Samenvatting arbeid en privaatrecht - SJD 23/24 blok 2
25 vues 0 fois vendu
Cours
Module arbeid (2100CON023)
Établissement
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Recht begrepen - Arbeidsrecht begrepen
Deze samenvatting is op basis van het boek een aantekeningen uit de les. Ik heb op basis van de leerdoelen geschreven omdat dat in de toets komt. De leerdoelen zijn van jaar 23/24.
Boek: arbeidsrecht begrepen Geugjes & hopman 10e druk
Boek: Verbintenissenrecht begrepen Timmer 8e druk
Cijfer:...
Samenvatting boek 'Arbeidsrecht Begrepen' - Module Valkuilen in het Arbeidsrecht (Postbachelor HRM Avans+) - 11e druk
Samenvatting werk en inkomen (arbeidsrecht en sociaalzekerheidsrecht)
Tentamen samenvatting hele boek Recht begrepen Arbei van Geugjes. dsrecht begrepen / meer uitgebreid dan een gewone samenvatting
Tout pour ce livre (28)
École, étude et sujet
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Sociaal Juridische Dienstverlening
Module arbeid (2100CON023)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
teskekruijt
Aperçu du contenu
Privaat & Arbeidsrecht blok 2
Leerdoelen arbeidsrecht:
1. Begrijpt de positie van het arbeidsrecht ten opzichte van de rest van het Burgerlijk
Wetboek.
Arbeidsrecht in het burgerlijk wetboek: BOEK 7
- Je hebt in het arbeidsrecht individuele en collectieve arbeidsrecht, deze worden beïnvloed
door het internationale recht in het bijzonder Europese recht.
- Individuele arbeidsrecht: tussen de individuele werkgever en werknemer, dit vind je in boek
7 titel 10 BW. Hierin staat bepalingen over de arbeidsovereenkomst.
- Een belangrijke bron in het arbeidsrecht is jurisprudentie, de wet, de cao en de individuele
arbeidsovereenkomst.
- Collectieve arbeidsrecht: De wet op de collectieve arbeidsovereenkomst (Wet CAO) (sociaal
plan), De wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen
van collectieve arbeidsovereenkomst (Wet AVV), de wet op de ondernemingsraden (WOR).
- Het staat in boek 7, die gaat over bijzondere overeenkomsten en het gaat over het
bijzondere regels. Dus die gaan voor op de algemene regels.
2. kan het doel en het karakter van het arbeidsrecht schetsen.
In boek 7 is het individuele arbeidsrecht terug te vinden. Hierin staan de bepalingen over de
arbeidsovereenkomst, het loon, vakantie en verlof, ect. Een belangrijke rechtsbron is ook het
rechtersrecht, de jurisprudentie. Vage en open normen zijn hier door de rechters ingevuld. Positie van
het arbeidsrecht binnen het BW geeft aan dat de arbeidsverhouding wordt gezien als een breed
spectrum van burgerlijke verhoudingen.
Het karakter van het arbeidsrecht is om werknemer en werkgever te kunnen beschermen.
Het doel van arbeidsrecht is om een evenwichtige relatie tussen werkgever en werknemer te
waarborgen, waarbij voornamelijk de rechten van werknemers worden beschermd, maar er zijn ook
bepalingen die de werkgever beschermen.
3. kan de verschillende soorten overeenkomsten tot het verrichten van arbeid en de
mogelijke flexibele arbeidsrelaties herkennen in een casus en de wet- en regelgeving
hieromtrent toepassen in een casus.
Overeenkomst tot aanneming van werk Art.7:750 BW Arbeid verrichten met stoffelijke aard,
gezagsverhouding.
Overeenkomst van opdracht: Art.7:400 BW dienst verrichten, er is geen gezagsverhouding
Arbeidsovereenkomst Art. 7:610 BW Met een gezagsverhouding
- Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd: (tijdelijk contract) Er staat een einddatum in de
overeenkomst, voor een bepaalde duur van een bepaald project, een zieke college
vervangen. Maakt niet uit hoelang de contract duurt.
Nadelen: Onzekerheid. Hij eindigt automatisch. Art. 7:667 BW.
- Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd: Er is geen einddatum, Bijvoorbeeld 0 uren
contract, je mag niet zomaar ontslagen worden.
Uitzendovereenkomst 3 personen Art 7:690 BW. Overeenkomst van opdracht is tussen inlener en werknemer.
- 1: uitzendkracht, werknemer
- 2: Uitzendbureau, werkgever
- 3: Inlener,
, 4. is in staat uit gegeven informatie de kenmerken van de arbeidsovereenkomst te
herkennen/herleiden.
- Er moet sprake zijn van een tegenprestatie
- Er moet een gezagsverhouding zijn tussen werknemer en werkgever
- De werknemer moet het werk zelf verrichten.
5. kan de wettelijke regeling van rechtsvermoedens voortvloeiende uit de artikelen
7:610a en 7:610b BW toepassen in een casus.
Rechtsvermoedens: vermoeden dat je voldoet aan een overeenkomst.
Art. 7:610a BW Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie
opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid
verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst. Alternatief
RG: Wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst
RV1a: Gedurende 3 opeenvolgende maanden wekelijks tegen beloning arbeid verricht.
RV1b: Hij heeft gedurende 3 opeenvolgende maanden tenminste 20 uur per maand arbeid verricht
tegen beloning.
Art 7:610b BW Indien een arbeidsovereenkomst ten minste drie maanden heeft geduurd, wordt
de bedongen arbeid in enige maand vermoed een omvang te hebben gelijk aan de gemiddelde
omvang van de arbeid per maand in de drie voorafgaande maanden.
RG: Er is een arbeidsoverkomst vermoeden omvang de arbeid.
Stap 1: rechtsvraag formuleren:
Stap 2: Rechtsregels selecteren en analyseren: Art. 7:610a BW Jo Art. 7:610b BW
RG: De bedongen arbeid wordt in enige maand vermoed een omvang een omvang te hebben gelijk
aan de gemiddelde omvang van de arbeid per maand in de drie voorafgaande maanden.
RV 1: Er moet sprake zijn van een arbeidsovereenkomst (Art. 7:610a BW).
RV 2: Hij moet ten behoeve van een ander, beloning krijgen door die ander ( Art, 7:610a BW).
RV 3: Hij moet gedurende drie opeenvolgende maanden wekelijks arbeid hebben verricht (Art. 7:610a
BW)
RV 4: Hij moet gedurende drie opeenvolgende maanden ten minste 20 uren per maand arbeid
hebben verricht (Art 7:610 a BW).
RV 5: De arbeidsovereenkomst moet ten minste drie maanden hebben geduurd (Art. 7:610b BW)
6. kan in een casus herkennen of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde-
of onbepaalde tijd.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd: (tijdelijk contract) Er staat een einddatum in de
overeenkomst, het eindigt van rechtswegen wanneer de tijd is verstreken. enzovoort. Art. 7:667 BW
- De werkgever moet een maand van te voren aangeven of hij het contract gaat verlengen of
niet. Als er een aanzegtermijn is geregeld in de overeenkomst Art. 7:667 lid 2 BW.
- Maakt niet uit hoelang de contract duurt.
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd: Er is geen einddatum, Bijvoorbeeld 0 uren contract, je
mag niet zomaar ontslagen worden. Art. 7:668a BW Ketenregeling.
- Je moet minimaal 36 maanden gewerkt hebben, met maximaal een tussenpozen van 6
maanden (die tellen ook mee in de 36 maanden).
- Of meer dan 3 overeenkomsten gehad van bepaalde tijd, iemand 4 e contract word dan dus
onbepaald tijd.
, 7. kan de ketenregeling in een casus gemotiveerd toepassen en beoordelen of er een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
Art: 7:668a BW
- Art. 7:668 lid 1 sub a: Je moet minimaal 36 maanden gewerkt hebben, met maximaal een
tussenpozen van 6 maanden (die tellen ook mee in de 36 maanden).
- Art. 7:668 lid 1 sub b:Of meer dan 3 overeenkomsten gehad van bepaalde tijd, iemand 4 e
contract word dan dus onbepaald tijd.
Ketenregeling:
- Art. 7:668a lid 1 sub a (H8 van het boek):
Als je ergens werkt voor 6 maanden en dan ga je 7 maanden weg tellen de eerste 6 maanden
niet, maar al ga je 4 maanden op reis wel al kom je weer terug in dienst. Ga je langer dan 6
maanden uit dienst telt de periode niet meer mee, de keten verbreek om bij de 36 maanden
te komen.
- Art. 7:668a lid 1 sub b (H8 van het boek):
Bij een vierde contract kom je bij een onbepaalde tijd ipv bepaalde tijd (dus je contracten
worden steeds verlegd voor 4x). Als werk je 6 maanden ergens niet dan ga je weer opnieuw
tellen dus verbreekt de keten weer, dan moet je weer opnieuw gaan tellen.
Belangrijk om te kijken hoelang is iemand in dienst.
8. heeft kennis van het uitzendbeding en kan de werking van dit beding toepassen in een
casus.
Uitzendbeding: (Art. 7:691 lid 2 en 3 BW) Gaat over dat als de inlener zegt, ik heb je niet meer nodig,
dan gaat de arbeidsrelaties tussen de andere ook weg.
- Het uitzendbureau kan tegen de uitzendkracht zeggen ik heb je niet meer nodig, of een
andere opdracht zoeken.
- Een uitzendbeding is geldig voor 26 weken (6 maanden) dus dan blijft het relatie tussen
uitzendbureau en uitzendkracht. Dus als de werknemer langer dan 26 weken (6 maanden
werkt) dan vervalt de bevoegdheid van de werknemer van de opzegging. Lid 3.
Een uitzendovereenkomst is een speciale soort arbeidsovereenkomst. Voor een uitzendovereenkomst
gelden er afwijkende bepalingen art. 7:691 BW. Dit wordt het verlichte regime genoemd. In het eerste
lid wordt er verwezen naar art. 7:668a BW. Daarin staat dat bij de vierde overeenkomst voor
bepaalde tijd een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. De eerste 26 weken van de
uitzendovereenkomst is dit artikel niet van toepassing. Er mag de eerste 26 weken een uitzendbeding
worden overeengekomen volgens art. 7:691 lid 2 en lid 3 BW. Dat betekent dat er een einde aan het
dienstverband komt als de inlener de opdracht beëindigd. Einde van de opdracht betekent ook einde
van dienstverband. Als laatste mag in de uitzendovereenkomst de loonbetalingsplicht op grond van
art. 7:628 lid 1 BW loon uitsluiten gedurende de eerste 26 weken.
9. heeft kennis van het proeftijdbeding en kan benoemen wanneer en voor welke duur
een proeftijdbeding is toegestaan.
Proeftijd: Art. 7:652 BW lid 2, lid 4 , lid 8. In dit artikel staan regels over de proeftijd.
Partijen kunnen een proeftijd beding overeenkomen. Wordt deze afgesproken, dan moet de
proeftijd voor beide partijen gelijk zijn (lid 1).
Proeftijd moet schriftelijk overeenkomen (lid 2). Dat kan bij individuele arbeidsovereenkomst
maar ook bij cao.
A) proeftijd van een maand als je een overeenkomst heb ten hoogste 6 maanden maar korter
dan 2 jaar. De cao mag hiervan afwijken.
, b) Een proeftijd van twee maanden kan indien er een overeenkomst is van 2 jaar of langer.
(lid 4).
(Lid 8): Elk beding in strijd met dit artikel is nietig
10. kan de overige bijzondere bedingen herkennen in een casus en kan de werking van
deze bedingen toepassen in een casus. Blz 105 in het boek:
- Proeftijdbeding: Art.7:652 BW
- ijzeren proeftijd: De proeftijd (duur van) kan niet worden opgerekt. Proeftijd gaat in vanaf de
dag dat de werknemer begint met het uitvoeren van de werkzaamheden Art. 7:652 lid 8 sub
b en c
- Concurrentiebeding: Art. 7:653 BW. Het concurrentiebeding gaat over de tijd nadat de
arbeidsovereenkomst is afgelopen. Het beschermt de werkgever tegen concurrentie die hem
door zijn ex-werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan.
Het beding verbiedt hem bijvoorbeeld een bepaalde soort werk in een bepaald gebied
gedurende een termijn van twee jaar
- Contract voor bepaalde tijd: Concurrentiebeding voor bepaalde tijd is gestaan over
voorwaarden dat de werkgever moet (schriftelijk)motiveren ten aanzien van : de
noodzakelijkheid en de zwaarwegende bedrijfsbelangen Art.7:653 lid 2 BW.
- Boete beding: Bij het overtreden van een concurrentiebeding moet de werknemer een boete
betalen aan de werkgever Art. 7:650, 6:91, 6:94 BW 7:653
- Relatie beding: Art: 7:653 BW De werknemer mag gedurende bepaalde periode geen klanten
van zijn ex werkgever benaderen. Het concurrentiebeding kan worden omgezet in een
relatiebeding. De werknemer mag dan wel werken bij een concurrent of in een bepaalde
regio maar kan niet met bepaalde klanten samenwerken.
- Geheimhoudingbeding: Bij dit beding moet de werkgever concreet omschrijven welk
informatie niet mag worden vrijgegeven door (ex)werknemer.
- Ketenregeling: Art. 7:668a BW Na verloop van tijd of na een aantal contracten kan een
contract voor bepaalde tijd veranderen in een contract voor onbepaalde tijd art. 7:668a BW.
11. kan de begrippen goed werknemer schap en goed werkgeverschap uitleggen in een
casus: Art. 7:611 BW:
In de jurisprudentie word toegelicht wat een goed werkgeverschap is en goed werknemershap is
Goed werkgeverschap: Stoof/mammoet Art 7:611 BW
Het is niet redelijk vanuit de werkgever.
1. De aard van de gewijzigde omstandigheden.
2. De aard en ingrijpendheid van het voorstel.
3. De positie van de werknemer en zijn belang(de situatie van de werknemer).
Goed werknemerschap: Lely/Hofman:7:611 BW.
Want de werknemer gaat niet in op het aanbod/voorstel in volgens het Hoge Raad. Uitspraak:
1. Redelijk voorstel van de werkgever.
2. Gewijzigde bedrijfsomstandigheden.
3. Sprake van een voorstel wat van de werknemer gevergd kan worden, tenzij dat in
redelijkheid hem dat niet gevraagd zoi kunnen worden.
Er kunnen dus arbeidsvoorwaarden gewijzigd worden, wanneer hieraan worden voldaan.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur teskekruijt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.