Samenvatting ontwikkelingspsychologie, pabo jaar 1
15 vues 0 fois vendu
Cours
Ontwikkelingspsychologie (2215OWPSYZ)
Établissement
Hogeschool InHolland (InHolland)
Als toekomstige leerkracht is het belangrijk om te weten hoe kinderen zich ontwikkelen. Het doel is inzicht
te verkrijgen in de cognitieve, sociale en persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen vanaf de babytijd tot
aan de volwassenheid. Ontwikkeling is het resultaat van aanleg van het kind en d...
Hoofdstuk 1 Het terrein van de ontwikkelingspsychologie
-Ontwikkelen kunnen we typeren als het doorlopen van een reeks toestanden.
-Verandering en vooruitgang zijn 2 essentiële kenmerken van ontwikkeling.
-Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van
differentie en functioneren leiden.
-De ontwikkelingspsychologie houdt zich met 2 fundamentele kwesties bezig:
1: Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijden hun ontwikkeling.
2: Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene toestand naar de
volgende.
-Volgens Locke moesten kinderen strikte opvoeding krijgen die zou uiten in zelfdiscipline en vorming
van de geest.
-Rousseau vond dat een kind ruimte, respect en stimulans nodig had en zo min mogelijk correctie
-Colleratie=Logisch zoals een langer persoon weegt meer.
-Eerste onderzoek naar kinderen: bioloog Darwin
-Methodes om gegevens over kinderen te verzamelen zijn: observatie en interview/vragenlijst.
-methodes om ontwikkeling te meten:
Methode: Definitie: Voordleen: Nadelen:
Dwarsdoorsnede Op één tijdstip de Snel en goedkoop Bij groot
meetresultaten van groepen leeftijdsverschil
van verschillende leeftijd verwarring
vergelijken, bij. 4- en 6- ontwikkeling en
jarigen. cohorteffect; geen
individuele
ontwikkeling te
traceren
Longitudinaal Op meerdere tijdstippen één Geen verwarring Langdurig en duur;
groep kinderen met zichzelf ontwikkeling en uitval proefpersonen
vergelijken, bij. Meting van cohorteffect;
4-jarigen na twee jaar individuelen
herhalen ontwikkeling zichtbaar
-Cohor= een groep mensen met hetzelfde geboortejaar.
,Hoofdstuk 2 ontwikkelingspsychologie theorieën
-Naturekant= instinct, talent, groei, temperament en drift.
-Narture= opvoeding, vaardigheid, kennis en ervaring
-Nature versus nurture= de vraag in hoeverre gedrag, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen
door aanleg of door omgevingsfactoren bepaald worden.
Freud:
-ES= doel in de driften zo spoedig mogelijk te bevredigen bij de baby wordt alles door es bepaald.
-Ich= vormt het realistische element in de persoonlijkheid.
-Uberich= van binnenuit wordt aangegeven of iets goed of fout is.
-Orale fase (0-1 jaar) = sabbelen, kauwen, bijten en zuigen = Es
-Anale fase (1-3 jaar) = het kind geniet van de controle over de sluitspier = ich
-Fallische fase (3-6 jaar) = sterk aangetrokken tot het andere geslacht/ identificatieproces = Uberich
-Latentiefase (6-12 jaar) = het kind is bezig met zich sociaal en cognitief te ontwikkelen
-Genitale fase (na 12 jaar) = lichamelijke veranderingen + verliefd
-Grondlegger cognitieve ontwikkelingsmodel= Jean Piaget (hoofdstuk 6)
-Assimilatie= nieuwe ervaringen worden geïnterpreteerd op basis van bestaande schema’s.
-Accommodatie= onder invloed van nieuwe ervaringen wordt het schema verander.
John Watson
-Behaviorisme= leren is een relatief blijvende gedragsverandering als gevolg van opgedane ervaring.
De twee belangrijkste elementen in deze definiete zijn: gedragsverandering en ervaring.
-Watson toonde aan dat een angstreactie geconditioneerd kon worden met iets wat helemaal niet
eng is.
-Natuurlijke prikkel=ongeconditioneerde stimulus
-Natuurlijke respons= ongeconditioneerde respons
-Geluid van een bel= neutrale stimulus
(Verhaal dat als honden een bel (neutrale stimulus) gecombineerd werd met het aanbieden van een
natuurlijke prikkel, namelijk hondenbrokjes (ongeconditioneerde stimulus) wat leidde tot een
natuurlijke respons: kwijlen (ongeconditioneerde respons). Na meerdere keren bleek het geluid van
de bel genoeg om de honden te laten kwijlen. De bel was een geconditioneerde stimulus geworden
en het kwijlen een geconditioneerde respons.)
-Skinner: werkte de operante conditionering uit= de consequentie van het gedrag bepaalt het
leerresultaat.
-Bandura: toont aan dat kinderen door kijken ook leren.
Belangrijkste leerprincipes zijn:
-Gewenning (habituatie): afnemen of verdwijnen van een respons als herhaald aanbieden van
datgene dat de respons veroorzaakte. Gewenning speelt een belangrijke rol bij het
concentratievermogen.
-Uitdoving: zonder beloning lijkt het probleemgedrag af te nemen.
-Bekrachtiging: onwillekeurig gedrag met aangename consequentie neemt toe.
-Straf: consequentie voor gedrag.
-Bekrachtiging continu of onderbroken: men moet consequent reageren op het gedrag van kinderen.
-Imitatie: gedrag wordt door kinderen geïmiteerd.
, Hoofdstuk 6 Denken
De 4 cognitieve ontwikkelingsstadiums volgens Piaget
Stadium: Leeftijd: Denken door middel van: Vaardigheden: Beperkingen:
Sensomotorisch 0-2 jaar Handelen Objectpermanentie,
stadium eerste representaties,
indirecte imitatie.
(Object blijft bestaan
ook al zie je het niet).
Preoperationeel 2-6 jaar Representaties/ statisch Toename Egocentrisme,
stadium (iets wat symboolgebruik, concentratie.
er nog niet is) fantasie,
taalontwikkeling
Concreet 6-12 jaar Representaties/ Mentale operaties. Nog geen
operationeel dynamisch maar concreet Meerdere aspecten bij abstractie
stadium een probleem
betrekken.
Formeel 12+ jaar Representaties/ Hypothetisch/deductief
operationeel dynamische en abstract redeneren,
stadium abstractievermogen.
Sensomotorisch stadium:
Van reflex naar reflectie, sensomotorisch verwijst naar het belang van zintuigelijke indrukken en
motorische handelingen waarmee het effect van zijn eigen activiteit op de omgeving te ontdekken en
te experimenteren. De kinderen ervaren de eerste taalverwerving, fantasiespel, indirecte imitatie,
objectpermanentie.
Preoperationeel stadium:
Peuters zijn bezig in hun eigen fantasiewereld, kleuters communiceren meer met taal en delen
fantasie met leeftijdsgenootjes. Dit verschil noemen we afnamen in egocentrisme. Concentratie wil
zeggen dat peuters en kleuters letten op de toestand en niet op het proces. Conservatie-experiment
is dezelfde hoeveelheid, maar in verschillende vormen (dik glas vs dun glas).
Concreet operationeel stadium:
Informatie heeft betrekking op realistische, concreet voorstelbare situaties een mentale operatie kun
je een gedachtenhandeling noemen. Hierdoor neemt het probleemoplossend vermogen toe. Twee
cruciale kenmerken van het operationeel denken zijn reversibiliteit en organisatie. Reversibiliteit is
de uitgevoerde handeling kan in gedachte weer teruggedraaid worden. Organisatie is dat er
meerdere aspecten worden meegenomen in de uiteindelijke conclusie. Reversibiliteit is
omkeerbaarheid van de handeling. Compensatie is probleem van 2 kanten bekijken. Identificatie is
het kind weet dat er niet bij of afgegaan is.
Formeel operationeel stadium:
Mentale operatie maakt zich los van concrete inhoud, het denkt na over hoe de wereld zou zijn als.
Het belangrijkste van dit stadium is hypothetisch-deductief redeneren, dit is een vorm van probleem
oplossen waarbij alle mogelijkheden getest worden.
-Lev Vygotsky richtte zich op de zone van de naaste ontwikkeling. Ook vond hij taal heel belangrijk,
hij vond het een sturingsmechanisme dat het denken in gang zetten.
-Informatieverwerking verloopt volgens 3 processen: opnemen, opstaan ent terugzoeken.
-Informatieverwerkingsmodel:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kimbronswijk23. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.