Samenvatting groepsdynamica semester 2
1: Groepsdynamiek als natuurlijke krachtbron (handboek De Haas hoofdstuk 1)
1. Kunnen uitleggen wat groepsdynamiek is en hoe deze ontstaat
Groepsdynamiek verwijst naar de processen die zich afspelen binnen een groep,
naar de positieve en negatieve krachten in een groep
Groepsdynamische krachten ontstaan als gevolg van een samenkomen van de
motieven (individuele dynamiek) die deelnemers met zich meebrengen: wensen,
gedachten, angsten, emoties, verwachtingen
→ Het zijn (min of meer) verborgen krachten
→ die natuurlijk-spontaan verlopen
→ en een evolutionaire basis hebben
2. De kenmerken van groepsdynamische krachten kunnen aangeven en uitleggen
•Min of meer verborgen: krachten die niet onmiddellijk opvallen, maar toch een grote
invloed hebben op de werking van een groep of team
•Natuurlijk-spontaan: krachten die een eigen leven gaan leiden, los van individuele
motieven, het is niet steeds eenvoudig er vat op te krijgen
•Evolutionaire oorsprong: krachten die voortkomen uit basisbehoeften van de mens als
soort, verbondenheid en eigenheid
→ Verbondenheid: geaccepteerd worden, ergens bij horen zijn essentiële behoeften,
zelfacceptatie is voor een belangrijk deel afhankelijk van sociale acceptatie
→ Eigenheid: een zich ontwikkelend zelf is evolutionair belangrijk omwille van
capaciteiten als zelfbewustzijn, initiatief nemen en zelfreflectie
Instandhouding van de groep en de soort is niet alleen te danken aan onze collectieve
vermogens tot samenwerking, maar ook aan de uitvoering van nuttige individuele functies
en rollen binnen die samenwerking.
3. Onderscheid kunnen maken tussen specifieke en algemene factoren bij het benutten
van groepsdynamiek in de praktijk
Aandacht voor specifieke en algemene factoren bij het benutten van groepsdynamiek in de
praktijk
Specifieke factoren: komen voort uit de gehanteerde methode die bij de werkwijze en de
taakorganisatie hoort
Algemene factoren: komen voort uit de groep zelf, uit de groepsdynamische processen en
structuren, en hebben een positieve of negatieve invloed
Positief: bvb. een team met een optimale cohesie en een tolerante cultuur voor
interactie en creativiteit
Negatief: bvb. een onveilig team waarin niemand zijn mond durft open te doen, waar
remming en angst overheersen; of een projectgroep waarin een machtsstrijd destructief is
voor de taakuitvoering
Als groepsbehandelaar en teamleider is het belangrijk om te leren
, Negatieve, destructieve groepsprocessen te herkennen om die vervolgens te kunnen
ombuigen of te begrenzen
Waardevolle, positieve groepsprocessen te verwelkomen en te benutten voor de taak van de
groep of het team
4. Een voorbeeld kunnen aanhalen van positieve en negatieve invloeden van een groep
Positieve invloeden = een team met een optimale cohesie en een tolerante cultuur voor
interactie en creativiteit
Negatieve invloeden = een onveilig team waarin niemand zijn mond durft open te doen,
waar remming en angst overheersen; of een projectgroep waarin een machtsstrijd
destructief is voor de taakuitvoering
5. Het belang van de groep voor het individu en het belang van het individu voor de
groep kunnen uitleggen
Belang van de groep voor het individu ..
• Groepsdynamiek zorgt voor de stuwkracht, de energie, en dus de autonomie waardoor de
groep marcheert, het is een belangrijke motor die zorgt voor beweging, vitaliteit en
ontwikkeling: een zelfstandig levend sociaal geheel
• Spontane groepsprocessen zijn belangrijk voor het op gang brengen van leerprocessen,
dankzij de groepsdynamiek brengen leden materiaal in en reageren op de inbreng van
anderen: een informatieverwerkend systeem
• Dankzij de levendige groepsdynamiek is de groep een miniwereld die lijkt op de echte
wereld, waardoor leerprocessen in een groep makkelijk beklijven en goed overdraagbaar
zijn naar de buitenwereld: naturelle kwaliteit van de groep
Belang van het individu voor de groep: onder meer deskundigheid, persoonlijkheid gelden
als sterke individuele bijdragen aan de groep
6. De tien werkzame therapeutische factoren van een groep kunnen benoemen,
uitleggen, voorbeelden geven ( belangrijkste van eerste hoofdstuk ) → gaat in
een casus verwerkt worden.
1.Aanvaarding: als een groepslid ervaart door de groepsleden en/of de groep geaccepteerd
te worden om wie hij is, erbij te horen, zich gesteund te voelen
2.Universaliteit: als een groepslid verregaande herkenning van dezelfde problemen,
ervaringen, gevoelens bij één of meer groepsleden ervaart, merkt dat hij niet de enige is met
een bepaald probleem
3.Altruïsme: als een groepslid een positief gevoel krijgt nadat hij hoort dat zijn advies,
reactie, ervaring de ander écht heeft geholpen
4.Hoop: als een groepslid positieve, opbeurende, succesvolle ervaringen opdoet of
verneemt van andere groepsleden
5.Begeleiding: als een groepslid informatie, advies of ondersteuning krijgt die helpt of tot
oplossingen leidt