WELZIJNS EN GEZONDHEIDSPROMOTIE
1 GEZONDHEID, GEZONDHEIDSINDICATOREN EN VOLKSGEZONDHEID
1.1 VISIES OP GEZONDHEID
1.1.1 MEDISCHE , MONOCAUSALE VISIE
- Gezondheid wordt gezien als afwezigheid van ziekte of lichaamsgebrek
- Het ontstaan van ziekte is monocausaal = heeft slecht 1 oorzaak
- Is gedateerd veel ziektes kunnen niet meer verklaard worden vanuit 1 oorzaak
- De rol van de patiënt in zijn behandeling wordt als passief gezien
1.1.2 BIOLOGISCHE VISIE
- Gezondheid wordt gezien als het instant kunnen houden van de homeostase onder invloed van wisselende externe
omstandigheden
- Kan nauwkeurig omschreven worden en is voor elke mens gelijk
- Vpk taak parameters nemen , glucose spiegel , …
1.1.3 PSYCHOLOGISCHE VISIE
- Gezondheid wordt gezien als het instaat zijn om zelf vooropgestelde doelen in het leven te kunnen behalen en in zijn
geestelijke behoefte voorzien.
- Persoonlijke benadering = individuele benadering
- Vpk taak: observeren , gesprek , …
1.1.4 SOCIALE VISIE
- Je ben gezond als je in je sociale rollen in de maatschappij kan vervullen binnen de geldende waarden en normen
- Ziek: Gebrek om zich te kunnen aanpassen en te gedragen naar de waarden en normen binnen een cultuur.
- Vpk taak: informeren naar sociaal functioneren ( gezin , werk , woonst)
1.1.5 HUMANE , MULTICAUSALE VISIE
- Gezondheid wordt bepaald vanuit een fysisch , psychisch en sociaal welbevinden en niet enkel vanuit een afwezigheid
van ziekte of zwakte.
- Combineert de biologische , psychologische en sociale visie
- Multi causale benadering
- Onmogelijk om als VPK gezonde en ongezonde mensen via deze visie kunnen onderscheiden: reden? Volledig
lichamelijk, sociaal en psychisch welbevinden is onmogelijk.
- Biedt VPK wel aanknopingspunten voor het verlenen van kwalitatief goede en verantwoorde verpleegkundige zorg.
1.1.6 DYNAMISCHE VISIE
- De mens is gezond als hij in balans is met zowel zichzelf al het externe milieu. Door het aanpassingsvermogen houdt de
pt regie over zijn leven en dus ook gezondheid
- Patiënt zelf is vertrekpunt = hijzelf kiest hoe hij omgaat met gezondheid en gezondheidsproblemen.
- Persoonlijke groei, ontwikkeling en nastreven persoonlijke doelen = even belangrijk als medische zorg en behandeling
- Aandacht voor autonomie
- Gekoppeld aan: lichamelijke gezondheid, mentaal welbevinden, spirituele/existentiële dimensie, dagelijks functioneren,
sociaal-maatschappelijk participeren en kwaliteit van leven.
1.2 BELANG OM DE GEZONDHEIDSVISIE VAN DE PATIËNT TE KENNEN:
• Persoonlijke visie op gezondheid
= vertrekpunt voor het omgaan met de eigen gezondheid en de gezondheid van anderen
• Als zorgverlener: vanuit de patiënt denken
• Zelfbeeld / gezondheidsvisie patiënt bepaalt in grote mate
– Openheid voor gedragsverandering
– Motivatie tot gedragsverandering
– Investeringspotentieel
= vertrekpunt van gezondheidsvoorlichting!
,1.3 ICF
De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is een classificatie van gezondheid , het geeft weer hoe
mensen omgaan met hun gezondheid.
1.3.1 GEBRUIK
- Wordt gebruikt voor het meten van gezondheid en gezondheidsprobelemen zowel inividueel als op populatie niveau.
o Gezondheid is aldus te beschrijven vanuit lichamelijk, individueel en maatschappelijk perspectief. Aangezien
iemands functioneren - en problemen daarmee - plaatsvinden in een bepaalde context, bevat de ICF ook
omgevingsfactoren.
- Doel :
o Meten van gezondheidsuitkomsten
o Melden en analyseren van gezondheidsinterventies voor statische doeleinden
o Het meewegen van de stoornissen , beperkingen en participatieproblemen bij het in kaart brengen van
gezondheidsproblemen
- ICD = International Classification of Diseases = biedt informatie over gezondheid, ziekte en sterfte (in klinische zorg,
onderzoek naar ziekten en bestuderen van ziektepatronen, in het beheer van de gezondheidszorg).
- De ICF vult aldus de ICD aan en kijkt daarmee verder dan mortaliteit en ziekte.
- Oorsprong in de WHO
1.4 EPIDEMIOLOGIE
- = Vakgebied dat zich bezighoudt met het inzichtelijk maken van de gezondheidstoestand van de bevolking.
- Bestudeert enerzijds welke ziekten en aandoeningen onder de bevolking voorkomen en anderzijds welke verschijnselen
hiermee samenhangen
o vb. HIV: mate van spreiding onder bevolking, welke verschijnselen hiermee samenhangen zoals leeftijd, sekse
en seksueel gedrag
o Vb. cardiovasculaire gzdhproblemen: de mate waarin cardiovasc. risicofactoren (hoge RR/abdominale obesitas,
verhoogde cholesterol- en glucosewaarden) onder specifieke leeftijdsgroepen verspreid zijn en eventuele
verbanden met het bewegingsgedrag
- Factoren die een invloed hebben op het ontstaat van een ziekte:
o Etiologische factoren:
bepalend voor het ontstaan van een gezondheidsprobleem en dus de ziekte vooraf. Vb erfelijke
aanleg voor hoge RR.
o Prognostische factoren:
maken dat een al aanwezig gezondheidsprobleem verergert of stopt. Deze hebben invloed op het
verloop. Vb Abdominale obesitas voor het ontstaan van diabetes type 2 of rookgedrag bij COPD
patiënten of invloed van milieu (fijn stof) op ontstaan of verergeren van longproblemen
o Diagnostische factoren:
maken duidelijk of er sprake is van een bepaald gezondheidsprobleem.
Vb verandering in moedervlekken die kan duiden op huidkanker, aanwezigheid van afwijkende
lichaamscellen in de baarmoederhals die kan duiden op kanker
- In de epidemiologie zoekt men naar factoren die een verband hebben met een ziekten en aandoeningen
o die bieden dan mogelijk aangrijpingspunten voor verbetering van de gezondheid
o kunnen aangrijpingspunten zijn voor het voorkómen of verminderen van de (gevolgen van de) ziekte of
aandoening
1.4.1 EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK
- Metingen worden uitgevoerd op Individueel niveau :
o bij iemand kijken naar het wel of niet aanwezig zijn van ziekten en aandoeningen en de verschijnselen.
o alle individuele metingen neemt men samen om een uitspraak te doen op groepsniveau
- Op individueel niveau metingen doen is een middel om te komen tot populatie uitspraken of groepsuitspraken
o Vb. zijn er bepaalde groepen die vaker met depressies of angststoornissen in het ziekenhuis terecht komen
dan anderen?
- Soorten statistieken
o Gezondheidsstatistieken
zeggen iets over de gezondheidstoestand van bevolkingsgroepen (sterfte, ziekte, levensverwachting,
ziekenhuisopnames…)
o Demografische statistieken
bieden zicht op de samenstelling van bevolkingsgroepen (aantal mannen en vrouwen, aantal
kinderen, aantal 80+,…
, 1.5 GEZONDHEIDSINDICATOREN (HERKENNEN, OPNOEMEN EN UITLEGGEN)
= geven een cijfermatig inzicht in het niveau van gezondheid en ziekte onder de bevolking
1.5.1 MORTALITEIT
- percentage personen dat sterft aan een bepaalde aandoening gedurende een bepaalde tijdseenheid.
1.5.2 LEVENSVERWACHTING:
- het aantal verwachte levensjaren gemeten vanaf de geboorte
1.5.3 ERVAREN GEZONDHEID
- een gezondheidsindicator die de kwaliteit van leven in brede zijn weergeeft, dit subjectief.
- Inzicht verwerft men via vragenlijsten Vb kunt u zich goed concentreren?, ervaart u de laatste tijd meer druk?,…
1.5.4 MORBIDITEIT
- percentage mensen met een gezondheidsprobleem binnen een populatie (= ziektecijfer)
1.5.5 INCIDENTIE: (HOEVEEL MENSEN KREGEN HET?)
- nieuwe ziektegevallen die in een bepaalde periode optreden.
- Incidentie is dan het aantal nieuwe gevallen van een bepaalde ziekte in een bepaald jaar.
1.5.6 PREVALENTIE (HOEVEEL MENSEN HEBBEN HET?)
- totaal aantal bestaande ziektegevallen op een bepaald moment of in een bepaalde periode.
- Gezondheidsproblemen met de hoogste prevalentie zijn diabetes mellitus, artrose, ..
1.5.7 MEDISCHE CONSUMPTIE
- morbiditeit hangt vaak samen met het gebruik van voorzieningen in de gezondheidszorg.
- Een hoog gebruik van de voorzieningen staat hier dan gelijk aan een minder gezonde bevolking.
o (vb diagnosegroep psychische stoornissen laat de hoogste consumptie zien)
1.5.8 ZIEKTEVERZUIM:
- afwezigheid op werk door ziekte; hoe hoger het ziekteverzuim hoe ongezonder de bevolking /groep
1.5.9 MULTIMORBIDITEIT
- = Veel mensen met een chronisch gezondheidsprobleem hebben niet 1 maar meerdere gezondheidsproblemen
tegelijkertijd.
- Vb: astma en eczeem komen vaak samen voor, diabetes en coronaire hartziekten, depressie en angststoornissen …
- Multimorbiditeit heeft een extra negatief effect op de kwaliteit van het leven
1.5.10 QALY’S :
- quality adjusted life years:
- wat is de kwaliteit van het leven met een ziekte, aandoening, beperking…?
1.5.11 DALY’S :
- disability adjusted life years:
- maat voor de ziektelast. Het aantal gezonde jaren dat een populatie verliest door ziekte.
1.5.12 ADL-MATEN:
- geven aan in welke mate functiestoornissen het dagelijkse leven belemmeren (kwaliteit van het leven)
- SIP: sickness impact profile: andere maat om functiestoornissen te duiden
- McGill Pain questionnaire : specifiekere vragenlijst die beoogt naar de beleving en de gevolgen van pijn.
1.5.13 VERLOREN LEVENSJAREN
- = het aantal jaren dat een persoon verliest door een gezondheidsprobleem.
- Oorzaken? Longkanker, coronaire hartziekten, COPD, beroerte en darmkanker.
-
1.6 JE KAN HET VERBAND UITLEGGEN TUSSEN DE SOCIAALECONOMISCHE STATUS VAN MENSEN EN
HUN GEZONDHEID (OORZAKEN GEZONDHEIDSVERSCHILLEN).
- Ziekte en gezondheid zijn niet gelijk verdeeld. Er zijn gezondheidsverschillen. Deze hangen vooral samen met de
sociaaleconomische status (SES) en de daarbij horende leefgewoonten en (on)mogelijkheden van mense.
- Opleidingsfactoren en inkomensniveau spelen een belangrijke rol maar ook arbeidsomstandigheden en inkomen.
- Hoge ses – beter ervaren gezondheid
- Lage ses – minder goed ervaren gezondheid
o Mensen met een lage SES hebben vaker psychische gezondheidsproblemen, ze hebben minder het gevoel
controle te hebben over hun omgeving
o Mensen met een lage SES hebben een meer ongezonde levensstijl, roken vaker, drinken vaker, minder
beweging, ongezonde voedingsgewoonten,…