Samenvatting Anesthesie (MHVB21CLL2B4A) - MZK jaar 2
11 vues 0 fois vendu
Cours
Anesthesie (MHVB21CLL2B4A)
Établissement
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Uitgebreide samenvattingen van colleges én literatuur.
De volgende colleges worden behandeld in de samenvatting:
- HC1: Lokale anesthesie
- HC2: Innervatie aangezicht, tanden en kiezen
- WC: innervatie
Middels deze samenvatting heb ik een 8,8 behaald.
SV colleges – Anesthesie (CLL2.4A)
lokale anesthetica = LA
HC1: Lokale anesthesie
1. Weet wat je inspuit; ken de farmacologische eigenschappen van de injectievloeistof
Vraag 1.1: Welke anesthetica worden gebruikt en waardoor worden ze gekenmerkt? En waardoor
worden deze anesthetica met het oog op bijverschijnselen gekenmerkt?
twee groepen/typen lokale anesthetica zijn er:
1. amino-esters: in verband met allergieën verouderd (VB: procaïne & tetracaïne)
2. amino-amiden: geen allergieën en nauwelijks toxiciteit
• 3 subgroepen van amino-amiden:
I. xylidinen (VB: lidocaïne, bupivacaïne & mepivacaïne)
II. toluïdinen (VB: prilocaïne)
III. thiophenen (VB: articaïne) → meest gebruikte anestheticum in THK (Ultracaïne DS forte)
waar bevindt de metabolisme van LA:
• 80% wordt afgebroken in lever en uitgescheiden
• 20% wordt onveranderd via nieren uitscheiden
kenmerken LA:
• zwakke basen
• instabiel: oxideren gemakkelijk aan lucht (= reageert snel met zuurstof uit lucht, waardoor chemische
samenstelling kan veranderen)
hoe ziet LA-molecuul eruit + functies:
• lipofiel aromatisch deel: zorgt voor vetoplosbaarheid → hierdoor kan het via Schwann-schede doordringen naar
celmembraan van zenuwcel
• alifatische keten: vormt verbinding tussen aromatische deel en hydrofiele aminedeel
• hydrofiel aminedeel: zorgt voor wateroplosbaarheid → hierdoor kan het als injecteerbare vloeistof worden
gefabriceerd
Vraag 1.2: Uit welke bestanddelen bestaan de lokale anesthetica?
bestanddelen van lokale anesthetica:
• verdovende stof/lokaal anestheticum
• vasoconstrictor
• antioxidativum: houdt oxidatie tegen, waardoor het langer houdbaar is
• gedestilleerd/steriel water: oplosmiddel
• natriumchloride: oplossing isotoon maken (= concentratie opgeloste stoffen in
vloeistof gelijk maken aan lichaamsvocht)
• buffer (niet altijd)
Verdovende stof/lokaal anestheticum
concentratie van de subgroepen verdovende stoffen/lokale anestheticum in een carpule:
• lidocaïne: 2%
• articaïne: 4% (= 40 mg/ml = 40 g/l = 4% = 4:100)
• prilocaïne: 3%
• mepivacaïne: 2% of 3%
Vasocontrictor
welke soorten vasoconstrictoren zijn er + alternatieve naam)
• adrenaline = epinefrine
• felypressine = norepinefrine
in welk soort anestheticum zit adrenaline + concentratie:
• Ultracaïne DS: articaïne met concentratie 1:200.000
• Ultracaïne DS forte: articaïne met concentratie 1:100.000
• Xylocaïne: lidocaine met concentratie 1:80.0000
in welk soort anestheticum zit felypressine + concentratie: Citanest; prilocaïne met concentratie 1:2.000.000
BELANGRIJK: weet welk alternatief je kunt gebruiken als iemand aangeeft allergisch te zijn
werking van adrenaline (5-12,5 µg/ml) in LA:
• vernauwt arteriën/arteriolen in injectiegebied
• verhoogt bloeddruk
• verhoogt hartfrequentie
• versterkt analgetische werking van LA (=pijnstillende werking)
eliminatie adrenaline uit bloedbaan: halfwaardetijd van 2,5-3 minuten, dus blijft maar kort in de bloedbaan
maximale dosering adrenaline gezonde volwassene van 70kg: 200 µg
werking van felypressine (0,54 µg/ml) in LA:
• vernauwt venen
• minder potent dan adrenaline (= minder instaat beoogde effecten te veroorzaken vergeleken adrenaline)
• minder bloedeloosheid → sterke uitwassing: bij felypressine is er minder vasoconstrictie waardoor er meer
bloed door de vaten blijft lopen, waardoor het LA sneller wordt
meegenomen met het bloed en hierdoor zit het minder lang op
de plek van injecteren (DUS: bij adrenaline meer
bloedeloosheid en minder sterke uitwassing)
• verhoogt bloeddruk en hartfrequentie NIET → dus kleinere kans op ritmestoornissen
• versterkt contractiliteit baarmoeder (dus gecontra-indiceerd bij zwangeren)
eliminatie adrenaline uit bloedbaan: halfwaardetijd van 3 minuten, dus blijft maar kort in de bloedbaan
maximale dosering adrenaline gezonde volwassene van 70kg: 5,4 µg
Antioxidativa
wat zijn parabenen: conserveermiddelen
waarom worden geen parabenen meer gebruikt:
• zorgden voor overgevoeligheidsreacties
• tegenwoordig worden gesteriliseerde carpules gebruikt waarbij bederf door contaminatie en hergebruik niet aan de
orde is
welke antioxidans wordt toegevoegd aan LA met adrenaline: natriumbisulfiet
waarom wordt worden antioxidans toegevoegd aan LA met adrenaline:
• bederf van instabiele LA tegengaan
• verlaagt pH → nadelig effect; dit veroorzaakt langere inwerkingstijd, omdat zure vloeistof
eerst moet worden gebufferd door basische vloeistoffen voordat LA werkzaam
wordt
,Vraag 1.3: Wat zijn de effecten van en contra-indicaties voor een toegevoegde vasoconstrictor, zoals
adrenaline?
Effecten van toegevoegde vasoconstrictor
toevoegen van vasoconstrictor leidt tot:
1. verlaging toxiciteit van anestheticum: verminderde doorbloeding in injectieplaats → vertraagde diffusie en
resorptie → afname opname LA in bloedbaan → afname systemische
toxiciteit
2. versterkt lokaal anesthetisch effect
3. verlengt anesthesie: verminderde doorbloeding in injectieplaats → LA blijft langer ter
plaatse in voldoende hoge concentratie → toename intensiteit en
werkingsduur LA
4. minder lokale bloeding
►als er ‘veel’ lokale anesthesie nodig is → vasoconstrictor gebruiken
►verlenging van werkingsduur van LA door vasoconstrictie → langer kans op weke delen trauma (bijv. bijttrauma)
►lokale anesthesie zonder vasoconstrictor is minder betrouwbaar
nadelen/neveneffecten lokale vasoconstrictie:
• verlaagde pH: verminderde doorbloeding → lokale daling pH → afname anesthetisch effect (LA werkt
pas bij basische pH, dus de lage pH moet gebufferd worden, waardoor soms een buffer
in LA zit)
• wondgenezing slechter
• ophoping afvalstoffen: rebound-effect (uitwerking vasoconstrictor en gelijktijdig vrijkomen van alle
afvalstoffen) → versterkte vasodilatatie → verhoogde kans op nabloedingen
waarom werkt LA bij een abces minder goed: rond een abces is een lage pH, waardoor het langer duurt tot het
inwerkt en de werking is sowieso verminderd.
eventuele systemische effecten door vasoconstrictor in LA: vasoconstrictie van arteriën, wat kan leiden tot;
• verhoogde bloeddruk
• verhoging cardiale output (HMV)
• hartritmestoornis
►bij adequate toepassing van beperkte hoeveelheden LA komen systemische complicaties zelden voor
Door velen wordt een aantal contra-indicaties genoemd door toevoeging van adrenaline als vasoconstrictor. Welke?
contra-indicaties voor adrenaline:
1. patiënten met verhoogde bloeddruk: > 200 mm Hg systolisch of > 115 mm Hg diastolisch
2. patiënten met niet te reguleren hyperthyreoïdie: te snel werkende schildklier
3. patiënten met ernstige cardiovasculaire ziekten;
I. < 6 maand na myocardinfarct
II. < 6 maand na CVA
III. dagelijkse episoden van angina pectoris (tijdens inspanning) of onstabiele angina pectoris met dreigend
hartinfarct
IV. therapieresistente hartritmestoornissen
V. < 6 maand na coronary bypass chirurgie
►bij deze patiënten stel je de behandeling uit
4. patiënten die narcose ondergaan met gehalogeneerde middelen
5. patiënten met bepaalde medicatie;
• nonspecifieke betablokkers
• mono-amine oxidase remmers
• tricyclische antidepressiva
, LET OP: hoeveelheid lichaamseigen adrenaline die in bloedbaan komt onder invloed van angst/pijn (± 300 µg/min) is potentieel
bedreigend voor medisch gecompromitteerde patiënten en NIET de (adequaat gedoseerde) hoeveelheid adrenaline in LA.
voorwaarde bij het gebruik van LA met vasoconstrictor bij risicogroepen: lage druk inspuiten en niet intravasaal, want als
je hoge druk gebruikt doet het pijn en geeft het
stress waardoor lichaamseigen
adrenalinespiegel stijgt
LET OP: bij lichaamsgewicht van 70 kg zijn 2 carpules LA met 1:100.000 adrenaline of 4 carpules met 1:200.000 adrenaline
altijd toegestaan. Dit staat gelijk aan ± 1µg/min.
LET OP: bij risicogroepen is het verstandig om af te zien van behandeling als behandeling niet noodzakelijk is, om zo door
angst/pijn ontstane hoge lichaamseigen adrenaline spiegels te voorkomen
Vraag 4: Hoe zit het met allergie op (bestanddelen van) lokale anesthetica?
wanneer absolute contra-indicatie LA: bewezen allergie voor bestanddelen van LA
oorzaken LA-allergie:
• conserveermiddel (wordt niet meer toegepast)
• latex (dopje van carpule was vroeger van latex, maar dit wordt nu niet meer toegepast)
• lokaal anestheticum → niet aangetoond
LET OP: adrenaline is niet allergeen, want iedereen heeft adrenaline in het lichaam. Zorg ervoor dat je een ander LA klaar hebt
liggen, zodat je ondanks dat de allergie niet bestaat, toch kan switchen.
wat moet je doen bij (vermeende) allergie:
• niet negeren: ga erover in gesprek en leg uit waarom wel/niet of switch naar ander LA
• evt. uit laten zoeken, evt. onder bewaking provoceren
Vraag 5: Hoe ontstaat overdosering van een LA? Wat gebeurt er bij overdosering? Is LA toxisch?
hoe kan overdosering ontstaan:
• door intravasculaire injectie
• door injecteren van zeer grote hoeveelheden
wat gebeurt er bij overdosering: te hoge bloedconcentraties → depressie van CZS en CVS → tremor (= tonische-
klonische aanvallen) → bloeddrukdaling → afname slagvolume → hartstilstand
toxiciteit bij kinderen is hetzelfde als bij volwassenen, maar:
• veiligheidsmarge kleiner bij kinderen
• bloedvolume bepaalt ‘verdunningsfactor’
• bloedvolume vs. lichaamsgewicht (denk aan overgewicht; forse mensen hebben meer lichaamsgewicht en
daardoor meer bloed, waardoor zij meer ‘verdunning’ hebben)
hoe bereken je maximale toegestane hoeveelheid LA: middels lichaamsgewicht, maar dit verschilt per middel en hangt af van
vasoconstrictor
LET OP: over het algemeen bestaat de neiging meer LA te spuiten dan voor adequate anesthesie nodig is. Vooral bij kinderen
leidt dit sneller tot overdosering. Daarom moet strikt de hand worden gehouden aan de geadviseerde maximale dosering.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur biemans2610. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.