Helena Adriaenssen
SAMENVATTING BODEMPROCESSEN
CHAPTER 1: INTRODUCTIE VAN BODEMS
1. INTRODUCTIE
- Bodems => cluciaal voor het leven op aarde.
- Bodems gedragen zich als transformators, regulators, buffers en filter
van water, nutrienten en andere opgeloste deeltjes.
- Het is een deel van de pedosfeer, deze connecteert de lithosfeer,
biosfeer, atmosfeer en de hydrosfeer.
- Pedogenese = het aanmaken van bodems, bodemformatie.
2. BODEMFUNCTIES
-Bodemfunctie = algemene eig die belangrijk zijn voor versch toepassingen => zoals landbouw, milieu,
natuurbescherming…
-Belangrijkse bodemfuncties:
• Productie van plantaardige biomassa
• Regulator van de watervoorziening
• Filter en buffer van verontreinigende stoffen
• Biologische habitat en genenpool
• Bron van grondstoffen
• Fysiek en cultureel erfgoed
• Platform voor door de mens gemaakte structuren:
gebouwen, snelwegen
• Koolstofopslag en regulering van atmosferische gassen
2.1 PLANTEN BIOMASSA PRODUCTIE
MEDIA VOOR PLANTEN OP TE GROEIEN
- Biedt fysieke ondersteuning en verankert de wortels => planten kunnen rechtop staan.
- CO2 komt vrij en O2 wordt verbruikt bij ademhaling wortels => Ventilatie!!
- Bodemporiën netwerk: belangrijke rol bij het absorberen en vasthouden van regenwater, beschikbaar voor
wortels.
- buffer tegen temperatuurschommelingen.
-voorziet planten van essentiële anorganische, minerale voedingsstoffen => voor de synthese van org verb. =>
plantenweefsel bouwen.
VOEDSELPRODUCTIE
- bevolging => landbouw
- De omzettingsefficiëntie van gewascalorieën in eetbare eiwitten is lager voor dierlijke producten dan voor
plantaardige basisvoedingsmiddelen.
- om aan voedselproductiebehoeften te voldoen => wordt beïnvloed door inherente bodemkwaliteiten en
klimatologische omstandigheden met uitdagingen als gevolg van:
• Bodembeperkingen
1
,Helena Adriaenssen
• sociaaleconomische en politieke factoren.
ð regiospecifieke strategieën voor duurzaam behoud
ð bodembeheer nodig!!
Dit omvat het toepassen van praktijken die de vruchtbaarheid en structuur van de bodem
verbeteren, het bestrijden van bodemaantasting en het gebruik van innovatieve
bodembeheertechnieken om de productiviteit van gewassen te verhogen.
BIOMASSA VOOR ENERGIE
- vraag naar duurzamere brandstoffen? Productie van gewassen om te verbanden
- natuurlijke koolstofbalans verstoren? Gebeuren als bossen worden gekapt om ruimte te maken voor bio-
energiegewassen.
-land voor de productie van bio-energie concurreren met de voedselproductie. => bedreiging vr
voedselzekerheid => exploitatie bodems
2.2 OMGEVINGSINTERACTIE: OPSLAG, FILTERING, EN TRANSFORMATIE
REGULATOR VAN WATER BENODIGDHEDEN
- bodems hebben vermogen om water en opgeloste stoffen te absorberen. => waterbeheer!
- Verstedelijking => oppervlakteafvoer door ondoordringbare oppervlakken => overstromingsrisico => ↓
wateropslagcapaciteit en zijn rol als natuurlijke filter.
FILTER EN BUFFER VOOR CONTAMINENTEN
- bodemverontreiniging:
• overmatig toedienen van mest en kunstmest (N en P)
• het onvoldoende toedienen van pesticiden
• industriële emissies (zware metalen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen,
organochloorverbindingen, aromatische verbindingen)
• stortplaatsen (zware metalen, radionucliden, ...)
• verbrandingsinstallaties (dioxines, polychloorbifenylen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen).
-De buffercapaciteit van de bodem kan worden toegeschreven aan bodemprocessen zoals sorptie (reversibel)
aan of immobilisatie (irreversibel) in de vaste fase van de bodem, biologische afbraak, chemische afbraak en
trage infiltratie waardoor chemische stoffen kunnen worden verwijderd (door afbraak of vervluchtiging)
voordat ze een receptor bereiken.
2.3 BIOLOGISCHE HABITAT EN GENENPOOL
-huisvesten tot duizenden soorten.
-rijkste milieus in het ecosysteem van de aarde en een schatkamer voor biologische ontdekkingen, zoals het
antibioticum penicilline.
2.4 BRON VAN GRONDSTOFFEN
- klei gebruikt voor aardewerk en keramiek
- zand en grind bestanddelen zijn van bouwmaterialen voor gebouwen (bijv. beton).
-medicinale planten kweken
2.5 FYSIEKE EN CULTURELE ERFENIS
-Geodiversiteit = verbindt aarde , bewoners en cultuur.
2
,Helena Adriaenssen
- omvat het erfgoed van de aarde: landschappen, rotsen, bodems, fossielen en
wateren => essentieel zijn voor ons natuurlijk erfgoed en bescherming vereisen
voor huidige en toekomstige generaties.
2.6 PLATFORM VOOR DOOR DE MENS GEMAAKTE STRUCTUREN
- Betrouwbaar bouwen vereist kennis over de diversiteit van bodemeigenschappen
zoals draagkracht, samendrukbaarheid, schuifsterkte en stabiliteit.
- Kleigehalte, watervasthoudend vermogen van de bodem, zwellingseigenschappen van kleimineralen en
andere bodemeigenschappen zijn van grote waarde voor bouw- of graafprojecten.
2.7 KOOLSTOFOPSLAG EN REGULATIE VAN DE ATMOSFERISCHE GASSEN
- bodem speelt rol in mondiale koolstofcyclus en is een van de grootste reservoirs van organische koolstof op
aarde.
-Koolstof in de bodem => opgeslagen als org materiaal ( rottende planten- en dierenresten, microbiële
biomassa en humus.)
- Het vermogen van de bodem om koolstof op te slaan hangt af van verschillende factoren (bodemtype,
landgebruik en vegetatiebedekking.)
- Regulering van andere atmosferische gassen: methaan (CH4) en lachgas (N2O).
=> duurzaam beheer nodig
3. BODEM KWALITEIT
-Bodemkwaliteit = een kritische maatstaf voor het vermogen van een bodem om de hierboven beschreven
functies te vervullen. => chemische, fysische en biologische eigenschappen die worden beoordeeld adhv
indicatoren.
- indicatoren beinvloeden elkaar.
Physical indicators
- Texture and structure = bepalen het vermogen van een bodem om water en voedingsstoffen vast te
houden, wortelgroei te ondersteunen en lucht- en waterbeweging te vergemakkelijken.
- Water holding capacity = een indicator voor het vermogen van een bodem om water vast te houden,
wat cruciaal is voor plantengroei en droogtebestendigheid.
- Bulk density = geeft de verdichting en porositeit van de bodem weer, waarbij een lagere bulkdichtheid
duidt op een betere bodemstructuur en wortelgroei.
- Soil erosion rate = geeft de gevoeligheid van een bodem voor erosie aan; een hoge erosiesnelheid
vermindert de kwaliteit van de bovengrond.
Chemical indicators
- Soil organic matter = van fundamenteel belang voor de bodemkwaliteit en beïnvloedt de structuur,
waterretentie, beschikbaarheid van voedingsstoffen en koolstofvastlegging.
- Soil pH = beïnvloedt de beschikbaarheid van voedingsstoffen en microbiële activiteit en is essentieel
voor het bepalen van de geschiktheid van de bodem voor de groei van specifieke plantensoorten.
- Cation exchange capacity = geeft de capaciteit van een bodem aan om kationen zoals Ca, Mg en K vast
te houden en uit te wisselen. Bodems met een hogere CEC hebben een
grotere capaciteit om pH-veranderingen te bufferen.
- Essential nutrients (Liebig’s law) = zoals N, P, K die van vitaal belang zijn voor
de plantengroei en de vruchtbaarheid van de bodem aangeven. Deze moeten
3
, Helena Adriaenssen
in evenwicht zijn volgens de minimumwet van Liebig, die stelt dat de minst beschikbare voedingsstof
de plantengroei beperkt.
- Electrical conductivity = geeft de zoutconcentratie aan en beïnvloedt de plantengroei en microbiële
activiteit.
- Contaminant levels = de aanwezigheid van verontreinigende stoffen zoals zware metalen of pesticiden
kan duiden op bodemverontreiniging, wat gevolgen heeft voor de veiligheid en gezondheid van de
bodem.
4. BODEM COMPONENTEN
4.1 PROPORTIES VAN BODEM COMPONENTEN
De componenten en verhoudingen in de bodem kunnen voorgesteld worden in een taart
diagram.
• Minerals
• Organic matter
• Water
• Air
• (Biota)
Met :
qa is the volumetric soil air content (m3/m3)
qw is the volumetric soil water content (m3/m3)
qm is the volumetric soil mineral content (m3/m3)
qo is the volumetric soil organic matter content (m3/m3)
qs is the volumetric soil solid phase content (m3/m3).
-porositeit = de som van de porien die gevuld zijn met water of lucht.
e = q a +q w = 1-q s
Porositeit is een balngrijke parameter om plantengroei te bepalen en hangt af van de bodemstructuur.
Grote poriën zullen zorgen voor snelle drainage terwijl kleine poriën meer water vast houden.
-macroporiën (> 100 μm): drainage van verzadigde of bijna verzadigde bodems
-mesoporiën (30-100 μm): waterstroming en herverdeling na drainage
-microporiën (<30 μm): immobiel water of zeer trage waterstroming
-Verzadigde bodems bevatten poriën die volledig gevuld zijn met water, terwijl in onverzadigde bodems poriën
gedeeltelijk gevuld zijn met water.
4