Samenvatting 'inleiding tot accounting voor not for profit en publieke sector. Link met het handboek "accountancy in de publieke sector" (dat enkel aan te kopen is bij de prof tijdens de 1ste les)
INLEIDING TOT ACCOUNTING
PowerPoints + aanvulling handboek
BOEK: “Accountancy in de publieke sector”
DEEL 1: ACCOUNTING IN DE PUBLIEKE SECTOR
HOOFDSTUK 1: BOEKHOUDTECHNIEK “ACCRUAL ACCOUNTING” (p.3-63) VOLLEDIG LEERSTOF
1 De basis en werking van de vermogensboekhouding
1.1 Het principe van de vermogensboekhouding
1.1.1 De balans
= Om het vermogen financieel voor te stellen: geeft weer
- Hoe het vermogen is aangewend: de activa
- Wat de bronnen zijn van dat vermogen: de passiva
Vb. activa en passiva
- Actief: huis, auto, inboedel, liquide middelen
- Passief: eigen vermogen, lening huis, persoonlijke lening
EXTRA: kaskrediet = rekening in het rood
Eigen vermogen = activa – vreemde schulden
Activa = vreemd vermogen
+ eigen vermogen
+ opbrengsten: verhogen van het eigen vermogen
- kosten: dalen van het eigen vermogen
<-> Balansevenwicht: totaal actief = totaal passief
- Balans = momentopname
- Tijdens het boekjaar
o Zal de balans wijzigen t.g.v. de financieel-economische verrichtingen van de
onderneming
Vb. aankopen, investeringen, verkopen, ontvangsten, uitgaven,
loonadministratie
Gevolg van die financieel-economische verrichtingen
Enkel de balans wijzigt
De balans en de resultatenrekening wijzigen
o Komt ook een resultatenrekening tot stand die de wijzigingen van het eigen
vermogen registreert: resultatenrekening = geen momentopname
In de praktijk: beginbalans -> verrichtingen -> eindbalans
1.1.2 De resultatenrekening
Bedrijfsopbrengsten
- bedrijfskosten
= bedrijfswinst/bedrijfsverlies
+ financiële opbrengsten vb. interest op jouw spaarboekje
- financiële kosten
= winst/verlies van het boekjaar voor de belasting
- belastingen op het resultaat
= wint/verlies van het boekjaar
,Vroeger: uitzonderlijke opbrengsten/kosten als apart onderdeel
<-> Nu
- Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten/bedrijfskosten
- Niet recurrente financiële opbrengsten/kosten
Maar nog steeds: weinig voorkomend, onverwacht en ongepland
1.1.3 Voorbeeld balanswijzigingen ondernemingen Sovereign
1.2 Praktische werkwijze vermogensboekhouding
1.2.1 De rekening
Jaarrekening opgesplitst in rekeningen die elk een bepaald onderdeel van de balans of de
resultatenrekening vertegenwoordigen
- Actiefrekeningen
- Passiefrekeningen
- Opbrengstrekeningen
- Kostenrekeningen
Elke rekening wordt op dezelfde wijze ingedeeld met een debet- en een creditzijde
1.2.2 Werking van de rekening
SCHEMA VANBUITEN KENNEN
Gelet op het duale karakter van het dubbel boekhouden: totaal debiteringen = crediteringen
- Opbrengst wordt gecrediteerd, want ze doet het eigen vermogen verhogen (dat behoort tot
de passivarekening)
- En dus -logischerwijs- is het bij de kostenrekening omgekeerd: kosten doen het eigen
vermogen dalen
- Ontstaan = ontstaan van de rekening en dus m.a.w. de beginsaldi (die hetzelfde waren als de
eindsaldi van het vorige boekjaar): tabula rasa op het begin van het nieuwe boekjaar
1.2.3 Grootboek – Journaal
- Journaal = elke financieel-economische verrichting wordt chronologisch geregistreerd in een
(wettelijk verplicht) dagboek
- Grootboek = het bestand met alle rekeningen dat per journaalpost wordt bijgewerkt
,OEFENING: journaalpost
Wat lezen we af?
- Het betreft activarekeningen: zowel de bankrekening als de rekening van de
Handelsdebiteuren
- Iemand zal geld ontvangen van de Handelsdebiteuren
- De boeking is financieel-economisch verklaard dankzij een verantwoordingsstuk:
bankuittreksel nr.54
EXTRA: elke boeking moet financieel-economisch verklaard worden dankzij een verantwoordingsstuk
Vb. factuur (= bewijs van transactie), bankuittreksel, akte van de Notaris, contract, kwitantie, voucher
Of op fiscaal niveau: aanslagbiljet van de overheid, aanslagbiljet van het polderbestuur
1.2.4 Proef- en saldibalans
Zoals je ziet
- Proefbalans om aan te tonen dat
de debet- en creditwaarde gelijk
zijn: beiden 316.100
- Saldibalans toont de
jaarrekening en de winst
o 86.000 credit – 82.000
debet = €4.000 winst
o 4.000 + 75.000 eigen
vermogen = €79.000
- 1-5 balansrekeningen
- 6-7 resultatenrekeningen
1.2.5 Inventaris
= Overzicht werkelijke bezittingen, vorderingen en schulden
- Opstellen per einde boekjaar om boekhouding te regulariseren
- Inventarisverrichtingen hebben betrekking op o.a.
o Voorraadopname
o Afschrijvingen vaste activa
o Dubieuze vorderingen, waardeverminderingen
o …
- Rekeningen regulariseren (= corrigeren) en definitieve proef- en saldibalans opstellen
, 1.2.6 Stappen boekhoudkundige verwerking
- Start boekjaar: openen beginbalans
- Tijdens boekjaar
o Analyse financieel-economische verrichtingen
o Journaliseren
o Bijwerken rekeningen: grootboek
- Per einde boekjaar
o Voorlopige proef- en saldibalans
o Inventarisverrichtingen
o Definitieve proef- en saldibalans
o Opstellen jaarrekening
= Minimumindeling algemeen rekeningenstelsel (MAR): wettelijk opgelegd
- Elke instelling/VZW/vennootschap/… krijgt een minimumstelsel opgelegd
- Als uw instelling/VZW/vennootschap/… heel specifiek veel verder zou moeten gaan in de
detaillering van die rekeningen, dan moeten zij dat doen: in de praktijk vaak “ongehoord”
1.3 Waarvoor en voor wie dient de boekhouding?
1.3.1 Ondernemingsmodel
ZIE HANDBOEK p.25
1.3.2 Gebruikers van de boekhoudinformatie
ZIE HANDBOEK p.26
2 De elementen van de jaarrekening
2.1 Balansrubrieken vennootschap
2.1.1 Activa
- Vaste activa = middelen voorbestemd om gedurende een langere periode voor exploitatie
aangewend te worden: geen doel, maar een middel tot bedrijfsactiviteit (> 1 jaar)
o Immateriële vaste activa
o Materiële vaste activa
o Financiële vaste activa
- Vlottende activa = ontstaan in de exploitatiecyclus en worden te gelde gemaakt 1 jaar
o Vorderingen op meer dan 1 jaar
o Voorraden en bestellingen in uitvoering
o Vorderingen op ten hoogste 1 jaar
o Geldbeleggingen
o Liquide middelen
o Overlopende rekeningen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ikdoemijnbest. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.