SESSIE 1:
1.1 HOE KIJKEN NAAR WETENSCHAPSONDERWIJS
- Niet in hokjes denken (biologie, chemie, aardrijkskunde,..)
- Op zoek gaan naar samenhang, discipline overstijgend werken aan het grotere plaatje.
- Actief laten ontdekken v betekenisvolle contexten
= het grotere plaatje van de wetenschap
BIG IDEAS
Leerinhouden worden benaderd vanuit een aantal kerngedachten = big ideas à op deze kerngedachten steunt de wetenschap
à met deze big ideas in gedachten: in lessen tot essentie v wat wetenschap is + juiste focus leggen.
à zorgt voor beter begrip v complexe wereld
Big ideas:
1. Al de materie in het heelal bestaat uit zeer kleine 6. Het zonnestelsel is een zeer klein deel van de miljoen
deeltjes sterrenstelsels in het heelal
2. Objecten kunnen elkaar van een afstand 7. Organismen zijn opgebouwd uit en geregeld door cellen
beïnvloeden
3. Om de beweging van een voorwerp van richting te 8. Organismen vereisen energie en materialen waarvoor ze
doen veranderen, moet er een nettokracht op vaak afhankelijk zijn van of in competitie zijn met andere
worden uitgeoefend organismen
4. De totale hoeveelheid energie in het heelal is 9. Genetische info wordt doorgegeven van de ene generatie
constant, maar energie kan omgezet worden in een van organismen op de andere
andere vorm bij veranderingen of gebeurtenissen
5. De samenstelling van de aarde en haar atmosfeer, 10. De diversiteit aan organismen, levend en uitgestorven, is
en de processen die er plaatsvinden, bepalen het het gevolg van evolutie
aardoppvervlak en het klimaat
PERSPECTIEVEN
Aandacht voor perspectieven:
- Oorzaak en gevolg
- Stromen en behoud
- Modellen
Leidt tot:
- Samenhang
- Opbouw van nieuwe kennis
- Het beter begrijpen van de complexe wereld rondom ons
HOE WETENSCHAPPERS WERKEN
- Vertrekken vanuit waarneming / observatie
- Stellen vragen
- Onderzoeken
- Delen hun informatie
- Zijn nieuwsgierig
- Zijn creatief, denken out of the box
1
,BELANGRIJK ALS LEERAAR WO
- Zet je wetenschapsbril op (perspectieven)
- Denk, doe en voel als een wetenschapper (waarneming, vraagstelling,..
- Hou de juiste focus in het achterhoofd: wat is het kernidee, het kerninzicht dat ik de kinderen wil meegeven (big ideas)
HOE?
- Zelf doen + beleven leidt tot leren (hoofd – handen – hart)
- Vertrekken uit en stimuleren van verwondering en nieuwsgierigheid
- Bieden van stimulerende, uitdagende en uitnodigende onderwijsleersituaties
o Eigen leefomgeving verkennen + onderzoeken
o Aanbieden v concrete natuur- en techniekervaringen in en buiten school
o Aansluitend bij de leefwereld v kinderen
Bv. Id herfst over planten leren = boswandeling eerst à vertrekken vanuit waarneming
- Concrete ervaringen: laat ze zelf werken met dingen + dingen doen
LERAREN DIE WERK WILLEN MAKEN VAN WO
Hebben kennis nodig
- Inhoudelijk
- Vakdidactisch
- Over kinderen (pedagogie)
Hebben vaardigheden nodig om
- Kinderen in hun ontwikkeling te volgen
- Kinderen gedifferentieerd te begeleiden -> sommige vinden technische activiteiten niet fijn- lk moet motiveren om lln
mee te laten doen aan activiteit
- Onderzoeksmaterialen te kiezen
- Situaties veilig en uitnodigend in te richten (organisatieskills)
Hebben de juiste attitude nodig
- Explorerende grondhouding -> lk moet doen alsof die het fijn vindt
- Nieuwsgierig, verwonderend,…
inhoudelijk bekwaam worden
= kennis opbouwen, zeker zijn van jou eigen expertise = inhoudelijk expert zijn
= vakspecifieke kennis en een ruim algemene basiskennis
Vakdidactisch bekwaam worden
- Samen met kinderen jezelf verwonderen
- Echte materialen, echte organismen, .. als leeromgeving
- Ervaringen en denkbeelden v kinderen gebruiken in de onderzoeksactiviteiten
- De juiste werkvormen kiezen om ontdekkend leren mogelijk te maken
- …
2
,6 GRONDPRINCIPES:
Explorerende grondhouding Van leerkracht:
- Aanzetten tot actief ontdekken
- Zorgen voor nieuwsgierigheid
Van lln:
- Kinderen hebben v nature een explorerende grondhouding
à vragen stellen à vanuit een nieuwsgierige houding, vanuit verwondering
Werkelijkheidsnabij Van en id wereld, zowal in doelen als leermiddelen
- Werlijkheid zelf (leerwandeling)
- Tastbare werkelijkheid (klasdier, melkproducten, toestellen,…)
- Media voor indirecte waarneming (afbeeldingen, idct, modellen,;;)
Dicht aansluiten bij noden en interesses vh kind
à verwondering oproepen, uitdagende leeromgeving à leidt tot hoge betrokkenheid
Van ontdekken naar Kind is actief betrokken: ùmet zijn hele persoon, in hoofd, hard en handen
begrijpen om te komen tot
fundamenteel leren Het kind leert nieuwe inzichten, begrippen door waar te nemen, door eerlijk te onderzoeken,
door te ontwerpen,…
à concreet operationeel stadium (7-12j)
1. Ontdekkingsmoment
2. Denk- en ordeningsmoment
Maatschappelijke relevantie Betekenisvolle inhouden om bewust met de wereld om te gaan
Leerplandoelen (ZILL) en eindtermen geven duidelijke richting aan
Duurzaamheid en Ga als leerkracht voor duurzame wereld voor iedereen, nu en in de toekomst
veerkracht
Veerkracht: wil + vermogen om op positieve manier aan te kunnen passen aan steeds
veranderde omstandigheden, om creatieve oplossingen te bedenken
à open staan voor kinderen hun inbreng
Multiperspectiviteit Stukje vd wereld exploreren vanuit meerdere invalshoeken
3
, AAN DE SLAG: WAARNEMINGS-/ ONTDEKKINGSMOMENT -> KATOENPLANT
à kinderen eerst vrij laten exploreren, dan gericht vragen stellen
Wat merk je op = zintuiglijke waarnemingen, motorische handelingen
à lkr stelt juiste vragen + gerichte opdrachten
Bv. Zachte witte pluizen, weegt niet veel, bolvorming, houtige plant,…
Waar doet het jou aan denken? = associëren, linken leggen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
Bv. Wol, watten, wolken, suikerspin
Wat wil je weten? = nieuwsgierigheid prikkelen, waarnemen roept vragen op
Bv. Wat is dit? Welk materiaal zijn de pluizen? Waar groeit dit?..
Na het ontdekken komt een denk en ordeningsmoment
Stimuleren het gebruik van zintuigen Zet aan tot motorische handelingen Zetten aan tot intellectuele handelingen
Horen, zien, proeven, ruiken, voelen Breken, plooien, schudden, wrijven, Associëren, identificeren,
knijpen,.. onderzoeken,..
= onderzoeksvaardigheden
Vragen:
- Wat zijn die pluizen
- Wat zijn de harde bolletjes id pluisbollen
- Welk deel vd plant kan dit zijn?
Nadenken over wat het kan zijn:
- Het is geen bloem
- Het is geen vrucht
Vervolgles: ontdekmoment 2: filmpje geven
Denk en oriënteringsmoment 2:
- Verschillende fases id cyclus vd plant
- We herkkennen een bloem
- Herkennend e pluizenbol, wat zit erin verstopt -> zaden
- ..
Besluit: Levenscyclus bestaat uit enkele fasen. De start is de zaad. Daarna nieuwe plant,…
WAT HEB JE GEZIEN?
à WO vertrekt dus vanuit de realiteit
Waarnemingsfase = startpunt
- Kinderen doelgericht laten waarnemen, exploreren + beschijven (doelgerichte vragen + handelingen laten uitvoeren)
- Aandacht voor zelf actief laten exploreren
- Gebruik: werkelijkheidsnabije leermiddel: eerst plant, dan
filmpje
Daarna: denken en ordenen om tot inzichten en besluiten te komen
- Lkr stelt doelgerichte vragen
- Visueel extra ondersteunen bv bordschema
4