Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
college aantekeningen refelctie op gezondheid €7,16   Ajouter au panier

Notes de cours

college aantekeningen refelctie op gezondheid

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

alle aantekeningen van het vak reflectie op gezondheid.

Aperçu 4 sur 70  pages

  • 11 septembre 2024
  • 70
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Verschillende
  • Toutes les classes
avatar-seller
Hoorcollege 1. Standaardbeeld en empirisme
Descriptief
• Wat is er gebeurd?
• Hoe is iets tot stand gekomen?
• Hoe is theorie Q uit theorie P voortgekomen?
Normatief
• Wat is een goede theorie?
• Hoe is wetenschappelijke kennis te rechtvaardigen?
• Onderscheid echte kennis vs. pseudo kennis?
• Wat is een adequate wetenschappelijke verklaring?

Common sense visie
 Logische afleidingen
 Empirisch vastgestelde feiten
 Theorie gebaseerd op de feiten
 Repliceerbaarheid
 Falsifieerbaarheid
 Normen en waarden doen er niet toe
 Geen externe invloeden
 Neutraal bij de vraagstelling
 Onafhankelijk bij de acceptatie
 Maatschappelijk waardenvrij
OOK HIER: DESCRIPTIEF – NORMATIEF?
Kloppen de elementen van de common sense visie?
Descriptief: strookt dit element met hoe het er in de wereld aan toe gaat?
Normatief: is het een goed element?

DESCRIPTIEF – NORMATIEF: GEDRAG VAN WETENSCHAPPERS
Descriptief: Hoe gedragen wetenschappers zich?
Normatief: Hoe behoren wetenschappers zich te gedragen?

ETHIEK IN DE WETENSCHAP
Robert Merton (1910-2003): Amerikaans socioloog
The normative structure of science (1942): beschrijft het ethos van wetenschap
De CUDOS normen:
1. Communism (Communisme):
 Dit verwijst naar het idee dat wetenschappelijke kennis gemeenschappelijk
eigendom is en vrijelijk gedeeld moet worden binnen de wetenschappelijke
gemeenschap. Onderzoekers delen hun bevindingen en gegevens met elkaar
om de vooruitgang van de wetenschap als geheel te bevorderen.
2. Universalism (Universalisme):
 Dit principe houdt in dat de geldigheid van wetenschappelijke kennis niet
afhankelijk mag zijn van de identiteit, achtergrond, of status van de
onderzoeker. Wetenschappelijke claims moeten beoordeeld worden op basis
van objectieve criteria, zoals de geldigheid van het bewijs en de logische
consistentie van het argument, ongeacht wie de onderzoeker is.

, 3. Disinterestedness (Belangeloosheid):
 Dit verwijst naar de noodzaak voor wetenschappers om hun werk te
benaderen zonder persoonlijke belangen of vooroordelen. Wetenschappers
moeten streven naar objectiviteit en onpartijdigheid in hun onderzoek, los
van persoonlijke voorkeuren, financiële belangen of politieke overtuigingen.
4. Organized Skepticism (Georganiseerd Skepticisme):
 Dit houdt in dat wetenschappers een kritische houding moeten aannemen
ten opzichte van wetenschappelijke claims en bevindingen, waarbij ze
openstaan voor het in twijfel trekken en evalueren van ideeën en
bewijsmateriaal. Skepticisme wordt gezien als een essentiële houding in de
wetenschap, omdat het helpt bij het voorkomen van dogmatisme en het
bevordert van open discussie en onderzoek.

KRITIEK: JOHN ZIMAN: PLACE
John Ziman (1925-2005), theoretisch natuurkundige
Real Science: What It Is and
What It Means.
Cambridge University Press 2000
 CUDOS slaat niet op industriele en overheids- research labs

MAAR DE CUDOS NORMEN
kunnen ook normatief worden opgevat: zo is het misschien niet maar zo zou het moeten zijn
Gedragscode VSNU 2018
Klachtenregeling VU & VUmc

VSNU GEDRAGSCODE
5 principes
1. Eerlijkheid en zorgvuldigheid:
 Onderzoekers moeten eerlijk en zorgvuldig te werk gaan bij het uitvoeren van
hun onderzoek. Dit betekent dat ze op een integere en betrouwbare manier
te werk moeten gaan, waarbij ze de feiten nauwkeurig rapporteren en geen
informatie verdoezelen of manipuleren.
2. Betrouwbaarheid:
 Betrouwbaarheid houdt in dat onderzoekers resultaten produceren die
reproduceerbaar en consistent zijn. Het onderzoek moet gebaseerd zijn op
methoden die robuust en valide zijn, en de resultaten moeten kunnen
worden gereproduceerd door andere onderzoekers.
3. Controleerbaarheid:
 Onderzoek moet controleerbaar zijn, wat betekent dat andere onderzoekers
in staat moeten zijn om de resultaten te verifiëren en te repliceren.
Onderzoekers moeten voldoende informatie verstrekken over hun
methodologie, gegevens en analyses, zodat anderen hun werk kunnen
controleren.
4. Onpartijdigheid:
 Onpartijdigheid vereist dat onderzoekers hun werk uitvoeren zonder
bevooroordeeld te zijn door persoonlijke belangen, financiële belangen of

, externe druk. Onderzoek moet objectief worden uitgevoerd, zonder
vooringenomenheid of partijdigheid in de interpretatie van de resultaten.
5. Verantwoordelijkheid:
 Onderzoekers zijn verantwoordelijk voor hun werk en de impact ervan op de
wetenschappelijke gemeenschap en de samenleving als geheel. Dit omvat het
nemen van verantwoordelijkheid voor de integriteit van hun onderzoek, het
vermijden van plagiaat en het ethisch behandelen van gegevens en
deelnemers.
Uitwerking in 61 normen goede onderzoeks- praktijken

NORMATIEVE THEORIE MBT WETENSCHAP 1E KANDIDAAT: EMPIRISME
Kennis is gebaseerd op waarnemingen en experiment
Inductieve methode
Wetenschap zoekt naar universele wetten van de vorm “Altijd als X, dan Y”
Inductie: Als X zeer vaak en onder veel verschillende omstandigheden waargenomen is; en
als X steeds samen met Y optrad, dan is de conclusie “Altijd als X, dan Y” gerechtvaardigd.

LOGISCH POSITIVISME
 Bakermat moderne wetenschapsfilosofie
 Gezelschap geleerden die de wereld wilden verbeteren
 Wars van hoogdravende speculatieve ideeen en theorieen
 Logica
 Variant van empirisme
Verificatie-criterium van betekenis:
een uitspraak heeft alleen betekenis als er omstandigheden kunnen worden gespecificeerd
waaronder die uitspraak waar is, daar ontleent ze haar betekenis aan.
Raaf 1 is zwart
Raaf 2 is zwart
Raaf 3 is zwart
Raaf 4 is zwart
Raaf 5 is zwart
Conclusie: Alle raven zijn zwart

DEDUCTIE
Premisse 1: Socrates is een mens
Premisse 2: Alle mensen zijn sterfelijk
Conclusie: Socrates is sterfelijk
Premisse 1: Jan is hier of Piet is hier
Premisse 2: Jan is niet hier
Conclusie: Piet is hier
Premisse 1: alle zoogdieren hebben longen
Premisse 2: dolfijnen zijn zoogdieren
Conclusie: dolfijnen hebben longen
 Deductie is waarheidsbehoudend, de conclusie wordt afgedwongen.
 Logische geldigheid is niet hetzelfde als waarheid.

, THEORIE HYPOTHESE
Uit een theorie een hypothese afleiden (die vervolgens dmv een observatie getoetst kan
worden) is ook deductie: modus ponens
Premisse 1: Alle stollingsgesteenten bevatten kristallen
Premisse 2: Dit stuk steen is een stollingsgesteente
Conclusie: Dit stuk steen bevat kristallen

THEORIE HYPOTHESE
Premisse 1: Verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd
Premisse 2: Zaadlobkleur en zaadvorm zijn verschillende kenmerken in de erwtplant
Conclusie: Zaadlobkleur en zaadvorm worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd

OBSERVATIE WEERLEGGING THEORIE
Uit een observatie afleiden dat een theorie niet klopt is ook deductie: modus tollens
Premisse 1: Alle innovaties ontstaan in start ups
Premisse 2: De ipad is niet ontstaan in een start up
Conclusie: het is niet waar dat [Alle innovaties ontstaan in start ups]




OBSERVATIONS, EMPIRICAL LAWS
Logical form = induction:
Observation1: Mass of the moon deflects incoming light rays
Observation2: Mass of Venus deflects incoming light rays
Observation3: Mass of Jupiter deflects incoming light rays
Observation4: Mass of Neutron star deflects incoming light rays
-----------------------------------------------------------------
Conclusion: Masses of large bodies deflect incoming light rays

EMPIRICAL LAWS, THEORY FORMATION
Induction: From singular observations to empirical laws.
Empirical law: masses of large bodies deflect incoming light rays
Other empirical laws:
> E = MC2
> Speed of light is constant and the same for all observers
> Length Contraction
> Time Dilation

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur famkebrieffies. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79789 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,16
  • (0)
  Ajouter