Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting filosofie €7,16
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting filosofie

 37 vues  0 fois vendu

Dit is een samenvatting van het onderdeel filosofie van het vak "filosofie en rechtsfilosofie". Deze samenvatting is gemaakt op basis van de colleges en het handboek en bevat hoofdstuk 1 tot en met 9. Ik heb hiermee in eerste zit een mooi resultaat behaald.

Aperçu 4 sur 39  pages

  • 20 août 2024
  • 39
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (16)
avatar-seller
RenkeC
Filosofie
Hoofdstuk 1. Introductie tot een inleiding tot de
Westerse filosofie
Inleiding
 Waarom de Westerse filosofie?
- Maakt aanspraak op de universele waarheid.
- Werd de basis van wereldwijde discussies van het concept mensenrechten tot dat van de
wetenschappelijke methode.
 Heeft haar eigen historische gesitueerdheid.
 Methode: geschiedenis van de filosofie -> drie grote historische delen:
1) Premoderne filosofie: van de Griekse mythologie tot middeleeuws nominalisme.
2) Moderne filosofie: van empirisme/rationalisme tot continentaal/analytisch.
3) Postmoderne filosofie: van postmodern over feministisch/postkoloniaal.

1.1. Methode van de filosofiegeschiedenis
 Men kan een inleiding tot de Westerse filosofie op verschillende manieren benaderen.
 Waarom kiezen we voor de methode van filosofiegeschiedenis?
1) De natuurlijke ordening die de tijd aanbrengt.
2) Inherent aan de filosofische praktijk: het voortdurend hernemen van thema’s uit de
eigen geschiedenis.
 Het is onmogelijk om filosofische discussies te volgen zonder ook de geschiedenis
van de filosofie in haar grote lijnen te kennen.
 Ideeëngeschiedenis: historisch ontstaan van ideeën en hun impact op geschiedenis.
 Filosofiegeschiedenis: filosofische ideeën die hier en nu nog altijd relevant zijn en hun
interacties.

1.2. Wat is filosofie niet?
 Tussen filosofen is er geen overeenstemming over een helder conceptueel antwoord op de
vraag wat filosofie is.
 Filosofie is geen wetenschap, is geen theologie en niet louter literair.

1.2.1. Filosofie vs. wetenschap
 Hoewel wetenschap zoals we die nu kennen historisch gegroeid is uit filosofische activiteit,
zijn we nu dagdagelijks meer vertrouwd met wetenschappelijke dan filosofische praktijken.
 Hoewel er veel verschillen zijn tussen de wetenschappen is het meteen duidelijk dat
wetenschap verklaringen zoekt gebaseerd op waarnemingen.
- Theorieën spelen hier een belangrijke rol om waarnemingen in een verklarend kader te
plaatsen en zo ook voorspellingen te doen.
- Theorieën worden in vraag gesteld aan de hand van die waarnemingen en die
voorspellingen.
 De filosofie stelt vragen naar wat er achter die theorieën ligt -> metafysica.
- Al deze disciplines zoeken echter op één of andere manier naar een ultieme of
fundamentele grond waarop we onze concepten kunnen baseren.




1

,1.2.2. Filosofie vs. theologie
 Waar de vragen van de filosofie overlappen met die van de theologie over wat er is en
waarom het is, zijn hun antwoorden van een totaal andere aard.
- In de theologie gaat het om antwoorden die op een systematische manier terug te
voeren zijn op een bovennatuurlijk geloofssysteem cruciaal voor zingeving.
o Hier spelen een aantal dogma’s of onbetwijfelbare uitgangspunten een cruciale
rol.
- In de filosofie kan dit soort dogma’s nooit het laatste woord hebben.
o Filosofie zal kritisch blijven doorvragen naar precies waarom dit dogma dient
aangenomen te worden.

1.2.3. Wat is filosofie dan wel?
 Filosofie zoekt naar universele waarheden en ze doet dit door een hoge mate van abstractie
aan te nemen ten opzichte van wat onmiddellijk waarneembaar is.
- Haar streven om tot conclusies te komen die door elk redelijk wezen aanvaard moeten
worden op basis van een duidelijk systeem van argumentatie.
 Specifiek aan de filosofie is dan ook het voortdurend in vraag stellen van vooronderstellingen
die we aannemen om waarnemingen te organiseren.

1.3. Universeel en gesitueerd
 Hoezeer filosofen ook, op één of andere manier, aanspraak willen maken op universele
waarheden, toch blijven ze altijd schatplichtig aan de specifieke context waarin ze
filosofeerden.
- Het is deze gesitueerdheid die vaak het aangrijpingspunt vormt voor de kritiek van
andere filosofen in hun streven naar meer universele filosofische inzichten.
 Het verschil met de literatuur is dat waar deze laatste door op uiterst gesitueerde dingen te
focussen kan inspireren tot universele herkenbaarheid, de filosofie door haar hang naar het
universele inzicht biedt in de gesitueerdheid van onze denkbeelden.
 Vanaf de antieke filosofie zoekt de Westerse filosofie universaliteit:
- Grieken in zekere zin de inheemse Westerse cultuur.
- Specifieke keuze voor de logos ondersteunt kosmopolitisme.
 Vanaf de moderne filosofie bekritiseert ze zichzelf als te gesitueerd.
- Twijfel en scepticisme om overbodige vooronderstellingen overboord te gooien.
- Centraal stellen van de individuele mens in haar universele aanspraak.
- Zoeken naar een ahistorische (wetenschappelijke) waarheid.
 Vanaf de postmoderne filosofie staat universeel/gesitueerd centraal.




2

,1.4. Wereldbeeld, mensbeeld, godsbeeld (kosmologie, antropologie,
theologie)
 We denken hier en nu niet allemaal op dezelfde manier.
- Toch zijn er een aantal basisvooronderstellingen die on onze moderne tijd als
gemeenschappelijke achtergrond dienen voor debat.
o Drie basisvooronderstellingen die we allen kunnen herkennen als
gemeenschappelijke grond om gelijkenissen en verschillen tussen opvattingen te
duiden.
1) Wereldbeeld: een van mechanisme, gedetermineerde wereld waarin de
wetenschap wetmatigheden heeft ontdekt.
2) Mensbeeld/antropologie: de mens wordt gezien als een autonoom wezen
dat rationele beslissingen kan nemen gebaseerd op deze wetmatigheden en
dus ook verantwoordelijk is voor deze keuzes.
3) Godsbeeld/theologie: verklaart bovenzinnelijk wat de zin en onzin van ons in
deze wereld is -> theologie hoort in privésfeer, geen functie in publiek debat.

1.5. Premoderne, moderne en postmoderne filosofie
 In de premoderne filosofie zien we dat de basisvooronderstellingen nog niet aan de orde
waren.
 Moderne filosofie neemt een aanvang op het einde van de 17d eeuw.
- Het neutraliseren van de filosofische kennis.
- Natuurfilosofen.
- Mechanisering van het wereldbeeld en gaat gepaard met een mensbeeld dat de
autonomie van de menselijke, rationele, subject benadrukt.
- Verlichting: theologie wordt finaal gescheiden van filosofie.
 Postmoderne filosofie: filosofische stromingen die de basisvooronderstellingen van de
moderniteit in vraag stellen.

1.6. De concrete rode draad van deze cursus
 Rode draad: historisch kantelpunten gerelateerd aan de kosmologie, antropologie en
theologie:




3

, Hoofdstuk 2. Van mythes tot de pre-socratici
2.1. Het mythische denken neergeschreven
 Mythes = verhalen over het ontstaan, de oorsprong of het begin van onze wereld zoals ze
mondeling werden opgeleverd vooraleer schriftelijke overlevering mogelijk was.
- Wat we normaal als primitieve culturen bestempelen.
 De belangrijkste aspecten van de mythische verhalen:
1) Verhalen over hoe dingen in den beginne waren.
- Met het in oorsprong Griekse suffix -gonie duidend op hoe iets ontstaat, spraken we in
mythes eerder nog over een cosmogonie in plaats van een cosmologie.
o De cosmogonie tracht te verklaren, maar doet dit zonder te verhelderen in de
moderne zin mits het in deze verklaring beroep doet op goddelijke wezens die op
één of andere manier onze zichtbare wereld schragen.
 Deze verklaring is iets sacraals dat gepaard ging met praktische rituelen
en handelingen die voor een bepaalde cultuur deel uitmaakte van hun
wereldbeleving.
 Belangrijk om die sacraliteit niet onmiddellijk te vereenzelvigen
tot een hedendaagse religieuze beleving.
2) Mythes vormden de kern van de tradities die ervoor zorgden dat pre-schriftelijke
culturen überhaupt konden samenhangen.
- Het gezamenlijk beleven van hun ontstaan via deze rituele handelingen verankerd in de
mondelinge overgeleverde mythes zorgde voor die samenhang.
 Volgende stap: het neerschrijven van de mythes en hier gebeurt iets specifiek bij de oude
Grieken.
- De sacrale, existentiële rol wordt uitgehold en losgemaakt van de rituele handelingen die
er onlosmakelijk verbonden mee waren.
- Het duistere in de mythes begint plaats te maken voor zoeken naar verheldering, naar
een profane betekenis die zoekt naar abstracte principes die verklaren waarom de
cosmos is hoe ze is.
 Twee elementen in de evolutie:
1) Het eerste neerschrijven in de Griekse cultuur wordt geassocieerd met Homerus (8 ste E).
- Nog geen sprake van kritiek op ontstaansverklaringen door goddelijke tussenkomst,
maar er komen al enkele rationalistische elementen voor naar in de Ilias en Odyssea.
- Meeste frappante in deze is het concept Moira dat als een soort eenheidsprincipe ook
boven de goden staat.
o Moira = ieder zijn deel.
o Een voorafschaduwing van onwrikbare beginselen die de cosmos onderliggen.
2) Element van evolutie wordt explicieter bij Hesiodus (7 de-8ste E).
- In zijn Theogonie maakt hij een principieel onderscheid tussen het ware en het valse en
opent hij de weg naar een kritische ingesteldheid tegenover wat door de mythische
traditie voorgesteld wordt als definitieve uitspraken van en over de goden.
- Zijn zoektocht is nog altijd naar een begin, maar dit begin is nu iets dat ook, systematisch
en absoluut, het begin van de mythische goden onderligt.
o Hij zoekt naar een archê dat als beginsel alles wat we ervaren onderligt.
 Archê = een eerste oorsprong van alles wat is.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RenkeC. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52928 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,16
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté