Dit document is samengesteld aan de hand van de Powerpoints en de hoorcolleges van prof D. Knapen. Het is een uitgebreide samenvatting waarmee ik het vak eenvoudig heb gehaald.
Het deel van Covachi staat ook tussen mijn samenvattingen!
VVG II
voedsel en
milieuchemie
D. Knapen
Samenvatting
2de bachelor diergeneeskunde
1
, Introductie
Voedselchemie gaat over de analyse van het voedsel en de voedselcontaminanten.
Milieuchemie gaat over milieuvervuiling en contaminanten die in het milieu komen.
Samen gaat dit om het effect om voedselproductie op het milieu. Ook kan je het zien als het
feit dat mensen in het milieuleven en dit vervuilen, maar daarbij ook het voedsel vervuilen.
2
, Hoofdstuk 1 Milieurisicobeoordeling
Milieuchemie
De mens produceert stoffen die schadelijk zijn en in het milieu terecht komen. Pas in de
laatste jaren staat men hier echt bij stil. Vroeger was de goedkoopste oplossing de beste
oplossing en er werd niet gekeken naar hoe gevaarlijk de stoffen zijn.
De milieuchemie onderzoekt de effecten van de stoffen en het zal er ook voorzorgen om het
probleem om te lossen door oa limieten in te stellen. Hiervoor moeten we eerst weten wat
de gezonde limieten zijn.
Wat betekend geen milieuvervuiling? Hoe zit de onvervuilde omgeving in elkaar? Hoeveel zit
er zonder vervuiling aan conc in de lucht?
Dit is bijna niet meer te onderzoeken, omdat bijna alles al vervuild is.
De verschillende chemische stoffen reageren anders in verschillende compartimenten, zoals
water en lucht.
De bedoeling van milieuchemie is om in een veilig milieu te leven. We kunnen nooit met
100% zekerheid zeggen dat iets veilig is, omdat je nooit alles kan testen. We kunnen
milieuvervuiling nooit 100% uitsluiten, maar we moeten zo goed mogelijk proberen in te
schatten wat de gevolgen zijn en wat de grenzen zijn. Ook moeten we de problemen uit het
verleden oplossen om het terug proper te maken. De milieuchemie is dus een vrij
toegepaste wetenschap.
Milieuchemie gebeurt in een aantal stappen;
1. Natuurlijke niveaus van stoffen in het milieu bepalen
2. Meten van stoffen in het milieu
3. Analyse van de verspreiding van stoffen in het milieu
4. Beoordeling van effecten van de blootstelling aan deze stoffen
5. Evalueren van de effecten van deze stoffen. Hierbij moet ook een risico inschatting
worden gemaakt
Voor je dit alles kan doen moet je dus de conc van de stoffen en de blootstelling aan de
stoffen kennen, om zo de grootte van het risico kan bepalen. Als je dit niet kan meten,
omdat je bv geen meetmethodes hebt, dan kan je het niet bepalen want je weet de conc
niet. Stel je weet waar ze zitten maar de gevaarlijkheid niet dan kan je er ook niks mee.
Risicobeoordeling (=RB) en normstelling
RB is het beoordelen van een risico aan de hand van een getal
(kwantitatief). Hoe groot is het risico dat iets negatiefs gaan
gebeuren. Vanaf dat je de RB weet kan je je normstelling
hierop aanpassen. Als je beneden een milieunorm is en
voldoende klein is dat is het risico minder, er bestaat nooit
een 0-risico. Het risico moet aanvaardbaar klein zijn.
Met milieurisicobeoordeling bedoelt men de mens en het
leefmilieu, de mens wordt beschouwd als onderdeel van het
milieu waarin het leeft.
De mens maakt intrinsiek deel uit van het leefmilieu. We hebben dus milieurisicobeoordeling
voor de menselijke gezondheid als de ecologische beoordeling die gaat om de risico’s voor
het leefmilieu.
3
, Er zit een groot verschil in hazard en risk.
Een haai is een gevaarlijk dier en zolang je op het strand blijft staan vormt dit geen risico. Je
loopt enkel een risico als je blootgesteld wordt. Als er geen blootstelling is dan loop je geen
risico ongeacht hoe gevaarlijk de haai is. Het risico is de waarschijnlijkheid om een gevaar op
te lopen. De risico neemt toe met de hoeveelheid van blootstelling (10x zwemmen of 1x),
maar ook de aard van het gevaar (grote haai, kleine haai). Het gevaar heeft een potentieel
om een schade te veroorzaken. Zolang je niet in aanraking komt met de stof loop je geen
risico.
Risico is de blootstelling aan iets dat gevaarlijk is.
Maw een gevaar is iets wat schade kan veroorzaken, maar een risico is een kans (getal).
Het risico is een getal tussen 0-1. Zo kan je risico’s vergelijken. Er is dus een bepaald gevaar
en als je de grootte van het risico wilt weten dan moet je weten hoe waarschijnlijk het is dat
de haai bij je kan komen, dit wordt groter als je vaker gaat zwemmen, maar de risico wordt
ook bepaald door de ernst van het gevaar. Zo kan je de risico inschatting maken.
Risico=gevaar (grote haai) * blootstelling (in het water). Als 1 van de 2 factoren 0 is dan is
het 0. Beide componenten vergroten het risico.
Denk aan zonnen met parasol of zonder parasol. De blootstellingsduur is ongelijk voor de
mensen dus het risico om te verbranden is verschillend ondanks het feit dat het gevaar
verschillend is.
Risicobeoordeling; het inschatten van het risico voor
de mens en milieu. Hiervoor moet je eerst
identificeren dat iets gevaarlijk is. Identificeren is
vaststellen dat een bepaalde stof een gevaarlijk iets
kan opleveren.
Als je hebt vastgesteld dat een stof gevaarlijk is dan
moet je de blootstelling vaststellen. Is er geen
blootstelling dan is er geen risico. De blootstelling
moet je gaan inschatten dmv analytische waarneming
om de stoffen te kunnen waarnemen of/en de conc
ervan de kunnen bepalen. Dit is de L kant van de zaak
en dus de chemische zaak.
Aan de R kant, biologische kant, zien we de effect
assessment dus het inschatten van effecten, dus biologisch gaan nadenken hoe het gevaar
zich precies gaan manifesteren. Dus bv hoe, wanner en bij welke conc?
Effect inschatting wil zeggen, meer gaan nadenken over de manier waarop het gevaar zich
manifesteerd/optreedt wanneer we eraan worden blootgesteld. Dan krijgen we finaal een
risico.
We gaan het meer over de R kant hebben bij Knapen en meer over L bij Covachi.
Vanaf wanneer noemen we iets een gevaarlijk effect of een probleem? Wat is het effect dat
we in het milieu willen vermijden? Wat wil je met de norm bereiken? Welk effect wil je
vermijden?
Vaak is de norm gesteld op de mortaliteit, met veiligheidsfactoren die ook andere effecten
willen vermijden maar dit is niet expliciet onderzocht.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur diergeneeskundeua. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.