Leon Festinger ontwikkelt in jaren ’40 en ’50 sociale vergelijkingstheorie:
Oorspronkelijke bedoeling: verklaren waarom mensen bij het vormen en bijsturen van meningen en
beoordelen van vaardigheden, zich laten beïnvloeden door wat ze bij anderen waarnemen.
Later door veel andere onderzoekers op breder toepassingsgebied terechtgekomen:
Kortom: een van de meest toegepaste en invloedrijke theorieën uit sociale psychologie.
Naast weerstaan van falsificatiepogingen, zijn er ook elementen waar vraagtekens bij staan:
- Leidde tot speculatief (nog niet getoetst) alternatief.
- Implementatie van falsificatie-overlevende elementen in nieuwe theorie.
Theorie Festinger opgebouwd uit genummerde hypothesen, corollaria en afleidingen.
→ Geen optimaal onderscheid vanuit didactisch standpunt.
→ In dit hoofdstuk herschikt tot logischer geheel.
De sociale vergelijkingstheorie, geformuleerd door Festinger:
Uitgangspunt: mensen hebben de behoefte om hun meningen en vaardigheden te evalueren.
Eerste instantie: ze proberen tot deze evaluatie te komen door hun meningen en vaardigheden te toetsen
aan de fysieke wereld. (Marathon lopen in 3 uur? Zelf uittesten.)
Soms is het niet mogelijk of onwenselijk om aan de hand van de fysieke werkelijkheid te bepalen of een
mening klopt of hoe groot een vaardigheid is.
- Onmogelijk om dan aan de hand van objectieve gegevens te weten te komen. (Zou iemand anders
betere president zijn?)
- Vaardigheid evalueren; vaak moeilijk om criteriumtaak te ontwikkelen; wat is ‘goed zijn in dit of dat’?
(Intelligent als je dit soort taak tot goed einde brengt?...)
- Soms wel mogelijk, maar psychologisch gezien heel kostbaar dat men er niet aan begint. (Kan ik hard
genoeg lopen om uit klauwen van tijger te blijven? Niet uitproberen)
Tweede instantie: meningen en vaardigheden evalueren door zich te vergelijken met anderen.
∆ Dit doe je wanneer er geen objectieve, niet- sociale middelen beschikbaar zijn om tot een
evaluatie te komen, of als deze evaluatie te kostbaar is.
∆ Hypothese impliceert dat sociale vergelijking tweede keuze is; want als er wel objectieve en niet-
sociale middelen zijn, zullen mensen hun vaardigheden en meningen niet evalueren via sociale
vergelijking.
De vergelijkingsander identificeren:
- Neiging om zich met iemand specifiek te vergelijken, neemt af naarmate deze persoon minder op hem
lijkt; groot verschil in vaardigheid en mening enkel vergelijking met écht vergelijkbare anderen
voelt informatief aan.
- Meer potentiële vergelijkingspersonen: men kiest degene van wie meningen/vaardigheden het meest
gelijkend zijn.
,Implicaties:
1. Men voelt zich meer aangetrokken tot situaties waarin gelijkaardige anderen aanwezig zijn, want
mogelijkheid tot sociale vergelijking.
2. Sociale vergelijking in 2 stappen:
- Vaststellen of potentiële vergelijkingsander voldoende gelijkt op persoon als niemand
voldoende vergelijkbaar; proces stopt.
- Als bevestigend antwoord dan volgt definitieve vergelijking.
- Als er meerdere vergelijkingsanderen mogelijk zijn, wordt er een selectie gemaakt.
Vergelijking van meningen of vaardigheden:
Hoe bepalen mensen op grond van sociale vergelijking de kwaliteit van hun vaardigheden en meningen?
A. Waarde van een mening hangt af van subjectieve gevoel dat deze mening juist is; gebaseerd op mate
waarin anderen het ermee eens zijn.
→ Prettigste uitkomst: veel anderen delen mening.
→ Er is geen conflict tussen het zich willen omringen met mensen met een vergelijkbare mening en
de wens dat uit deze vergelijking de juistheid van de mening blijkt. Mensen wensen dus het liefst
uniformiteit.
B. Bij vaardigheden geldt dat de vaardigheid waardevoller is naarmate iemand er meer van bezit.
→ Eigen vaardigheid is van hoge kwaliteit als iemand tijdens die vergelijking tot de conclusie komt
dat hij of zij de vaardigheid meer heeft dan anderen.
→ Prettige uitkomt: anderen bezitten minder van de vaardigheid.
→ Volgens theorie: mensen zijn het meest tevreden als ze licht superieur zijn aan het doorsnee
groepslid, dan als ze zeer boven het doorsnee groepslid uitstijgen.
C. In het geval van grote verschillen met de vergelijkingsgroep:
Bijstelling:
- Afwijking van wat modaal is; mening wordt bijgesteld.
→ Rationeel: mening blijkt fout, dus bijstellen.
- Men wijkt af, maar denkt zelf modale positie in te nemen; anderen proberen overtuigen.
→ Irrationeel: ingreep in werkelijkheid i.p.v. werkelijkheid ‘aflezen’.
Elimineren:
Deelnemers die te fel afwijken uit de vergelijkingsgroep elimineren, niet meetellen.
- Vnl. als uitkomst van vergelijking onaangenaam dreigt te zijn.
- Altijd het geval bij vaststelling van verschillende meningen; want impliceert dat eigen mening
mogelijks fout is.
- Leidt tot vijandigheid of devaluatie (als verschillende mening).
Algemene determinanten over elimineren uit vergelijkingsgroep (meningen én vaardigheden):
Voornamelijk indien iemand zich ziet als ‘extreem’ ten opzichte van modaal.
→ Meer te winnen, want meer ‘extremen’ aan andere uiterste t.o.v. jezelf aan ene kant van het
extreme (stel jezelf een continuüm voor) ↔ indien iemand meent ‘modaal’ te zijn.
, Nog sterker indien persoon waarvan mening/vaardigheid ook sterk verschilt met andere attributen die
consistent zijn met divergentie van eigen attributen.
→ Doorsnee student ziet iemand met zeer slechte prestaties niet als geldige vergelijkingsander; drang
naar uitsluiten nog groter als je weet dat deze student feestbeest is en zwakke vooropleiding had.
→ Attributen ander (uitgaan, zwakke basis) niet consistent (divergent) met attributen van individu zelf
(goed studeren).
Druk tot uniformiteit is niet altijd even sterk, wordt groter naarmate…
- Neiging om mening of vaardigheid te evalueren sterker is (afhankelijk van belang en relevantie voor
gedrag)
- Belang (van de vergelijkingsgroep uit) voor bepaalde mening/vaardigheid groter is (afhankelijk van
hoe erg individu zich aangetrokken voelt tot die groep)
Sociale vergelijking onmogelijk als…
- Geen ‘bruikbare’ vergelijkingspersoon voorhanden.
- Geen subjectief nauwkeurige evaluatie mogelijk, want beschikbare vergelijkingspersoon is zeer
divergent.
Weinig houvast; instabiele evaluatie van mening en vaardigheden.
Kritische evaluatie van de theorie van de sociale vergelijking:
Enkele conceptueel- theoretische bedenkingen.
Vergelijking van meningen en vaardigheden:
Conceptuele onduidelijkheid: meningen en vaardigheden niet observeerbaar.
- Hooguit gedrag observeren dat bepaalde indruk wekt van een mening of vaardigheid.
- Erkenning door Festinger:
→ Bekendste artikel (1954): Festinger bewust van dit onderscheid.
→ In andere passages maakt hij zich er niet druk om.
→ Artikel (1950): preciezer, gaat over (meningen) overte communicatie tussen groepsleden over
wat men over de mening zegt.
Probleem: bij vaststelling van invloed sociale vgl op mening en beoordeling vaardigheden.
- Metingen: verbale beschrijvingen van eigen meningen en vaardigheden.
- Maar: geen noodzakelijke een-op-een relatie covert en overt gedrag problematiek van
zelfbeschrijvingen, geen goede constructmeting.
Sociale vernieuwing:
Een zwak punt van de theorie is dat het geen ruimte toelaat voor sociale vernieuwing. Gepercipieerde
juistheid van mening hangt af van mate waarin anderen die mening delen. Indien ‘nieuwe’ mening: men
stelt vast af te wijken conformisme en verwerping mening. SVT kan niet verklaren waarom soms
nieuwe ideeën in de wereld toch wijdverspreid raken.
Evalueren vs. waargenomen verschillen reduceren:
De theorie gaat ook over de neiging die mensen hebben om de binnen sociale groepen waargenomen
verschillen tussen meningen en vaardigheden van groepsleden te verminderen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shirintorobche. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.