcurve is een combinatie van P en Q die voor de producent leidt tot een maximale winst 3. In het midden van de lineaire vraagcurve is E_P^V = 1 4. Bij Veblengoederen is E_P^V groter dan 0

Réponse: 4. JUIST: status- of snobgoederen waarbij de vraag stijgt bij stijgende prijzen, wijst op een positieve prijselasticiteit van de vraag

5.

Welke bewering omtrent prijselasticiteit van het aanbod is juist? 1. De prijselasticiteit van het aanbod meet de mate van gevoeligheid –ceteris paribus– van de door de producenten aangeboden hoeveelheid voor wijzigingen in de vraag door de consumenten 2. De middelpuntmethode laat toe de prijselasticiteit van het aanbod te bepalen als : Δ

Réponse: 2. JUIST

INLEIDING MICRO-ECONOMIE
PowerPoints + aanvulling handboek

HOOFDSTUK 0: INLEIDING (p.18-27) VOLLEDIG LEERSTOF
1 Intro
“Een dipje? Het ligt aan de economie.”
- Zomer 2022: extreem laag consumentenvertrouwen
- Verklaring
o Onzekerheid door oorlog Rusland vs. Oekraïne
o Onzekerheid voor energiebevoorrading komende winter
o Hoge inflatie = leven wordt duurder
 Besparingen op restaurantbezoek, reizen, uitstappen, …
 Zorgen over behoud levensstandaard
 Wantrouwen: misbruik door producenten om prijzen te verhogen
- Recessie als gevolg
- Reactie Centrale Bank: rente verhogen
o Consument wordt ongelukkiger dus gaat minder consumeren
o Consumptie daalt
o Vraag daalt
o Prijs daalt
- Economie krimpt
- Opnieuw recessie als gevolg

 Gemiddeld geluksniveau verloopt parallel met economische evolutie
- Groei = gelukkiger <-> recessie = ongelukkiger
- Negatieve impact wordt sterker ervaren dan even grote positieve impact

2 Holistische visie
< Holisme: kijkt naar het geheel dat groter is dan de som van de individuele onderdelen

2.1 Holistisch model start vanaf het klassiek model
De kern van het model = klassieke materiële economie
- Invulling van economische behoeften met goederen en diensten
o Gezinnen voorzien deze zelf
o Gezinnen kopen aan bij producent die produceert
o Overheid voorziet deze: vb. onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur
- Aangevuld met het gebruik van gemeenschapsbezit
o Gemeenschapsbezit = hulpbronnen die toegankelijk zijn voor alle leden van een
groep of samenleving zonder dat er 1 eigenaar is, maar wel een groep eigenaars of
soms niemand
o Vormen
 Beschikbare vrij toegankelijke natuurlijke hulpbronnen: vb. bos, visgrond
 Gecreëerde vrij toegankelijke middelen: vb. voedselbedeling, opvanghuizen
 Gedeelde middelen: vb. Wikipedia, deeleconomie, open source software

Economische kern = deel van de maatschappij
- Maatschappelijke verwachtingen over economie: vb. werkdruk, inkomensverdeling
- Sociale interacties zonder winstmotief (buiten de “traditionele marktwerking”): vb. hulp
binnen familie/vriendkring/studentengroep, vrijwilligerswerk

 En dit binnen het grotere ecosysteem

,2.2 Holistische voorstelling illustreert
- Verwevenheid tussen economie, maatschappij en ecologie
- Economie is ingebed in een groter geheel
- Afhankelijkheid van én impact op het ecosysteem
o Economie onttrekt energie en grondstoffen als input uit het ecosysteem
o Economie voegt hitte en afval toe aan ecosysteem als gevolg van activiteit
- Beperkingen, geïllustreerd door de afgelijnde onderdelen
o Ecosysteem: botst op grenzen van beschikbare grondstoffen, energie, gezonde lucht,
absorptievermogen voor afvalverwerking, …
o Maatschappij: nijpende beschikbaarheid van vrijwilligers, engagement, …
o Consumenten en producenten: tijds- en budgetbeperking
 Beperkingen zorgen ervoor dat er keuzes moeten gemaakt worden
o Hoe moeten we omgaan met die beperkingen? Hoe moeten we keuzes maken?
o Leidt tot duurzame ontwikkeling

2.2.1 Duurzame ontwikkeling
= komt tegemoet aan de behoeften van het heden zonder de behoeftevoorziening van de
toekomstige generaties in het gedrang te brengen
< Brundtlandt-definitie, naar toenmalige voorzitter Commissie, Milieu & Ontwikkeling van VN
- Dubbele focus
o Heden: intragenerationeel = binnen dezelfde generatie
 Behoeften huidige generatie zijn relatief goed in te schatten
 Risico: meer aandacht voor huidige dan voor toekomstige behoeften
o Toekomstig: intergenerationeel = tussen generaties
 Hoe kunnen we de behoeften inschatten van toekomstig generaties?
 Risico: meer aandacht voor huidige dan voor toekomstige behoeften
- Analyse a.d.h.v. 3 pijlers
o Economie: profit
o Maatschappelijk: people
o Ecologie: planet
 Een ontwikkeling is duurzaam als ze bijdraagt tot alle 3 de pijlers

Denk ook aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) 2030: 17 duurzame
ontwikkelingsdoelstellingen te behalen tegen 2030

2.2.1.1 Donut-economie volgens Kate Raworth
= staat model voor de “economie van de 21 ste E”
- Die economie is niet de aan groei verslaafde, op fossiele brandstoffen draaiende machine
waarin de egoïstische ‘homo economicus’ centraal staat
- Deze eeuw, waarin duidelijk is geworden dat de mensheid op planetaire grenzen stuit, heeft
behoefte aan een geheel andere benadering

Zienswijze van deze donut-economie
- Nieuw (holistisch) economisch model (2017)
<-> traditionele academische economie
- Doel = duurzame en sociale samenleving
- Conflict = huidig economisch stelsel is heel actief
o Aan de buitenkant van de donut: we “eten” de aardse reserves in sneltreinvaart op
o Aan de binnenkant van de donut: slagen er desondanks niet in om armoede, honger,
ongelijkheid, gemakkelijk geneesbare ziekten, … uit te roeien

,Voostelling donut-model
- Van bepaalde goederen/diensten niet te weinig produceren
o Tekort aan voedsel, water, zorg, woningen, onderwijs
o Visueel: valt in het gat midden in de donut
- Van bepaalde goederen/diensten niet te veel produceren
o Doorheen ecologische plafond van onze planeet
o Visueel: doorbreken van de donut

 Welvaart bereiken door op de donut te blijven, die begrensd wordt door
- Basisvoorzieningen
- De grenzen van onze planeet

Hoe te bereiken?
- Zware sectorale transformaties, met daarbij grote krimp van industriële sectoren: vb.
mijnbouw, olie, gas, industriële veeteelt, afvalopslag
- Expansie van langetermijninvesteringen in hernieuwbare energie, openbaar verboer, circulair
produceren en de renovatie van gebouwen
- Investeren in natuurlijke, menselijke, sociale, culturele en fysieke bronnen van welvaart

 Nood aan een transitieproject dat de behoeften van de mensheid én de planeet centraal stelt
- Niet winstzucht
- Geen aandeelhouderskapitaal
- Geen maximale groei
- …


DEEL 1: BASISCONCEPTEN
HOOFDSTUK 1: WAT IS ECONOMIE (p.30-52) VOLLEDIG LEERSTOF
Onderwerpen die aan bod komen
- 1ste semester = micro-economie: consumenten, producenten en prosumenten
- 2de semester = macro-economie: banksector, overheid en het buitenland

1 Wat is economie
Definities van economie
- Economie betreft de organisatie van de systemen van consumptie en productie
o Consumenten = gebruikers/verbruikers van goederen en diensten
o Producenten = aanbieders van goederen en diensten
o Prosumenten = consumenten die ook goederen en diensten aanbieden die
traditioneel door de producenten werden aangeboden: vb. elektriciteit, logies, taxi
 Mens staat centraal: economie is sociale wetenschap
- Economische wetenschap bestudeert
o Keuzes inzake consumptie als gevolg van schaarste
o Keuzes inzake productie als gevolg van schaarste
o Gevolgen van deze keuzes voor de maatschappij
 Keuzes behoren tot ons gedrag: economie is sociale wetenschap
- Economie = wetenschap van de keuzes die gemaakt worden als gevolg van schaarste
o Behoeften = onbeperkt
o Middelen om aan de behoefte te voldoen = schaars
 Economische agenten moeten keuzes maken
- Economie = set van beslissingsregels die in diverse contexten inzetbaar zijn

, 1.1 Schaarste
Definities van schaarste
- Een middel is schaars wanneer de mogelijke aanwendingen ervan de beschikbaarheid van
dat middel overstijgen
- Een middel is schaars als er middelen moeten worden voor opgeofferd om het te bekomen
- Een middel is (economisch) schaars als het meer gewild is dan het beschikbaar is

Schaarste  zeldzaamheid
- Zeldzaam = weinig voorkomend: vb. goud is weinig voorkomend
- Zonder vraag is zeldzaam goed niet schaars: vb. vraag naar goud is beperkt
- Niet-zeldzame zaken kunnen schaars zijn: vb. drinkbaar water is op wereldvlak niet zeldzaam,
maar wel soms schaars

1.1.1 Schaarste is subjectief
Wil je steeds meer (vb. groter kot, mooiere wagen, betere smartphone), dan ervaar je een tekort
<-> Ben je tevreden met wat je hebt, dan ervaar je geen tekort en dus geen schaarste

Filosofisch: “Rijk zijn zij die tevreden zijn, arm diegenen die alleen meer willen”

1.1.2 Schaarste evolueert
- In de tijd als gevolg van economische en technologische ontwikkeling
vb. in de 18de E: tekort aan voeding <-> vandaag: overconsumptie
- Als gevolg van keuzes: creatie van welvaart

 Welvaart is de mate waarin schaarste wordt verminderd

1.2 Economische behoeften
= verlangens van de mens waaraan hij slechts kan voldoen door het inzetten van schaarse middelen
- Behoeften uiten zich door een ervaring van een tekort
- Behoeften = immaterieel
<-> het goed/dienst dat aan de behoefte voldoet: veeleer materieel
Vb. mondmasker vult behoefte in van veiligheid t.a.v. corona, wagen vult behoefte in van
mobiliteit, smartphone vult behoefte in van bereikbaarheid/connectiviteit
- Behoeften evolueren in de tijd: vb. digitale connectiviteit, wooncomfort, werkschema
- Aanname: behoeften = onbeperkt
o Na elke ingevulde behoefte is er een nieuwe niet-ingevulde behoefte, enz.; eindeloos
o Verklaring: toename economische productie en technologische ontwikkeling
 Er ontstaan nieuwe goederen en diensten
 Creëren van nieuwe verlangens
o Theoretische veronderstelling
<-> Duurzaamheidsdenken anno 2022
<-> Recente Degrowth gedachte
 Letterlijk te vertalen als ontgroei
 Economische strategie als antwoord op de ‘grenzen aan de groei’-discussie
 Ontstaan uit twijfel over de consequenties van de continu toenemende
productiviteit en consumptie in onze geïndustrialiseerde samenleving

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ikdoemijnbest. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67866 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter