Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
SAMENVATTING burgerlijkprocesrecht €7,46   Ajouter au panier

Resume

SAMENVATTING burgerlijkprocesrecht

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting die jou tot een voldoende gaat helpen. Alle stof van het boek wordt hierin behandeld en uitgebreid uitgelegd. Het lijken veel pagina's, maar oprecht alle informatie uit het boek is er in opgenomen, met extra uitleg of voorbeelden. Als je deze samenvatting een paar keer doorl...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 39  pages

  • Oui
  • 5 septembre 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Basisbeginselen en deelnemers burgerlijk procesrecht
Hoofdstuk 1 - burgerlijk procesrecht
Het privaatrecht ziet op de rechtsverhouding tussen burgers of personen. Dat kunnen ook
rechtspersonen zijn, zoals een bedrijf of een stichting. Het privaatrecht bevat grotendeels regelend
recht. Dit betekent dat de rechter bij een geschil in beginsel eerst kijkt naar de afspraken tussen
partijen en pas daarna – wanneer partijen bepaalde aspecten niet of nauwelijks hebben geregeld –
naar de aanvullende regels van het BW.

Het materiele burgerlijk recht omvat inhoudelijke rechten en plichten. Dit zijn rechtsregels om
situaties, rechtsverhouding en handelingen juridisch te definiëren en kwalificeren. Het gaat er dus om
welke rechten en plichten iemand heeft. Het formele burgerlijk recht geeft antwoord op de vraag
welke procedureregels van toepassing zijn. Oftewel, hoe kunnen deze rechten en plichten worden
afgedwongen bij de rechter. Dit noemen ze ook wel het burgerlijk procesrecht. het burgerlijk
procesrecht heeft dus allerlei functies, de belangrijkste:

- Het handhaven en beïnvloeden van materiele burgerlijke rechten en plichten: dit gaat over
het effectueren, vaststellen, tot strand brengen, wijzigen of beëindigen van rechten en
plichten.
- Het voorkomen van een gerechtelijke procedure: de zogenoemde preventiefunctie. Onder
dreiging van een gerechtelijke procedure zijn mensen vaak bereid om (alsnog) vrijwillig hun
verplichtingen na te komen.
- Het voorkomen van eigenrichting: eigenrichting houdt in dat een persoon zelf zijn recht gaat
halen zonder hulp van de overheid en zonder dat hij daartoe wettelijk bevoegd is. Doordat
het burgerlijk procesrecht mogelijkheden tot handhaving van de civiele rechtsorde biedt,
wordt eigenrichting zoveel mogelijk voorkomen.

Rechtsregels zijn te vinden in wetten, internationale verdragen en verordeningen, maar vloeien ook
voort uit jurisprudentie, gewoonte en algemene rechtsbeginselen. De vindplaats van een bepaalde
rechtsregel wordt de rechtsbron genoemd. De belangrijkste wetten voor het burgerlijk procesrecht
zijn het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en de Wet op de rechtelijke organisatie (Wet
RO).

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) bevat concrete regels over het voeren van een
procedure bij de burgerlijke rechter. In deze wet kun je terugvinden hoe een procespartij een zaak
voor de rechter kan brengen en aan welke regels de deelnemers van een procedure zich moeten
houden. Deze wet geeft het wettelijk kader voor het procederen bij de rechtbank, het Gerechtshof en
de Hoge Raad. Daarnaast zijn van belang de Landelijke procesreglementen.

In de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) is opgenomen hoe de rechterlijke macht in
Nederland is georganiseerd. In deze wet zijn onder meer de organisatie, de taken en de
bevoegdheden van de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad vastgelegd.

Ook in het burgerlijk procesrecht is de invloed van het Europese en internationale recht niet meer
weg te denken. Dit is de internationale regelgeving die relevant is voor het Nederlands burgerlijk
procesrecht:

, 1. EEX-Verordening / Brussel l-bis: is een verordening van de EU, dat rechtstreeks van
toepassing is binnen alle lidstaten en dat algemeen verbindende kracht heeft. In deze
verordening wordt bepaald welke rechter in burgerlijke en handelszaken in een Europees
conflict bevoegd is, evenals op welke manier uitspraken van buitenlandse rechters in andere
lidstaten erkend en uitgevoerd moeten worden.
2. EG-Bewijsverordening: deze verordening heeft als doel de samenwerking tussen de gerechten
van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging te verbeteren, te vereenvoudigen en te
bespoedigen.
3. EG-Betekeningsverordening: deze verordening ziet op het vergemakkelijken van de
betekening en kennisgeving van stukken tussen de verschillende lidstaten.
4. EVRM: in het EVRM zijn de mensen- en burgerrechten geregeld die gelden voor alle inwoners
van de verdragsstaten. Voor het Nederlands burgerlijk procesrecht is vooral art. 6 EVRM van
belang, waarin het recht op een eerlijk proces is neergelegd.

Behalve nationale en internationale wet- en regelgeving is jurisprudentie een belangrijke bron van
burgerlijk procesrecht. De rechter vult wettelijke bepalingen in of aan in gerechtelijke uitspraken.

In het burgerlijk procesrecht zijn verschillende algemene uitgangspunten van toepassing. Deze
uitgangspunten worden gevormd door algemene rechtsbeginselen en voorschriften voor procedures.
Enerzijds dienen ze als leidraad voor de rechter, anderzijds dienen ze voor procespartijen als
waarborg voor een eerlijk proces. De uitgangspunten zijn terug te vinden in art. 19 t/m art. 30 RV, art.
6 EVRM, alsmede in de Grondwet. Hieronder de belangrijkste algemene uitgangspunten:

Recht op rechtspraak en rechtsbijstand: dit houdt in dat iedereen een rechterlijke procedure moet
kunnen beginnen en dat iedereen recht heeft op juridische bijstand (art. 17,18 en 112 Gw). Een
belangrijk gevolg van deze beginselen is het toegangsprincipe: iedereen moet toegang hebben tot de
rechter en een rechtsbijstandverlener, zoals een advocaat.

Onafhankelijke en onpartijdige rechter: er wordt recht gesproken door een onafhankelijke en
onpartijdige gerechtelijke instantie, die bij de wet is ingesteld. Onafhankelijkheid betekent dat de
rechter geen verantwoording verschuldigd is aan de overheid, aan collega-rechters of aan het
gerechtsbestuur. Onpartijdigheid houdt in dat de rechter oordeelt zonder zich te laten leiden door de
personen van de procespartijen. Wanneer een partij op gerechtvaardigde gronden twijfelt aan de
onpartijdigheid van de rechter, dan kan die partij de rechter wraken (art. 36 Rv). De rechter kan zelf
ook verzoeken om zich te laten vervangen door een andere rechter, dit wordt verschoning genoemd
(art. 40 Rv).

Hoor en wederhoor: het beginsel van hoor en wederhoor (ook wel aangeduid als het
gelijkheidsbeginsel) betekent dat partijen in de gelegenheid gesteld moeten worden om hun
standpunten in een zaak naar voren te brengen (art. 19 Rv).

Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn (art. 20 Rv)

Openbaarheid van zitting en uitspraak: het openbaarheidsbeginsel heeft betrekking op de
openbaarheid van de zitting en de openbaarheid van de uitspraak (art. 27 lid 1 Rv). Hierop gelden wel
uitzonderingen. Volgens art. 29 lid 1 Rv moet de uitspraak ook in het openbaar plaatsvinden. Hierop
gelden geen uitzonderingen (dat de uitspraak digitaal voor partijen beschikbaar is betekent hier al dat
het openbaar is).

,Motiveringsbeginsel: de rechter moet haar uitspraak motiveren (art. 30 Rv).

Geen rechtsweigering en volledige beslissing: de rechter moet in alle gevallen een beslissing geven
over het geschil dat aan haar is voorgelegd: zij mag niet weigeren om een uitspraak te doen (art. 26
Rv). Bovendien moet de eindbeslissing van de rechter volledig zijn en moet deze alle geschilpunten
betreffen (art. 23 Rv). Dit houdt verband met het uitgangspunt ‘recht op rechtspraak’.

Beginsel van partijautonomie: de grondslag voor de beslissing van de rechter wordt gevormd door de
stellingen die procespartijen aan haar voorleggen (art. 24 Rv). De rechter oordeelt dus alleen over
vorderingen, verzoeken, verweren, stellingen en argumenten die partijen aan haar voorleggen ->
lijdelijkheidsbeginsel.

Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden: daarnaast bestaat nog de verplichting van de rechter om,
indien nodig, op eigen initiatief rechtsgronden aan te vullen (art. 25 Rv). Voorwaarde is wel dat de
procespartij voldoende feiten en omstandigheden aanvoert om de juiste rechtsgrond te kunnen
onderbouwen.



Procespartijen

Aan een civiele procedure kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen deelnemen. Een natuurlijk
persoon is een mens van vlees en bloed. Rechtspersonen zijn organisaties of bedrijven die juridisch als
personen worden gezien en bepaalde rechten en plichten hebben. De vennootschap onder firma
(vof), de commanditaire vennootschap (cv) en de maatschap zijn geen natuurlijke personen of
rechtspersonen. Wel zijn ze bevoegd te procederen op grond van art. 51 Rv. Een dergelijke
bevoegdheid bestaat als uitzondering ook voor de ondernemingsraad (OR) van een rechtspersoon.

Volgens art. 3:32 lid 1 BW is iedere natuurlijk persoon handelingsbekwaam en mag hij zelfstandig
rechtshandelingen verrichten, tenzij de wet anders bepaalt. Als iemand handelingsonbekwaam is,
moet hij zich laten vertegenwoordigen door een wettelijke vertegenwoordiger. In dat geval noemen
we de vertegenwoordiger de formele procespartij en de vertegenwoordigde de materiële
procespartij. De formele partij is de persoon die de beslissingen in de procedure neemt en op wiens
naam de procedure wordt gevoerd. De materiele procespartij is degene wiens inhoudelijke belang in
de zaak aan de orde is.

Rechtspersonen kunnen niet ‘zelf’ procederen. Daarom moet een rechtspersoon zichzelf laten
vertegenwoordigen door een natuurlijk persoon. De vertegenwoordiger van een rechtspersoon wordt
door het verrichten van de feitelijke proceshandelingen geen formele procespartij. Ondanks de
vertegenwoordiging wordt de procedure op naam van de rechtspersoon zelf gevoerd . De
rechtspersoon is zowel formele als materiele procespartij. Dit is slechts anders wanneer de
rechtspersoon handelingsonbekwaam is, bijv. als gevolg van een faillissement.

Het is echter ook mogelijk dat een partij een procedure start vanwege een groepsbelang of een
algemeen belang. De eiser treedt in dat geval in de procedure op als belangenbehartiger voor dit
collectieve belang. De algemene regels voor zo’n collectiviteitsactie zijn vastgelegd in art. 3:305a t/m
3:305d BW.

, Rechtsbijstandverleners en gerechtsdeurwaarder

Rechtsbijstand is over het algemeen kostbaar. In art. 18 Gw is het recht op rechtsbijstand vastgelegd.
Dit artikel bepaalt dat in nadere wetten regels moeten worden gesteld met betrekking tot het
verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen.

Een advocaat is een rechtsbijstandverlener die krachtens de Advocatenwet is beëdigd om
procespartijen van deskundige rechtsbijstand te voorzien. Wanneer een advocaat zich niet houdt aan
de gedragsregels advocatuur, dan kan hij van het tableau worden geschrapt. In een aantal gevallen
moet een procespartij op grond van de wet verplicht worden bijgestaan door een advocaat. In
procedures voor de kantonrechter geldt echter dat partijen in persoon (zonder advocaat) mogen
verschijnen (art. 79 lid 1 Rv). Dit geldt ook voor de gedaagde in een kortgedingprocedure (art. 255 lid
1 Rv) en voor bepaalde verzoekschriftprocedures (art. 261 Rv). In alle andere gerechtelijke procedures
is procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht. Dat geldt ook voor de procedures in hoger
beroep en cassatie.

Daar waar een advocaat wel optreedt als procesvertegenwoordiger in een procedure, stelt hij de
processtukken op, is hij het aanspreekpunt tijdens zittingen en getuigenverhoren en voert hij het
woord tijdens zittingen. Daarnaast moet de advocaat in een procedure taken verrichten met een
administratief karakter, zoals stukken indienen bij de rechtbank en voldoen aan het griffierecht.

Ten aanzien van procedures bij de Hoge Raad geldt dat deze slechts kunnen worden gevoerd door
een advocaat bij de Hoge Raad (art. 407 en 409 Rv). Alleen gespecialiseerde advocaten in het
arrondissement Den Haag zijn aan te wijzen als advocaat bij de Hoge Raad -> cassatieadvocaat.

In art. 80 lid 1 Rv is geregeld dat een partij zich in een dergelijke procedure kan laten bijstaan of zich
door een gemachtigde kan laten vertegenwoordigen. De kortgedingprocedure is een uitzondering.
Daarin mag iemand zich niet laten bijstaan door een gemachtigde die geen advocaat is. Met laten
bijstaan wordt bedoeld dat een partij een vertrouwenspersoon het woord laat voeren tijdens een
zitting. Het begrip bijstand houdt wel in dat de partij zelf ook aanwezig is. Een partij kan zich ook laten
vertegenwoordigen door een gemachtigde. De gemachtigde is in dat geval bevoegd de
proceshandelingen in naam van de partij te verrichten. Een gemachtigde kan iedereen zijn, zolang die
maar handelingsbekwaam is.

De rechter kan een gemachtigde vagen om een schriftelijke volmacht te overleggen waaruit blijkt dat
hij bevoegd is om de desbetreffende persoon in rechte te vertegenwoordigen. Een advocaat of
gerechtsdeurwaarder hoeft dat niet, omdat de rechter deze professionals op hun woord moet
geloven wanneer ze stellen dat ze met een volmacht handelen (art. 80 lid 2 en 3 Rv).

Een gerechtsdeurwaarder is een door de Kroon benoemd openbaar ambtenaar met officiële
ambtstaken. De taken, bevoegdheden en de rechtspositie van de gerechtsdeurwaarder zijn geregeld
in de Gerechtsdeurwaarderswet. Een gerechtsdeurwaarder heeft 3 kerntaken:

1. Het uitbrengen van exploten: een exploot is een schriftelijke aanzegging of mededeling van
de ene partij aan de andere, die door een gerechtsdeurwaarder wordt ondertekend en
uitgebracht. In art. 45 t/m art. 66 Rv staan de vereisten voor exploten.
2. Het leggen van conservatoir beslag: een gerechtsdeurwaarder kan, na toestemming door de
rechter, conservatoir (bewarend) beslag leggen om een bepaalde zaak (of geld) veilig te
stellen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur indyjm. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,46
  • (0)
  Ajouter