Uitgewerkte leerdoelen van les 1 tot en met 4.
Verloskunde, gynaecologie en kindergeneeskunde hoofdstukken: 3, 6, 7.5, 7.6, 8.4, 11.5, 11.6, 11.10, 17.2, 17.3, 17.5 17.8
Kinderverpleegkunde paragrafen: 4.3, 5.2.3, 6, 8.3, 8.4 en 8.6
Oefenvragen tentamen Leerboek kinderverpleegkunde Rolinka Ulijn-Ter Wal - 44 open vragen met antwoorden
Samenvatting - 2V Verlenen Van Zorg Op Maat: Moeder En Kind - Pediatrie 2
Samenvatting - 2V Verlenen Van Zorg Op Maat: Moeder En Kind - Pediatrie 1
Tout pour ce livre (27)
École, étude et sujet
Hogeschool InHolland (InHolland)
HBO verpleegkunde
Biomedische kennis
Tous les documents sur ce sujet (170)
4
revues
Par: monika_1999 • 3 année de cela
Par: aardappelsoep • 4 année de cela
Par: 0Britta0 • 4 année de cela
Par: irenebrouwer • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
jamiehbov
Avis reçus
Aperçu du contenu
Biomedisch leerdoelen les 1
1. De symptomen, het beloop, de oorzaken, de diagnostiek en de behandeling van een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap benoemen of beschrijven
Er zijn verschillende plaatsen waar zich een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra-uteriene
graviditeit EUG) kan bevinden:
Tubaire graviditeit: eileider
Abdominale graviditeit: buikholte
Ovariële graviditeit: eierstok
Cervicale graviditeit: baarmoederhals
Tuba: in de wand van de eileider
Interstitiële graviditeit: passeert de uteruswand
Oorzaak:
Een veel voorkomende oorzaak is een vroeger doorgemaakte infectie. Denk hierbij aan een
ontsteking van de eileider en eierstok (adnexitis) of buikvliesontsteking (peritonitis), zoals die
voorkomen bij een doorgemaakte infectie met gonokokken of chlamydia trachomatis.
Symptomen:
Amenorroe: uitblijven van de menstruatie
Zwangerschapstekenen: positieve zwangerschapstest en een verhoogde HCG-waarde in het
bloed
Bloedverlies: als gevolg van het afstoten van gedeelten van de decidua uit de uterus
Buikpijn: de lokalisatie van de zwangerschap veroorzaakt pijn
Diagnostiek:
HCG. De diagnose zwangerschap wordt gesteld met hulp van een positieve
zwangerschapsreactie.
Echoscopie. Hiermee kan vastgesteld worden of de zwangerschap zich wel of niet op de
juiste plek in de uterus bevindt. Bovendien is er vrijvocht in de holte van Douglas.
Laproscopie. Hiermee wordt de plaats van de zwangerschap vastgesteld. In de tuba treedt
meestal een tubaire abortus op, de vrucht is niet vitaal en hormoonspiegels dalen. Door een
tubaire abortus sijpelt bloed naar de buikholte, dit veroorzaakt geleidelijk toenemende pijn.
Bij een tubaruptuur treedt zeer snel ruim bloedverlies naar de buikholte met symptomen van
shock en acute buikpijn.
Beloop:
Bij een tubaire graviditeit ontwikkelt de bevruchte eicel zich in de leider of sterft af. Hoogst zelden
duurt de ontwikkeling langer dan 3 maanden. Bij vaginaal onderzoek kan een adnextumor worden
gevoeld.
Symptomen van acute buikpijn: spontane buikpijn, sterke drukpijn, schouderpijn, braken, loze drang
tot defecatie, zeer pijnlijk vaginaal onderzoek of bewegen van de cervix/drukken op de Douglas
holte.
Symptomen van acuut inwendig bloedverlies: bleekheid, snelle pols, bloeddrukdaling, neiging tot
collaps, verschijnselen van shock en peritoneumprikkeling.
Behandeling:
Met behulp van een infuus wordt een stabiele circulatie nagestreefd. Meestal is er een operatieve
ingreep nodig, waarbij het product, na een incisie van de tuba, uit de tuba verwijderd. Bij een uiterst
zeldzame ovariële zwangerschap kan een wigexcisie nodig zijn. Een behandeling met methotrexaat is
mogelijk als de zwangerschap nog niet ver gevorderd is. Deze behandeling wordt een week lang om
de dag intramusculair toegediend, afwisselend met foliumzuur.
Bij een resusnegatieve moeder wordt een intramusculaire injectie anti-D toegediend, zodat er geen
resusantistoffen worden gemaakt.
Prognose:
Eenmaal doorgemaakt is er een verhoogde kans op herhaling.
,2. De symptomen, het beloop, de oorzaken, de diagnostiek en de behandeling van een abortus
benoemen of beschrijven
Onder abortus/miskraam wordt het spontane eindigen van een zwangerschap vóór 16 weken
amenorroe verstaan. Dit komt het vaakst voor bij minder dan 12 weken amenorroe. 10-15% van de
intra-uteriene zwangerschappen eindigen in een spontane abortus.
Verschillende soorten abortus:
Abortus imminens: bloedverlies uit de gesloten cervix uteri in de eerste helft van de
zwangerschap. Bij foetale hartactiviteit is de prognose relatief gunstig. De zwangerschap
heeft zich niet goed ontwikkeld, behandeling is dan niet zinvol. Soms zijn er gynaecologische
oorzaken.
Abortus in gang: de cervix uteri staat open en is verkort. Er zijn pijnlijke contracties en een
toename van bloedverlies met stolsels. Een behandeling bestaat uit afwachten of, bij
extreem bloedverlies, een vacuümcurettage.
Abortus completus: de vruchtzak wordt volledig uitgestoten.
Abortus incompletus: de vruchtzak wordt gedeeltelijk uitgestoten, waardoor het pijn blijft
doen. De cervix uteri blijft open. Het gaat gepaard met chronisch bloedverlies en veroorzaakt
een verhoogd infectierisico. Abortus incompletus met koorts kan een geïnfecteerde
uterusinhoud betekenen. Een curettage mag dan pas na het toedienen van antibiotica.
Missed abortion: de vrucht is afgestorven maar blijft in de uterus. Er is geen foetale
hartactiviteit meer aanwezig, maar de zwangerschapstest blijft positief. In overleg met de
vrouw kan een moment bepaald worden voor een curettage of prostaglandine-inleiding.
Habituele abortus: drie of meer zwangerschappen eindigen in een abortus. Het heeft zelden
een aanwijsbare en behandelbare oorzaak. Na twee abortussen is er een indicatie voor
chromosomaal onderzoek bij man en vrouw.
Symptomen:
Pijnlijke krampen
Overvloedig bloedverlies
Het verlies van een stukje weefsel
Beloop:
Bij een spontante abortus is het een grote schrik voor de vrouw. Er zijn vaak veel gevoelens
aanwezig, zoals verdriet, angst, onzekerheid, en schuld. Er moet onderzoek worden gedaan of er
daadwerkelijk sprake is van een abortus. Geruststellen is pas mogelijk nadat met behulp van een
echoscopie een normale zwangerschap en een positieve hartslag is vastgesteld. Als dit niet zo is
wordt met de patiënt besloten om de zwangerschap te beëindigen/de dode vrucht te verwijderen.
Tijdens dit proces worden er routinecontroles uitgevoerd: pols en tensie, temperatuur en mogelijk
bloed- en weefselverlies.
Oorzaak:
Afwijken van de vrucht
Hormonale stoornissen (te weinig progesteronvorming)
Afwijking aan de uterus
Ziekten (infectieziekten en systemische lupus erythematodes)
Trauma
Diagnostiek:
Met behulp van echoscopie wordt vastgesteld of de baby een positieve hartslag heeft.
Behandeling:
Het operatief verwijderen van de vrucht of met behulp van een (zuig)curettage.
,3. De invloed van intoxicaties en infecties benoemen of beschrijven
Milieufactoren:
Roken: heeft als gevolg beschadiging van de placenta met intra-uteriene groeivertraging tot
gevolg.
Alcohol: het foetale alcoholsyndroom kan ontstaan, met als gevolg: groeiachterstand,
mentale retardie, hypotonie/hyperkinesie, onvoldoende ontwikkeling van de onderkaak en
kleine ogen.
Drugs: beschadigende effecten zijn niet bewezen, maar bij het gebruik van hard drugs
ontwikkelt de pasgeborene na de geboorte abstinentieverschijnselen (afkickverschijnselen).
Medicijnen:
o Tetracyclinen: tandverkleuring
o Sulfonamiden: icterus
o Orale anticoagulatina: warfarinesyndroom en bloedingen tijdens de baring
o Anti-epileptica: congenitale afwijkingen zoals spina bifida
o Cytostatica: misvorming, intra-uteriene vruchtdood
o Medicijnen voor behandeling van hyperthyreoïdie: hypothyreoïdie of
hyperthereoïdie van het kind
Voeding: ondervoeding heeft invloed op het geboortegewicht
Vaccinatie: vaccinaties met dood of sterk verzwakte vaccins kunnen aan zwangere vrouwen
worden toegediend.
Virale infecties:
Rubella (rodehond): bij primaire infectie kan het kind via de placenta besmet raken. In de
eerste maand van de zwangerschap is er 40-60% kans op misvorming, in de tweede maand
30% en in de derde en vierde maand 10%. Voorbeelden van misvormingen zijn glaucoom,
cataract, hartgebreken, doofheid, mentale retardatie en spasticiteit.
Na blootstelling moet bloedonderzoek worden gedaan. Als er antilichamen aanwezig zijn is
er geen gevaar, wanneer deze niet aanwezig zijn moet het onderzoek na drie weken
nogmaals worden gedaan. Zijn de antilichamen nu wel aanwezig (IgM) dan is een primo-
infectie bewezen; er is kans op misvorming. Dit kan een aanleiding zijn tot het afbreken van
de zwangerschap.
Hepatitis A: besmetting vindt plaats via de genitaliën, bloed, maar vooral via de maag-
darmtractus. Het virus heeft de karakteristieken van een enterovirus en verdwijnt na infectie
uit het lichaam. 85% van de bevolking is immuun voor hepatitis A.
Hepatitis B: besmetting vindt plaats via bloedcontact of seksueel contact via de slijmvliezen.
Na herstel van de ziekte kan de ziekte chronisch worden, het virus kan in het bloed blijven en
de persoon blijft drager. Je kunt chronisch drager zijn van HBsAG of HBeAG, in het laatste
geval is de besmettelijkheid groter. Chronisch dragerschap gaat gepaard met een verhoogde
kans op levercarcinoom en levercirrose. Een pasgeborene met een verhoogd
besmettingsrisico krijgt binnen 24 uur een injectie met antilichamen, vanaf de zevende dag
wordt met de vaccinatie begonnen. Bij een antigeendraagster worden tijdens de bevalling
maatregelen genomen: de hulpverleners dragen handschoenen en een spatbril.
Hepatitis C: besmetting vindt plaats via een bloedtransfusie. Verticale transmissie van
moeder naar kind komt zelden voor.
Cytomegalie: behoort tot de herpesvirusgroep. De infectie is intracellulair. Het virus blijft in
de lichaamscellen aanwezig, zodat de blijvende infectie na jaren een reactivatie kan
opwekken. Slechts 20% van de besmette kinderen overlijden en bij de overige ontstaan
restverschijnselen: psychomotore retardatie, doofheid en visusstoornissen.
Herpes simplex: type 1 veroorzaakt een koortslip. Type 2 kan zorgen voor besmetting tijdens
de baring. Twee tot tien dagen na besmetting kan encefalitis ontstaan, deze infectie is bij
pasgeborenen meestal dodelijk. De primaire genitale herpesinfectie, die tijdens de baring
, aanwezig is, is het gevaarlijkst voor het kind. In dat geval wordt een primaire sectio caesarea
geadviseerd en medicamenteuze behandeling (aciclovir) van de pasgeborene. Indien geen
herpesblaasjes aanwezig zijn kan een normale vaginale baring plaatsvinden.
Hiv/aids: wordt veroorzaakt door het humaan immunodeficiëntie virus (HIV). Het is een
retrovirus dat een stoornis van de afweer tegen infecties veroorzaakt. Als je een drager bent
van het virus, ben je hiv-positief. Pas als de hiv-drager ziek wordt is sprake van aids. Hiv-
positieve vrouwen kunnen via de placenta de infectie overdragen op hun kind, de kans dat
dit gebeurt is ongeveer 15%. Borstvoeding wordt sterk ontraden bij een hiv-positieve vrouw.
Bacteriële infecties:
Gonorroe: wordt veroorzaakt door de bacterie Neisseria gonorrhoeae. Het is een seksueel
overdraagbare aandoening. Het hebben van gonorroe kan een ontsteking van het in de
bekken gelegen deel van het buikvlies veroorzaken (adenexitis). Tijdens de bevalling kunnen
de ogen van het kind besmet worden. De moeder wordt behandeld met antibiotica en het
kind met antibioticaoogdruppels of -zalf.
Chlamydia infectie: de bacterie chlamydia trachomatis bevindt zich intracellulair in het
slijmvlies van urethra en cervix. De bacterie kan tijdens de zwangerschap bloedverlies,
infectie en endometritis/adenexitis veroorzaken. Tijdens de baring kan het kind besmet
raken met een conjunctivitis of pneumonie als gevolg. Behandeling van moeder en kind
bestaat uit azitromycine.
Groep-B-streptokokken (GBS): streptococcus agalactiae, zijn frequent aanwezig in
schede/rectum/vulva van gezonde zwangere vrouwen. Tijdens de baring kan besmetting van
het kind optreden die tot een zeer snel verlopende pneumonie, sepsis of meningitis kan
leiden. Behandeling bestaat uit het toedienen van penicilline. Beschermende antistoffen
tegen GBS-infectie passeren de placenta pas na 34 weken, er is dus meer kans op besmetting
bij een vroeggeboorte.
Listeriosis: wordt veroorzaakt door listeria monocytogenes. Deze bacterie zit bijvoorbeeld in
ongepasteuriseerde rauwe melk en kaas. Een infectie kan een intra-uteriene vruchtdood,
ademhalingsstoornissen en meningitis veroorzaken. De foetus wordt meestal trans placentair
besmet, maar een opstijgende infectie via de cervix is ook mogelijk. Kenmerkend is dat het
vruchtwater een groene kleur krijgt. De behandeling bestaat uit een hoge doses antibiotica.
Overige infecties:
Leus (syfilis): wordt veroorzaakt door een spiraalvormige bacterie (spirocheet), namelijk
treponema pallidum. Het is een seksueel overdraagbare aandoening. De aandoening wordt
gekenmerkt door een pijnloze ulcus. Vóór de twintigste week wordt het kind niet aangetast,
na de twintigste week wel. Bij een verse leus treedt vaak een vroege intra-uteriene
vruchtdood op, bij een niet-behandelde latere leus treedt intra-uteriene vruchtdood op, of
wordt het kind geboren met leus congenita. Symptomen hiervan zijn: een vergrote
milt/lever, snuffelrhinitis, huiduitslag, aantasting van de lange beenderen of een afwijking
van het neuskraakbeen.
Toxoplasmose: wordt veroorzaakt door een protozoön, toxoplasma gondii, dat in de cellen
dringt. Als de infectie al eerder doorgemaakt is vóór de zwangerschap, is de moeder
immuun. In het eerste trimester is er 20% kans op besmetting en in het laatste trimester
60%. De besmetting van de foetus nestelen zich in de hersenen, ogen en spieren. Afwijkingen
van de foetus zijn: hydrocefalie, oogletsel, necrose en kalkafzetting in de hersenen en intra-
uteriene vruchtdood. De preventie bestaat uit het vermijden van kittens, kattenbakken, vers
groente en fruit wassen, geen rauw vlees eten en handschoenen dragen tijdens het
tuinieren.
Urineweg infecties:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jamiehbov. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.