Samenvatting van alle literatuur van Actoren in Rechtshandhaving
7 vues 0 fois vendu
Cours
Actoren in de rechtshandhaving (R_ACTOR16)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Studieboeken Criminologie
Samenvatting van alle literatuur van Actoren in Rechtshandhaving aan de Vrije Universiteit Leerjaar 1 Jaar 1
- Bolhuis, M. P., Schoenmakers, Y. M. M. & Beijers, W. M. E. H. (2020).
Actoren in de strafrechtspleging(4e druk). Boom Criminologie.
- Aanvullende artikelen, informatie volgt via Canvas.
- Politie: opsporen van verdachten en bewijs vergaren
o Bijzondere opsporingsdiensten: opsporing op specifieke terreinen
FIOD
- OVJ: stuurt onderzoek van politie en BOD.
o Vraagt voor bijzondere middelen toestemming aan de RC
- Advocaat: staat de verdachte bij en behartigd de belangen van de verdachte
- OM: bij voldoende bewijs gaat de zaak naar het OM
o De OVJ kan de zaak ook zelf de zaak afdoen met seponeren of een transactie
o Als hij de verdachte dagvaardt komt de zaak bij het OM
- Vervolging: OVJ presenteert het bewijs en de advocaat staat de verdachte bij. De rechter
beslist daarna
- Reclassering: adviseert de rechter over o.a. het recidiverisico.
o *als de verdachte minderjarig is gebeurd dit door de Raad van Kinderbescherming
- Deskundigen: de rechtbank kan op verzoek van de OVJ of de advocaat deskundigen
oproepen
o NFI, psycholoog, psychiater
- Slachtoffer: kan bijwonen of gebruik maken van spreekrecht of als getuige
- Centraal Justitieel Incassobureau: coördineert de strafrechtelijke beslissingen.
- Dienst Justitiële Inrichtingen: tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen
- Reclassering: overziet taakstraffen en de inning van boetes
- *OVJ ziet ook toe op de tenuitvoerlegging. Vooral als de veroordeelde zijn straf niet nakomt.
De dynamiek van de strafrechtpleging
Wisselwerking tussen repressie en resocialisatie.
Repressie: beveiliging van de samenleving en vergelding
Resocialisatie: situatie van de dader
Op dit moment sprake van versobering van de strafrechtpleging door o.a. bezuinigingen. Maar ook
wordt er veel efficiënter gewerkt. Ook de positie van het slachtoffer is versterkt.
Hoofdstuk 2 De politie
2.1 Inleiding
Geweldsmonopolie: de enige instantie die overheidshandelen met geweld kan afdwingen
Sterke solidariteit: politie moet op elkaar kunnen rekenen
,Grote administratieve druk
Erg hiërarchisch: verschillende rangen
Grote discretionaire ruimte: ruimte voor politiemensen op zelfstandig te beslissen.
Politie wil dichtbij maatschappij zijn maar zijn ook op nationaal niveau actief
Politie is behoudend maar ook vernieuwend in technieken
Jaren 60: repressief en stelde wijkagenten aan om contacten tussen politie en burger te verbeteren
Jaren 70: kleinschalige politieteams per wijk gericht op al het politiewerk (wijkagenten weer van de
baan)
Jaren 80: wijkteammodel wordt doorgevoerd
Jaren 90: schaalvergroting door meer nationale en internationale samenwerkingsverbanden. 1994
kwamen er 25 politiekorpsen en het landelijke politiekorps omdat:
- Criminelen worden steeds mobieler
- Nationaal politiekorps is makkelijker aan te sturen
- Nationale structuren voor criminaliteitsbestrijding
Jaren 90: brede basispolitietaak stopte want dit was te veel werk. Vanaf toen gebied gebonden
politiezorg (GPZ): politie werkt in kleine geografische eenheden en houden nauw contact met de
burgers en hun wijken. GPZ wordt gedragen door gebiedsagenten die gekoppeld zijn aan een deel
van het wijkteam.
- Belangrijkste doel: kennen en gekend worden
2.2.2 Enkele ontwikkelingen in de laatste jaren
Uitgangspunt: in nauwe verbinding staan met de samenleving
Hoofdelementen: kleinschalige gebied gebonden politieteams met politiemensen die speciaal zijn
aangewezen voor het leggen van verbindingen tussen politie en burger. Aanpassen aan de
samenleving is belangrijk
Belangrijkste ontwikkeling: digitalisering van de samenleving. Heeft invloed op de aard en omvang
van de criminaliteit
- Sporen zoeken in gegevensbestanden
- Toezicht via camera’s
,Intelligence belangrijk in huidige politiebeleid: geanalyseerde informatie op grond waarvan
beslissingen over de uitvoering van de politietaak worden genomen. Hierdoor kan eerst een goede
probleem analyse worden gemaakt.
Digitalisering zorgt ook voor nieuwe mogelijkheden voor criminelen. Daardoor nieuwe politieteams
opgesteld:
- Landelijk team High Tech Crime
- Regionale onderdelen Digitale Expertise
- Cybercrime Teams
2.2.3 De politieorganisatie vandaag de dag
Landelijke politie onder leiding van een korpschef bestaat uit:
- 10 regionale eenheden
o Regionale diensten
o Districten
o Divisies
o *Bijv. Regionale recherche
- Landelijke eenheid
Hoofddoelstelling: dichtbijpolitie
2.3 Politiewerk
2.3.1 De wettelijke politietaak
Artikel 3 van de politiewet:
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de
geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het
verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
Handhaven van de rechtsorde: in stand houden van de legitieme maatschappelijke verhoudingen en
aanspraken. Vanuit twee verschillende invalshoeken:
- Handhaven van de wet of strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde
- Handhaven van de maatschappelijke orde, veelal in de zin van openbare orde.
Invalshoeken:
- Strafrechtelijke handhaving: handhaving met gebruikmaking van wettelijke dwangmiddelen
en bijzonder opsporingsbevoegdheden.
o Sv boek 1 titel IV. Dwangmiddelen kunnen de grondrechten van burgers inperken
o Politieonderzoek eindigt in een proces-verbaal en vormt de basis voor rechterlijk
oordeel.
o Kleine zaken door politieteams en grote zaken door recherche eenheden
- Handhaving van de maatschappelijke orde: speciaal gericht op de openbare orde
o In stand houden van de normale sociale en fysieke patronen in de publieke ruimte
, o Aansturen van menselijk gedrag en het meest zichtbaarste politie deel voor de
burger
o Kleinschalige ordehandhaving: gericht op toezicht en handhaving op het niveau van
wijken door de basisteams
o Grootschalige ordehandhaving: bij evenementen met een groot risicogehalte.
- Hulpverleningstaak: noodhulp
2.3.2 Politie als maatschappelijke functie
De essentie van politie si sociale controle: het toepassen van positieve en negatieve sancties met als
oogmerk het gedrag van anderen in overeenstemming te houden of brengen met de standaarden
die gelden binnen de groep.
Informele sociale controle: vorm en inhoud door de activiteiten van mensen onderling, in hun
alledaagse leefomgeving. Mensen letten zelf op elkaar. Als mensen er onderling niet uitkomen komt
formele sociale controle.
Formele sociale controle: wordt uitgeoefend door mensen die op grond van regels in de
samenleving. Wordt uitgeoefend door personen die hier bevoegd voor zijn. Zoals de politie.
Politie legt verantwoording af aan korpschef --> korpschef legt verantwoording af aan de minister
van justitie van veiligheid --> minister van justitie en veiligheid legt verantwoording af aan de
Tweede kamer.
Essentiële hulpmiddelen van de politie
- Informatietechnologie
- Mate van gezag
- Wettelijke middelen om dwingend in te grijpen
- *Maar de politie heeft ook burgers nodig voor informatie. Door aangiftes en verklaringen.
Hoofdingrediënten van politie
Informatie van de politie
- Informatie van burgers
- Informatie van andere instanties
Gezag en macht van de politie
- Gezag van burgers
- Gezag en macht van andere instanties
Meerdere instanties werken samen met de politie om arbeidscapaciteit en formele bevoegdheden
te bundelen en werkzaamheden af te stemmen zodat het geheel sterker is dan som der delen.
- Ouders, leraren, horecapersoneel
Politiemensen hebben vooral mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het gedrag van burgers
indien zij aansluiten bij informele processen van sociale controle. Waar informele sociale controle
niet meer toereikend is, komt formele sociale controle om de hoek kijken.
2.3.3 De politietaak in de praktijk
Inrichtingsplan nationale politie heeft 4 hoofdprocessen:
- Intake en service: opnemen aangifte en receptie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisabuwalda. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.