Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgewerkte open vragen Algemene cel- en weefselleer I €7,73   Ajouter au panier

Examen

Uitgewerkte open vragen Algemene cel- en weefselleer I

 11 vues  0 fois vendu

Een uitwerking van alle open vragen die de professor aan het begin van het jaar online zet. Hiervan pakt hij op het examen telkens 2 die je dan moet uitwerken.

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 15 août 2024
  • 40
  • 2021/2022
  • Examen
  • Questions et réponses
Tous les documents sur ce sujet (35)
avatar-seller
maartenvanwijngaarden
Examenvragen Algemene cel- en weefselleer I
Cytologie
1. Bespreek de opbouw van de nucleus en nucleolus
Nucleus
- Controlecentrum voor alle activiteit in de cel
- Dubbele kernmembraan met kernporiën
- Variabele morfologie afhankelijk van het celtype
o Lever-, parenchym- of eicellen: 2 kernen
o Skeletspieren: meerdere kernen
o Rode bloedcellen: geen kernen
- Binnenin bevindt zich karyoplasma
o Bestaat uit fibreuze eiwitten
 Geven steun
 Bijdrage aan genetisch materiaal  DNA in de vorm van chromatine
o Door kernmembraan gescheiden van het cytoplasma
- 2 soorten nuclei
o Hydropische kernen
 Bevatten veel euchromatine
 Hoge transcriptie-activiteit
 Hoger watergehalte
 Groter dan pycnotische kernen
o Pycnotische kernen
 Bestaan uit heterochromatine
 Weinig tot geen transcriptie
Nucleolus
- Inclusie van de celkern
- Bij actieve cellen gemakkelijker te zien
- Doorsnede van 1-3 µm
- Niet omsloten door een membraan
- Vormt ribosomale eenheden uit ribosomaal RNA
- Bevat eiwitten voor de regulatie van de celdelingscyclus

2. Bespreek ribosomen en de bouw en functie van ruw endoplasmatisch reticulum
Ribosomen
- Plaats waar cellulaire eiwitsynthese plaatsgrijpt
- Vaak in groepjes terugvinden  polyribosomen
o Ofwel vrij in cytosol ofwel vast aan endoplasmatisch reticulum
- Mature ribosomen altijd verbonden met mRNA
o 1 stuk mRNA verbonden met meerdere ribosomen
- Eukaryoot ribosoom opgebouwd uit 2 subeenheden
o 40S-subunit (kleine unit)
o 60S-subunit (grote unit)
- Prokaryoot ribosoom heeft gelijke bouw maar dan andere S-waarden en moleculaire
gewichten
Ruw endoplasmatisch reticulum
- Bouw
o Afgeplatte membranen met daartussen cisternen waarop ribosomen gebonden
zitten

, - Functie
o Plooiing van polypeptideketens tot juiste driedimensionale conformatie
o Verdere posttranslationele modificatie van eiwitten
o Synthese van membraanlipiden en-koolhydraten

3. Bespreek het verschil in opbouw en functie tussen het glad endoplasmatisch reticulum en
het ruw endoplasmatisch reticulum.
Opbouw:
- Het ruw endoplasmatisch reticulum heeft aan de cytoplasmakant (poly)ribosomen en bestaat
uit een onregelmatig doolhof van ruimtes (= cisternen) tussen de 2 membranen.
- Het glad endoplasmatisch reticulum daarentegen heeft geen ribosomen gebonden en
bestaat uit fijne tubuli

Functie
- Het ruw endoplasmatisch reticulum heeft een functie in de eiwitsynthese van gesecreteerde
proteïnen en in de aanmaak van membraanlipiden en -koolhydraten
- Het glad endoplasmatisch reticulum heeft diverse functies:
o Synthese van steroïdhormonen (bijnierschors/cellen van Leydig)
o Detoxificatie in de lever
o Synthese van glycogeen
o Calciumopslag thv spiercellen

4. Bespreek het Golgi-apparaat
- Is aanwezig in alle kernhoudende cellen
- Centraal afgeplatte membraanomgeven cisternen met daaromheen een netwerk van tubuli
- In sommige cellen 1 groot Golgi-apparaat en in andere honderden kleine complexen
- Functie
o Verdere glycolyse van macromoleculen
o Proteolyse
o Sortering van macromoleculen
- Bevindt zich in de buurt van het endoplasmatisch reticulum
o 2 zijdes
 Cis-zijde tegen het endoplasmatisch reticulum
 Trans-zijde gericht naar het plasmamembraan
- Transportvesikels komen aan de cis-zijde binnen en in de cisternen verder gemodificeerd
- 2 manieren van transport
o Transportvesikels knoppen af en fusioneren met de volgende cisterne
o Cisternen migreren zelf door de stapels heen
- Eiwitten verlaten Golgi-apparaat aan de trans-zijde in transportvesikels
o Bestemd voor exocytose of andere celcompartimenten met een membraan

5. Bespreek het zure vesikelsysteem
- Vooral aanwezig in cellen met een specifieke fagocyterende functie
o Bv. Witte bloedcellen
- Zo genoemd door aanwezigheid van H+-ATPase protonenpomp  zuur intravesiculair milieu
- pH van 5 is het optimum voor krachtige zure hydrolase-enzymen
o Afkomstig van Golgi-apparaat
o Functie
 Grote moleculen afbreken
 Normale celbestanddelen recycleren/bewerken
o Meer dan 30 zure hydrolasen in het gehele systeem

, - Genetische afwijkingen leiden tot gebrekkige afbraak van specifieke klassen van moleculen
o Stapelen zich op in het zure vesikelsysteem

6. Bespreek de structuren betrokken bij de afbraak van endogene en exogene eiwitten
Endogene eiwitten worden afgebroken door proteasomen
- Niet-membraanomgeven organellen in het cytosol
- Bestaan uit 3 delen
o Centrale cilinder (19S)
o 2 kappen aan de zijkanten (20S)
- In de centrale cilinders zitten actieve sites van proteasen
o Bestaat uit 4 ringvormige eiwitpolymeren
 Elke ring bestaat uit 7 subeenheden
 2 types van ringen met een vaste schikking
- Kappen bestaan uit elk 14 subeenheden
o 1 subeenheid voor herkenning van ubiquitine
o 6 ATPasen
- Cel geeft signaalfrequentie van ubiquitine aan eiwitten die afgebroken moeten worden
- Eiwit bindt aan de kapeiwitten op ubiquitine-herkenningseenheden
- Eiwit ontrold door de ATPasen en komt in centrale kanaal terecht
- In centrale kanaal afgebroken tot kleine peptideketens
Exogene eiwitten worden afgebroken door lysosomen
- Onderdeel van het zure vesikelsysteem
- Omgeven door een membraan
- Enkel werkzaam in zuur milieu

7. Bespreek de bouw en functie van een mitochondrion
Bouw
- Hebben eigen DNA én eigen transcriptie- en translatiesysteem
- Vormen een netwerk  fission and fusion
- Binnenste en buitenste membraan met daartussen de intermembranaire ruimte
o Buitenste membraan
 Zeef om gelijkaardige samenstelling van cytosol te behouden
 Bevat enzymen voor vetsynthese
 Bevat enzymen voor conversie van bepaalde substraten
o Binnenste membraan
 Bevat enzymen van elektronentransportketen
Functie
- Metabole activiteiten in de cel
o Organische moleculen + O2 verbruik  CO2 + ATP
- Structurele veranderingen
- Apoptose
- Productie van steroïdhormonen
- Thermogenese

8. Bespreek het cytoskelet
- Inwendig netwerk van proteïnen die zorgen voor stevigheid en flexibiliteit
- Kan onderverdeelt worden in 3 groepen:
o Microtubuli
 Holle rechte buisvormige structuur
 Stijver dan de andere 2

,  Opgebouwd uit 13 protofilamenten die uit een aaneenschakeling van alfa- en
bèta-tubuline bestaan
 Groei d.m.v. polymerisatie aan beide uiteinden (sneller plus uiteinde)
 = dynamische instabiliteit!!
 Microtubuligeassocieerde proteïnen (MAPs) kunnen de stabiliteit
modificeren
 Belangrijk voor transport van materiaal, gebeurt via moleculaire motoren
(kinesines en dyneïnes)
 Zijn belangrijke bouwstenen van een centromeer (9 tripletten vormen
cilinder) en cilia en flagellen (9 doubletten)
o Microfilamenten
 Opgebouwd uit actine en in een helix vorm
 Opbouw mbv ATP (groeit meestal sneller aan het min uiteinde)
(= tredmolenproces)
 Komt het meeste voor als bundels of vezels, dit komt door actine-bindende
eiwitten
 Veel eukaryote cellen bewegen zich voort door voort te kruipen
 Lammellipoda (=uitstrekking voorkant cel) (kan ook filopodia zijn)
 Vasthechting
 Cel trekt zich voort door contractie
o Intermediaire filamenten
 Opgebouwd als een touw van wendingen bestaande uit intermediaire
filamenteiwitten met een centraal alfa-helix domein
 Functie: weerstaan van mechanische stress
 N-terminaal kopgedeelte en C-terminaal staartgedeelte
 Kunnen aan elkaar binden mbv plakines
 Vormen een netwerk rond de kern

9. Bespreek de cytoplasma-insluitsels
- Lipiden
o Fungeren als energiebron bij het celmetabolisme
o In de cel opgeslagen in vacuolen
- Glycogeen
o Opslagvorm van glucose
o Overvloedig terugvinden in de lever en in spiercellen
- Eiwitten
o Komen voor in secreetgranula (klieren) of in het RER
o Kunnen voorkomen in gekristalliseerde vorm
 Bv. kristallen van Reinke in cellen van Leydig
 Zeer uitzonderlijke situatie
o Meestal voorkomend als niet-gekristalliseerde vorm
- Pigmentcellen
o Endogene pigmenten
 Melanine
 Bruin granulair materiaal in cellen
 Thv de huid
 Soms in neuronen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maartenvanwijngaarden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,73. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,73
  • (0)
  Ajouter