PAV Vakinhoud V.1 Ruimtelijke competenties
1. Inleiding: België
Steden
1 Veurne 9 Mechelen 16 Bergen
2 Oostende 10 Turnhout 17 Charleroi
3 Brugge 11 Hasselt 18 Namen
4 Roeselare 12 Genk 19 Waver
5 Kortrijk 13 Leuven 20 Luik
6 Gent 14 Brussel 21 Verviers
7 Sint-Niklaas 15 Doornik 22 Aarlen
8 Antwerpen
Rivieren
a Ijzer f Kleine Nete j Maas
b Leie g Grote Nete k Ourthe
c Schelde h Demer l Lesse
d Zenne i Samber m Semois
e Dijle
Autosnelwegen
I E40 III E408 V E19 VII E314 IX E411
II E34 IV E17 VI E313 VIII E42 X E25
,2. Aardbevingen
Je kande lagen waaruit de aarde is opgebouwd benoemen en aanduiden op een schematische
voorstelling.
- Aarde bestaat uit 3 lagen → spelen belangrijke rol bij aardbevingen:
o Aardkorst = buitenste laag + bestaat uit 2 korsten
→ Continentale korst: zit onder droge land, is dikker + zachter
→ Oceanische korst: ligt onder zeeën + oceanen, is dunner + steviger
o Aardmantel = middelste laag +bestaat uit 2 delen
→ Buitenmantel zit aan kant van aardkorst + binnenmantel aan kant van aardkern
→ Aardplaten "drijven" op aardmantel + hebben stukken aardkorst op zich
→ Aardplaten bewegen heel langzaam → beweging is tussen aardkorst + aardkern
o Aardkern = warmste laag + zit in midden van aarde
→ Doordat aardkern zo warm is, komt aardmantel in beweging
→ Door deze bewegingen probeert aardmantel aardkern af te koelen
→ Bewegingen in aardmantel zorgen ervoor dat aardplaten gaan bewegen
- Dit bewegen in aardmantel gaat d.m.v. stromen van magma
→ Kan ook komen dat magma doorstroomt naar aardkorst → vaak op breuklijnen
→ Magma komt dan vaak uit vulkaan = lava
→ Magma + lava = vrijwel hetzelfde → dikke, hele hete brei van gesmolten gesteente
Je kan het verschil tussen werelddeel, continent en aardplaat uitleggen.
- Werelddeel (6-7) = deel van de wereld met eigen cultuur en geschiedenis, inclusief alle eilanden
→ Europa, Azië, Afrika, Amerika, Oceanië en Antarctica
- Continent (6) = grote landmassa, grotendeels omgeven door water
→ Eurazië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Australië en Antarctica
, → Groenland om politieke redenen tot werelddeel Europa gerekend, maar geologisch gezien
deel uitmaakt van continent Noord-Amerika
- Aardplaat (= tektonische plaat) = stuk van de aardkorst (gebroken in verschillende stukken)
Je kan uitleggen dat de lithosfeerplaten bewegen en daardoor invloed uitoefenen op landschap
(platentektoniek).
- Aardplaten bewegen door magmastromen in asthenosfeer
→ Bewegen gebeurd enorm langzaam, maar zorgt ervoor dat stukken van aardkorst verplaatsen
→ Verplaatsen = platentektoniek
- Aardplaten kunnen 3 verschillende bewegingen maken op de plaatgrenzen
→ Plaatgrenzen = plekken waar 2 of meer aardplaten aan elkaar grenzen
o Convergente plaatgrens = 2 platen bewegen naar elkaar toe + botsen op elkaar
→ 2 aardplaten: plooiingsgebergte
→ Aardplaat + oceanische plaat: diepzeetrog (ene onder andere plaat)
→ 2 oceanische platen: Eilandenboog (aanwezigheid van veel vulkanen + diepzeetrog)
o Transforme/transvergente plaatgrens = 2 platen bewegen langs elkaar in verschillende
richtingen
→ Aardbeving, geen vulkanisme
o Divergente plaatgrens = 2 platen bewegen uit elkaar → gat in de korst
- Bij convergente + transforme plaatgrenzen ontstaat veel druk op de plaatgrens
→ Druk bouwt zich over tientallen jaren op waardoor aardbevingen kunnen ontstaan
→ Bij divergente plaatgrens bouwt er geen druk op, waardoor geen aardbeving kan ontstaan
→ Algemeen: aardbevingen bij transforme plaatgrens zwaarder dan convergente plaatgrens
, Je kan andere oorzaken van aardbeving beschrijven.
- Vulkanisme
- Bodemdaling: instorting van holtes in kalksteenformaties of mijnen
- Winning delfstoffen (bv. aardgas, steenkool), bv. in Groningen
- Meteorietinslag
- Kernproeven
Je kan het verschil aardbeving, zeebeving, tsunami uitleggen
- Wat gebeurt er tijdens een aardbeving?
→ Hangt af hoe zwaar de aardbeving is + op welke plek aardbeving plaatsvindt
o Hele lichte schokken worden nauwelijks gemerkt
o Iets zwaarder schokken kunnen gevoeld worden, maar lichten geen schade aan
o Grotere aardbevingen zorgen vaak voor veel schade (meer in stad, minder op platteland)
- In geval van zware aardbeving begint grond vanuit niets een keer enorm te trillen
→ Steden in aardbevingsgebieden hebben vaak waarschuwingssysteem
→ In deze regio's leren mensen ook waar ze moeten schuilen in zo’n geval
- Wanneer aardbeving op zee plaatsvindt → kan tsunami veroorzaakt worden
→ Duurt altijd even voordat een tsunami land bereikt
→ In regio's waar tsunami's vaak voorkomen zijn er ook waarschuwingssystemen
- Kwaliteit van huizen speelt grote rol
→ Rijke gebieden (Japan + Californië): schade vaak beperkt doordat huizen goed gebouwd zijn
→ In arme gebieden (Haïti): huizen vaak slecht van kwaliteit → gebouwen sneller instorten