Volg jij de minor Inleiding in de toegepaste psychologie? Dan is deze uitgebreide samenvatting van het boek ‘fundamenten van de psychologie’ van Marc Brysbaert voor jou! Ik heb hiermee een 8,3 gehaald voor mijn tentamen! Er hebben flink wat uren gezeten in het lezen van alle hoofdstukken en in ...
Samenvatting Algemene Psychologie 2022/2023 (lessen+pwp+boek) / 1e zit GESLAAGD 14/20
Complete samenvatting Fundamenten van de psychologie, Minor inleiding in de toegepaste psychologie Utrecht
alle begrippen voor je tentamen Fundamenten van de Psychologie
Tout pour ce livre (32)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Toegepaste Psychologie
Fundamenten van de Psychologie
Tous les documents sur ce sujet (31)
9
revues
Par: selinapronk • 8 mois de cela
Par: richennezeebregts • 2 année de cela
Traduit par Google
Lacks some deepening on some topics, especially many terms with a very short superficial meaning
Par: evihertogh • 3 année de cela
Par: julitkuipers • 1 année de cela
Par: eduardkoster • 4 année de cela
Par: megandeligt • 4 année de cela
Par: jeffrey-devree • 4 année de cela
Traduit par Google
Clear summary, but it lacks some effects and floors.
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
studerenmetaatje
Avis reçus
Questions d'entraînement disponibles
Oefentoets fundamenten van de psychologie
Fiches10 Fiches
€2,993 vendus
Fiches10 Fiches
€2,993 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Wat is het verschil tussen gewaarwording en waarneming?
Réponse: Gewaarwording is de sensatie. Waarneming is de perceptie.
Gewaarwording is de opname van stimulatie uit de omgeving en het vertalen van deze stimulatie in elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd kunnen worden en daar omgezet in ervaringen (beelden, geuren, klanken, smaken).
Waarneming verwijst naar het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwordingen.
2.
Wat betekenen de begrippen dualisme, rationalisme en nativisme?
Réponse:
Nativisme: de menselijke geest beschikt over aangeboren kennis
Rationalisme: kennis en waarheid kunnen alleen verkregen worden door middel van rede. De werkelijkheid is opgebouwd vanuit een logische structuur, waardoor de waarheid door het verstand kan worden vastgesteld.
Dualisme: Stelt dat de mensen uit onafhankelijke elementen bestaat. Namelijk een lichaam en een geest (vrije wil) niet gebonden natuur en kern menselijk denken.
3.
Wat zijn de verschillende factoren van monoculaire diepteaanwijzingen?
Réponse: Monoculaire diepteaanwijzingen zorgen ervoor dat je ook met een oog dicht kun je nog diepte kunt zien. Dit komt door verschillende factoren:
- Grootte:
De grootte van het beeld op ons retina: Staat iets verder weg, dan lijkt het kleiner.
- Textuur gradiënt:
De dichtheid van de structuur speelt een rol. Als elementen van een landschap dichter op elkaar lijken te staan en kleiner worden, dan lijken ze verder weg te staan. Dit is ook zo bij een grote groep mensen.
- Lineair perspectief:
Zodra aan aantal lijnen lijkt samen te komen in een punt achter de horizon, wordt een sterke indruk van diepte gewekt.
- Interpositie:
(Overlapping van voorwerpen) Een voorwerp dat het zicht van een ander voorwerp belemmerd wordt als dichtbij gezien.
- Bewegingsparallax:
Objecten dichtbij lijken sneller te bewegen dan objecten ver weg.
4.
Benoem 3 vormen van leren
Réponse: Klassieke conditionering is een leerproces op basis van reflexen.
Operante conditionering is een leerproces waarbij gedrag het gevolg is van een bekrachtiger of straf. Op deze manier leer je door de consequenties van een actie.
Observerend leren is een leerproces waarbij onze gedragingen beïnvloed worden door gedrag dat we bij anderen observeren.
5.
Wat zijn de 3 criteria van een mentale stoornis?
Réponse: Een mentale stoornis is een patroon van gedachten, gevoelens en gedrag dat leidt tot persoonlijk lijden en gepaard gaat met een significante daling in het maatschappelijk functioneren.
3 criteria:
1) grote afwijking van gemiddelde
2) overtreden van sociale normen
3) persoonlijk lijden
Flashcards begrippen H1 wat is psychologie (fundamenten van de psychologie)
Fiches25 Fiches
€2,990 vendus
Fiches25 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Nativisme
Réponse: De menselijke geest beschikt over aangeboren kennis
2.
Rationalisme
Réponse: Kennis en waarheid kunnen alleen verkregen worden door middel van rede. De werkelijkheid is opgebouwd vanuit een logische structuur, waardoor de waarheid door het verstand kan worden vastgesteld.
3.
Dualisme
Réponse: Stelt dat de mensen uit onafhankelijke elementen bestaat. Namelijk een lichaam en een geest (vrije wil) niet gebonden natuur en kern menselijk denken.
4.
Empirisme
Réponse: Kennis komt voort uit zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden.
5.
Psycho-analyse
Réponse: Volgens deze theorie waren het bewustzijn en het gedrag slechts zeer oppervlakkige fenomenen en lag de ware oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen in onbewuste krachten.
Het bewustzijn wordt verdrongen omdat het te veel angst opriep. Mensen kunnen geholpen worden als ze hun onbewuste conflicten in bewustzijn brengen.
Flashcards begrippen H3 waarneming (fundamenten van de psychologie)
Fiches11 Fiches
€2,990 vendus
Fiches11 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Gewaarwording
Réponse: De opname van stimulatie uit de omgeving en het vertalen van deze stimulatie in elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd kunnen worden en daar omgezet in ervaringen (beelden, geuren, klanken, smaken).
2.
Waarneming
Réponse: Dit verwijst naar het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwordingen. Waarneming werkt zo snel dat je meestal niet bewust bent van de tijdsperiode tussen zien, interpreteren en begrijpen.
3.
Perceptuele constantie
Réponse: Het fenomeen van gelijkblijvende voorwerpen ondanks veranderingen in het retinale beeld. Dit corrigeert onze gewaarwordingen betreft: grootte, vorm, lichtheid, kleur etc. De gewaarwording wijzigt, de waarneming blijft hetzelfde.
4.
Proximale stimulus
Réponse: Dichtbij. Proximale stimulus is het geheel van fysische energie dat onze sensorische receptoren stimuleert.
5.
Distale stimulus
Réponse: Veraf. Distale stimulus is het voorwerp in de buitenwereld dat de fysische energie (en dus de distale stimulus) produceert. Het effectieve object.
Flashcards begrippen H4 conditionering (fundamenten van de psychologie)
Fiches13 Fiches
€2,990 vendus
Fiches13 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Klassieke conditionering
Réponse: Een leerproces op basis van reflexen.
2.
Operante conditionering
Réponse: Een leerproces waarbij gedrag het gevolg is van een bekrachtiger of straf. Op deze manier leer je door de consequenties van een actie.
3.
Observerend leren
Réponse: Een leerproces waarbij onze gedragingen beïnvloed worden door gedrag dat we bij anderen observeren.
4.
Verwerving
Réponse: Het proces waardoor een geconditioneerde stimulus (CS) een geconditioneerde reactie (CR) gaat uitlokken.
5.
Extinctie
Réponse: De verzwakking van de geconditioneerde respons (CR) die optreedt als de geconditioneerde stimulus (CS) herhaaldelijk zonder de ongeconditioneerde stimulus (OS) aangeboden wordt.
Flashcards begrippen H5 geheugen (fundamenten van de psychologie)
Fiches23 Fiches
€2,990 vendus
Fiches23 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Geheugen
Réponse: Het geheugen verwijst naar het feit dat vroegere ervaringen in onze hersenen opgeslagen worden en dat deze tot uiting komen in ons verdere gedrag. Kort benoemd: geheugen is het verkrijgen en behouden van vaardigheden en kennis.
2.
Reminiscentiebult
Réponse: De herinneringen uit de periode van leeftijd 10-30 jaar.
3.
Sensorische geheugen
Réponse: Je hebt er een voor elk zintuig. Ze houden gedurende zeer korte tijd de informatie die de zintuigorganen heeft bereikt. Informatie gaat via de zintuigorganen naar de hersenen, waar deze geïnterpreteerd worden.
4.
Kortetermijngeheugen (KTG)
Réponse: Tijdelijk vasthouden van informatie waar we ons op elk moment bewust van zijn voor enkele minuten.
5.
Langetermijngeheugen (LTG)
Réponse: Opslag van informatie voor lange tijd.
Flashcards begrippen H6 motivatie (fundamenten van de psychologie)
Fiches16 Fiches
€2,990 vendus
Fiches16 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Motivatie
Réponse: Motivatie verwijst naar de factoren die ertoe leiden dat een individu zich op een bepaald momenten op een bepaalde manier gedraagt. Het ‘WHY’.
2.
Drifttheorie (Hull)
Réponse: Theorie dat men een driftbui krijgt wanneer het mislukt om een basisbehoefte te krijgen. De drift zou de mens aanzetten tot het reduceren van de drift. Deze reductie is aangenaam en daarmee aanmoedigend.
Bijvoorbeeld: ik wil bolletje.
3.
Instincttheorie (Geary)
Réponse: Onvrijwillige gedragingen die uitgelokt worden door en stimulus en genetische basis.
Bijvoorbeeld: bang voor slangen of een leeuw.
4.
Opwindingtheorie/arousal
Réponse: Theorie dat men streeft naar optimaal opwindingsniveau. Dit vergt balans tussen twee extreme uitersten; te laag (verveling), te hoog (put uit).
Bijvoorbeeld: skydiven.
5.
Intrinsieke motivatie
Réponse: Motivatie vanuit jezelf
Flashcards begrippen H7 intelligentie (fundamenten van psychologie)
Fiches24 Fiches
€2,990 vendus
Fiches24 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Intelligentie
Réponse: Intelligentie is een algemeen begrip uit de psychologie dat een mentale eigenschap beschrijft met veel verschillende functies; zoals de mogelijkheid overeenkomsten en verschillen op te merken in waarnemingen, zich in de ruimte te oriënteren, te redeneren, plannen te maken, problemen te doorgronden en op te lossen, in abstracties te denken, ideeën en taal te begrijpen en te produceren, informatie op te slaan in het geheugen en daar weer uit op te halen, te leren van ervaringen.
2.
Analytische intelligentie
Réponse: Abstract redeneren, nieuwe informatie analyseren: IQ-score.
3.
Praktische intelligentie
Réponse: Competenties in alledaagse vertrouwde situaties.
4.
Sociaal-emotionele intelligentie
Réponse: Hoe goed een persoon omgaat met anderen in uiteenlopende sociale situaties.
5.
Intelligentiequotiënt
Réponse: Mentale leeftijd / chronologische leeftijd x 100 = IQ
Flashcards begrippen H9 psychopathologie (fundamenten van de psychologie)
Fiches10 Fiches
€2,990 vendus
Fiches10 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Psychopathologie
Réponse: Het deel van wetenschap dat zich bezighoudt met de aard, totstandkoming en de mogelijke behandeling en preventie van mentale stoornissen.
2.
Mentale stoornis
Réponse: Een patroon van gedachten, gevoelens en gedrag dat leidt tot persoonlijk lijden en gepaard gaat met een significante daling in het maatschappelijk functioneren.
3.
Diathese stress model
Réponse: De kans op een mentale stoornis wordt bepaald door de kwetsbaarheid (diathese) van de persoon en de mate van stress in de omgeving.
4.
Demonologische perspectief
Réponse: Bezetenheid van de geest.
5.
Diagnostic en Statistical Manuel of Mental Disorders
(DSV-V)
Réponse: Een classificatie psychopathologie gids wat probeert betrouwbare beschrijvingen te geven van types en patronen van abnormaal gedrag.
Flashcards begrippen H10 therapieen (fundamenten van de psychologie)
Fiches22 Fiches
€2,990 vendus
Fiches22 Fiches
€2,990 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Psychiaters
Réponse: Medici die een aanvullende opleiding hebben gevolgd.
2.
Klinische psychologen
Réponse: Universitair masterdiploma in de psychologie en postuniversitaire therapieopleiding.
3.
Psychiatrische verpleegkundigen
Réponse: Verpleegkundigen die tijdens hun opleiding gespecialiseerd hebben in het behandelen van mentale stoornissen.
4.
Biologische therapie
Réponse: Men probeert aan de hand van medicijnen, gedrag, emoties en cognities te beïnvloeden. Vaak werkt het medicijn al door het placebo- effect (de pil bevat geen werkzame stoffen, maar het effect wordt wel ervaren).
5.
Psychologische benadering
Réponse: Problemen oplossen door er over te praten, toepassen van leerprincipes en gebruik maken van emotionele expressies.
Aperçu du contenu
Samenvatting fundamenten van de psychologie
Naam: Anke Meijer
Vak: Fundamenten van de
FUNDAMENTEN Boek:
psychologie
Fundamenten van de
van de PSYCHOLGIE Psychologie
(Marc Brysbaert)
Semester: Toegepaste Psychologie
Vestiging: Hogeschool Utrecht
Datum: 14 november 2019
, 1. Wat is psychologie?
‘’Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag en de geest van de mens bestudeerd
wordt.’’ De gedragsevidentie wordt gebruikt om de interne processen die aan dat gedrag
liggen te verklaren.
De psychologie kon niet ontstaan zolang men er van uit ging dat de mens niet onderworpen
was aan aardse wetmatigheden.
De wortels van de psychologie
Jaren voor Christus begon het allemaal toen de Griekse Filosofen Plato (428-347 v.C.) en
Aristoteles (384-322 v.C.) de eerste invloedrijke geschriften over het functioneren van de
mens schreven. Zij stelden zich vragen over het universum en de rol van de mens hierin.
Plato Aristoteles
Hij maakte een onderscheid tussen Hij richtte meer belang aan de
de ware, onzichtbare wereld van observaties dan Plato. Om echte
onveranderlijke, ideale vormen en de kennis te hebben diende men uit te
zichtbare, veranderlijke wereld gaan van onwrikbare uitgangspunten.
rondom ons, die een onvolmaakte Deze werden door de mens intuïtief
afspiegeling van de echte wereld is. als zelfevidentie herkend.
De menselijke ziel is een deel van de Het herkennen werd ‘demonstratie’
ware en ideale wereld; zij woont genoemd.
tijdelijk in het lichaam en keert na de VB: demonstratie aarde en water
dood terug in de kosmos. streefde naar het centrum van de
De ziel had kennis van deze ideale wereld en lucht en vuur streefde naar
wereld. Observatie was minder van de maan. Voorwerpen bewegen niet
belang, gezien deze alleen wist over spontaan, hier was dus een drijvende
de zichtbare wereld. kracht voor nodig.
Het toenemende belang van de WETENSCHAP in de westerse maatschappij (Copernicus,
Galilei en Newton) en de ontwikkelingen binnen de FILOSOFIE (Descartes; empirisme) en de
BIOLOGIE (Darwin) effende het pad voor de PSYCHOLOGIE.
De wetenschappelijke revolutie
Nicolaus Copernicus (1473-1543) verspreidde als eerste in 1514 onder vrienden een
handgeschreven tekst, waarin hij de hypothese opperde dat de bewegingen in het heelal
beter te begrijpen vielen wanneer men uitging van de veronderstelling dat niet alle
hemellichamen rond de aarde draaiden. Maar dat de aarde rond de zon draaide.
è Copernicus: uitvinder van het feit dat de aarde niet het centrum van het heelal is.
(Copernicaanse revolutie)
Anke Meijer – Fundamenten van de psychologie 2
, Galileo Galilei (1514-1642) publiceerde in 1632 een boek waarin hij de theorieën van
Copernicus verdedigde en met een reeks nieuwe observaties onderbouwde. Dit werd
mogelijk door de uitvinding van de telescoop.
è Galilei: theorie Copernicus verder uitgewerkt in een boek.
Isaac Newton (1643-1727) werkte de inzichten van Galilei verder uit. Hij beschreef de
bewegingen van de planeten rond de zon met relatief eenvoudige wiskunde formules.
è Newton: wetten van Newton worden beschouwd als begin van natuurwetenschappen.
De evolutietheorie
Charles Darwin (1809-1882): bedenker van de theorie dat levende wezens het resultaat zijn
van een aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Boek: origin of the species.
Ontwikkelingen filosofie
René Descartes (1596-1650): dualisme, rationalisme, nativisme en een mechanische kijk op de
wereld. Hij bestudeerde de theorieën van de Griekse filosofen.
Volgende Descartes was het universum een complexe machine die op basis van aangeboren
kennis (nativisme) en de menselijke reden (rationalisme) begrepen en door wiskundige
formules beschreven konden worden. Het menselijke lichaam was deel van de machine (het
universum), maar dit gold niet voor de menselijke geest. Deze stond namelijk los van het
lichaam en de natuurwetten (dualisme).
è Nativisme: de menselijke geest beschikt over aangeboren kennis
è Rationalisme: kennis en waarheid kunnen alleen verkregen worden door middel van
rede. De werkelijkheid is opgebouwd vanuit een logische structuur, waardoor de
waarheid door het verstand kan worden vastgesteld.
è Dualisme: Stelt dat de mensen uit onafhankelijke elementen bestaat. Namelijk een
lichaam en een geest (vrije wil) niet gebonden natuur en kern menselijk denken.
Empirisme in plaats van rationalisme
John Locke (1632-1704) was van mening dat alle menselijke kennis uit ervaringen met externe,
voelbare voorwerpen voort kwam en niet door aangeboren kennis.
è Empirisme: kennis komt voort uit zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd
worden.
Anke Meijer – Fundamenten van de psychologie 3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studerenmetaatje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.