H01 – klassieke
rechtvaardigingstoets
INLEIDENDE LES
MORAALFILOSOFIE
Metafysica: wat bestaat er?
Kennisleer of epistemologie: wat is kennis?
Esthetica: wat is mooi? Wat is lelijk?
Filosofie -> behandelt normatieve vraagstukken ( wat mag en wat niet? ) in 3 disciplines
- Ethiek of moraalfilosofie – waarden ( bv mogen dove ouders voor een doof kind
kiezen? )
- Rechtsfilosofie – wat is recht? ( bv mag een ex-reuzegommer beloond worden met job
aan ugent? )
- Politieke filosofie – wat is een rechtvaardige samenleving? ( bv moet er een verplichte
samenlevingsdienst voor jongeren komen? )
Oplossen van normatieve problemen : rationele argumentatie -> beredeneerde oplossing
ONBEREDENEERDE OPLOSSING
Geloof – wil van god
Geen religieuze argumenten in ethisch debat -> een ethische vraag vergt een ethisch
antwoord en ethische argumenten -> niet nodig om religie hierin te betrekken
Plato ( 427 – 347 v Chr ) – dilemma van Eutyphro
- Verhaal: vader van Eutyphro vermoordt een onschuldige slaaf, dit is volgens hem niet
goed omdat het tegen de wil van God ingaat, Socrates vraagt hem waarom hij dat
denkt waarop E zegt dat dit evident is
- MAAR: als het evident is, waarom hebben we God dan nog nodig?
o Zijn redenen zijn onbekend -> God is willekeurig ( bv even goed plicht tot stelen )
o Zijn redenen zijn wel bekend -> God is overbodig ( bv even goed redelijke
argumenten )
Emoties – instincten – intuïties
Bv winkeleigenaar die uit woede kruimeldief aan paal vastbindt omdat de politie niet ingrijpt -
> dief niet veroordeeld, winkeleigenaar wel want gebruik geweld en eigenrecht
De verlichting – eind 18e eeuw :
- Ongenoegen over morele emoties ( bv homofobie, lijfstraffen )
- Grenzen van morele intuïties -> geen of onduidelijk antwoord bij nieuwe problemen,
emoties zijn geen rationele argumenten
- Democratie vraagt rechtvaardiging – motiveringsplicht
,Feitelijke toestand
Men gaat er soms van uit dat een normatief probleem kan opgelost worden door enkel en
alleen de feiten
Naturalistische drogreden of naturalistic fallacy
Normen =/= feiten
Feitelijke toestand ( verklaren, begrijpen en voorspellen -> normatief oordeel
( rechtvaardigen, aanvaarden en verwerpen )
MAAR: feitelijke informatie kan belangrijk zijn in normatieve kwesties ( bv toelaatbaarheid
abortus, het nut van gevangenissen )
Moeilijk te aanvaarden
Verhaal: Patrick en Susan zijn broer en zus, worden verliefd op elkaar en beginnen een relatie,
dit leidt tot kinderen met zware mentale beperkingen, in Duitsland geldt een wet die
incestseks verbiedt waardoor Patrick veroordeeld wordt tot 8 jaar gevangenisstraf, Susan
wordt ontoerekeningsvatbaar verklaard
Rationele argumenten :
- Wederzijdse toestemming
- Meerderjarige volwassenen
- Genetisch risico geen punt bij niet-verwante koppels
- Wat met verwante koppels die geen kinderen willen of zich laten steriliiseren?
Irrationele argumenten :
- Incest voelt vies aan
- Vrijwel overal ter wereld taboe
BEREDENEERDE OPLOSSINGEN
Jeremy Bentham – utilitarisme ( eind 18e-begin 19e eeuw )
Bedenker van het panopticon -> de ideale gevangenis: koepelvormig, cipier in het midden
Mensbeeld: geen bijgeloof ( dood lichaam heeft enkel betekenis als het nuttig aangewend
is ) , heel rationeel, hedonisme ( het positief nut primeert -> mensen streven naar geluk,
ongeluk vermijden )
Oplossing normatieve problemem : ‘the greatest happiness of the greatest number’
Hedonisme : nutsbalans is becijferbaar
- Bv Manuel Wackenheim – dwergwerpen
o Liet zich inhuren zodat mensen hem op een mat konden werpen
o Hij werd er gelukkig van, de mensen die hieraan deelnamen werden er ook
gelukkig van
o ongelijk voor de VN-commissie voor de rechten van de mens die dwergwerpen
onwaardig vindt
- Bv dierenleed in agro-industrie
o Dierenleed bij kweekdieren is geen hedonisme
o Balans tussen het leed die de dieren doormaken en het geluk dat mensen
ervaren bij het eten van vlees is niet evenwichtig
- MAAR: een eenheid voor nut is onmogelijk want iedereen ervaart dit anders ( voor de
ene is iets een straf, voor de ander een beloning ) -> nutsbalans moeilijk becijferbaar
,Consequentialisme : alleen rekening houden met gevolgen van de handeling, niet de intentie
ervan
- Bv moeder Theresa ‘leed is goed’ - tegen pijnstilling
- Bv Johnson and Johnson – voor pijnstillling want economisch gewin
- Probleem = botst met intuïties
o Bv tramdilemma: onpersoonlijk ( niets doen en 5 personen worden overreden of
de hendel omdraaien en 1 persoonn sterft ) of persoonlijk ( 1 persoon duwen van
een brug en 5 mensen redden of niets doen en 5 mensen sterven )
o Bv self-driving car dilemma
o Bv Vervangbaarheidsargument – Peter Singer
Renpaarden worden na 8 jaar geslacht en vervangen nadat de beste
prestaties geleverd zijn ( terwjil paarden normaal ongeveer 30 worden )
Er ontbreekt een zekere menselijkheid
Nominalisme : alleen individuele nutsbalansen – elk individu heeft een hoeveelheid leed of
geluk
- Bv Rope en Compulsion – moord op Bobby Franks
o Verhaal: 2 arrogante studenten ergeren zich aan Bobby, een weeskind, en
vermoorden hem
o Studeneten denken utlitaristisch: de moord zou veel geluk en plezier
veroorzaken en het leed van Bobby is veel kleinder want hij heeft geen familie en
draagt niet bij tot de samenleving
- Probleem van moral monstrosities -> soms leiden bepaalde theorieëen tot
monstrositeiten, je kan immoraliteiten rechtvaardigen als je werkt mt individuele
nutsbalansen
Immanuel Kant – deontologisme
Intentiemoraal: de intentie telt, niet de gevolgen ( verwaarlozing van de notie van het
gevolg )
- Gevolgen versus intentie
o Geen ongeluk = niets gebeurd, geen intentie
o Ongeluk = geen intentie maar slechte gevolgen
o Mislukte poging = slechte intenties zonder gevolgen
o Opzettelijk misdrijf = sechte intenties met gevolgen
- TMS-toestel: morele maturiteit aanpassen door het blokkeren van een bepeald
hersengebied
- MAAR: gevolgen kunnen heel belangrijk zijn
Intrinsiek goed en slecht:
- ‘intrinsiek’ staat dus los van de gevolgen
- Bv Sekspop kind
o Pedofielen kunnen hier hun seksuele driften op uitoefenen
o Goede gevolgen maar het is intrinsiek slecht -> het kan dus zijn dat dingen
positieve gevolgen hebben maar tegelijkertijd intrinsiek slecht zijn
- Keuzevrijheid wordt verondersteld, want als gedrag gedetermineerd is dan kan het niet
als intrinsiek goed of slecht benoemd worden ( ‘ought implies can ‘ )
- Bv homoseksualiteit kan niet als zonde, als intrinsiek verkeerd zijn want je kan hieraan
niets doen
, Radicale plichtenmoraal: absolute en universele beginselen
- Universele ( = iedereen ) en absolute ( = geen uitzondering mogelijk ) beginselen
- Categorisch imperatief : je eigen gedrag moet universialiseerbaar zijn
o Handel steeds zo op een wijze waarvan je zou willen dat iedereen zo zou
handelen ( specifiek keuze – algemene wet ) -> een morele plicht is nooit
vrijblijvend
o Handel steeds zo dat je je medemens nooit louter als middel maar ook altijd als
doel beschouwt ( doel – middel ) -> respectvoor menselijke waardigheid als
basisplicht
bv Man wil met vliegtuig de Deutsche Bank binnen vliegen maar ze slagen
erin hem te overtuigen om het niet te doen -> maar wat als de piloot toch
doorging met zijn handeling? Mogen ze dan zijn vliegtuig neerhalen om
500 onschuldige werknemers te redden?
- De rationele wil: John Rawls – onwetendheidssluier
o Liever vermijden van pech dan optimaliseren van geluk
o Beschermende rechten primeren boven optimaliserende vrijheden
o We weten niet of een bepaald talent, of een handicap, dat we hebben in de
toekomst een voordeel of een nadeel zal zijn -> situatie van onzekerheid :
mensen hebben dan de neiging om risicoavers te zijn
- MAAR: zijn er wel universele beginselen? – > drie kinderen en een fluit – Amartya Sen
Er is blokfluit, wie verdient het om de fluit te krijgen?
o Anne : muzikaal talent -> nut maximaliseren, geluk maximaliseren ( zij kan
mooie muziek spelen waar iedereen van kan genieten ) = utilitarist
o Bob : verveelt zich, arm, geen speelgoed -> eigen bezighouding, andere
kinderen hebben ook speelgoed ( = gelijkheid, sociale RV ) = egalitarist
o Carla : fabrikant van de fluit -> eigendomsrecht = libertarist
Naar een compromis tussen Bentham en Kant
Jeremy Bentham – utilitarisme
- Aanvaard andere beginselen
Immanuel Kant – deontologisme
- Aanvaard prima facie beginselen
- Aanvaard meningsverschil
Compromis = klassieke rechtvaardigheidstoets
KLASSIEKE RECHTVAARDIGHEIDSTOETS
Drie stappen:
- Schendingsfase ( beginsel )
- Overtreffase ( hoger beginsel )
- Uitzonderingsfase ( moraliteit, noodzaak, proportionaliteit )
Twee verschillende vraagstellingen:
- Controverse-fase = persoonlijk -> wat moet IK doen?
- Interventie-fase = vanuit een hogere autoriteit -> moet een OH intervenen
- De stappen blijven binnen beide vraagstellingen hetzelfde
CASUS TER ILLUSTRATIE
Moeder worden in de gevangenis: