HC 1 Grondrechtenbescherming en de nationale rechtsorde
Elementen van grondrechten
‘a’ heeft, een grondrecht heeft een ‘drager’ -> het komt iemand toe
Lees altijd kritisch wie een grondrecht toekomt.
Bv. art. 3 Gw -> ‘Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst
benoembaar.’, dus alle personen met een Nederlands Staatsburgerschap en
Nederlands paspoort.
Een bedrijf kan ook drager zijn, denk aan recht op privacy van bedrijfsgeheimen.
Dieren hebben (op dit moment) geen mensenrechten, maar ze zijn meer als dingen,
zaken en objecten.
Een aanspraak (recht) op ‘x’ -> een drager heeft recht op iets
Drie generaties grondrechten:
- Klassieke grondrechten = 1e generatie. Zijn typisch in te roepen tegen de overheid,
negatieve verplichting (d.w.z. overheid/je moet van die grondrechten afblijven).
Bv. recht op vrijheid van meningsuiting, recht op privacy.
- Sociale grondrechten = 2e generatie. Overheidsoptreden/prestatie verlangd, positieve
verplichting (de overheid zorgt ergens voor).
Recht op bestaanszekerheid.
- Solidary rights = 3e generatie. Veelal gericht op groepen en de toekomst, zoals recht
op ontwikkeling, recht op cultuur en identiteit (inheemse) volkeren.
Grondrechten komen van:
- Oude Grieken -> vrijheid voor sommigen/rol van de stadstaat
- Feodale Middeleeuwen -> scheiding kerk/staat: gebrek aan gelijkheid
- Kerkhervorming -> tolerantie van verschillende godsdiensten
- Vestiging van de natiestaat -> centralisering van de macht
- Opkomst van de burgerij -> nadruk op eigendomsrecht, kiesrecht
- Democratische rechtsstaat -> omvattende bescherming van grondrechten
- Internationalisering van grondrechten -> post WWII
Grondslagen van grondrechten:
- Menswaardigheid -> aangeboren/inherent
- Democratie en menswaardigheid vullen elkaar aan
- Democratie (politieke meerderheid) kan dfe grondrechten ook schaden
- Minderheid legt zich neer bij de meerderheid, meerderheid beschermt minderheid
Er zijn weinig universele grondrechten, folterverbod is hier een voorbeeld van (ius cogens
= folterverbod). Dus ook al heeft een staat hier niet mee ingestemd, geldt het folterverbod
alsnog.
Jegens ‘b’ -> iemand of iets moet mijn grondrecht respecteren. Het kan worden afgedwongen
tegen iemand
Werkingssfeer van grondrechten:
- Verticaal (traditionele functie) = ‘ten opzichte van de overheid’. Bv. de overheid mag
niet beslissen op wie ik moet stemmen.
- Horizontaal (moderne functie) = ‘ten opzichte van derden’. Bv. recht op vrijwaring van
discriminatie.
,Berustend op ‘y’ -> het moet rusten op een juridische afspraak (aanspraak)
Bronnen van grondrechten:
- Nationale juridische bronnen = bv. Gw. Nadere uitwerking van grondrechten in bv.
wetgeving zoals Algemene wet gelijke behandeling.
- Europese juridische bronnen = bv. Handvest, algemene beginselen van EU-recht. Bv.
loyaliteitsbeginsel, gelijkheidsbeginsel.
- Internationale juridische bronnen = EVRM, IVBPR, IVESCR.
Af te dwingen voor ‘c’ -> als iemand zich hier niet aan houdt, kun je het afdwingen
Instanties die grondrechten beschermen/afdwingen: vaak maar niet uitsluitend de
rechter. Rechter vormt spil rechtsbescherming.
In de volgende gevallen kan rechter grondrecht beschermen:
- Vraag naar de ‘interpretatie’ van de ‘reikwijdte’ (werking, toepasselijkheid) van
grondrecht.
- Vraag of een ‘inmenging’ (beperking, interference) was (door de staat) in de reikwijdte
in een bepaald geval.
Let op: een beperking is niet vanzelfsprekend een inbreuk/schending. Sommige
grondrechten laten een inmenging toe onder bepaalde omstandigheden, bv. art. 8
EVRM. Folterverbod is nooit een inmenging mogelijk.
Rechters die grondrechten beschermen: het gaat hier om bindende afspraken:
- Nationale rechter -> aan nationaal recht: Gw, wetgeving. Aan internationaal recht: bv.
EVRM en IVBPR. Aan EU-recht: nationale rechter die het HvJEU een prejudiciële
uitspraak kan/moet vragen.
- Internationale rechter -> voornamelijk het EHRM op grond van art. 34 en 35 EVRM.
Past het EVRM toe.
- Europese rechter -> HvJEU, past de EU-grondrechten toe.
Niet-rechterlijke instanties die grondrechten beschermen: het gaat hier om niet-bindende
afspraken:
- Nationale beklagmogelijkheden -> College voor de Rechten van de mens. Geeft niet
bindende oordelen, je kunt alsnog naar de rechter.
- Internationale beklagmogelijkheden -> Europees Comité voor Sociale Rechten.
Grondrechten zijn als volgt van aard:
- Principieel = fundamentele kenmerken van de hele rechtsorde
- Constitutioneel = condities voor rechtmatige uitoefening van publiek gezag
- Normatief = subjectieve rechten jegens de overheid, instructienormen voor de
overheid en rechtsbeginselen die doorwerken in de uitleg en toepassing van andere
rechtsbronnen
Nationale rechtsorde
Nationale rechter vormt de spil van grondrechtenbescherming in gelaagde rechtsorde ->
strafrechter, bestuursrechter en civiele rechter
Nationale rechtsbronnen = Statuut, Gw, fundamentele rechtsbeginselen
(ongeschreven), wet- en regelgeving (bv. Awgb)
Fundamentele rechtsbeginsel -> bv. verbod op willekeur, proportionaliteitsbeginsel.
Toetsingsverbod -> art. 120 Gw, rechter mag wetten in formele zin niet toetsen aan de
Grondwet. Geldt ook voor Statuut en fundamentele rechtsbeginselen. Heeft te maken met
strikte machtenscheiding tussen rechter en wetgever. De nadruk ligt op de democratische
legitimiteit van de formele wetgever. Rechter mag lagere regelgeving wel toetsen aan de Gw.
Lagere regelgeving is immers geen wet in formele zin (bv. AMvB). Echter, dit mag niet altijd.
Als de wet in formele zin geen discretie aan de lagere regelgever overlaat, mag de rechter
,deze lagere regel niet toetsen aan de Grondwet. Een toetsing mag niet neerkomen op een
indirecte toetsing van een wet in formele zin aan de Grondwet.
Wetten in formele zin = gemaakt door Regering + Staten-Generaal, art. 81 Gw. Bv.
Awb, Opiumwet
Lagere regelgeving = AMvB, ministeriële regelingen, provinciale- en gemeentelijke
verordeningen
Meestal bestaan verschillende regelgevingen in harmonie met elkaar, het komt echter voor
dat twee regelingen strijdig zijn/lijken. In zo’n geval bepaald de rechter welke regeling voor
gaat:
- Hoger gaat voor lager. Verdragen en Grondwet staan boven wet in formele zin of
ministeriële regeling.
- Conflict tussen twee wetten van gelijke hiërarchie -> rechter kijkt eerst naar voorrang,
staat er wat over voorrang of niet. Als dat er niet in staat, specifiek gaat voor
algemeen en nieuw gaat voor oud. Bv. vreemdelingenwet gaat voor op Awb.
Wetten in formele zin mogen niet aan de Gw getoetst worden, maar moeten aan verdragen
worden getoetst. Dit geldt alleen voor een EIV bepaling.
EIV = onvoorwaardelijk en voldoende duidelijk omschreven zodat de rechter dit
meteen kan toepassen.
Jurisprudentie.
Harmonisatiewet
Studenten vakbond verzet zich tegen onverkorte toepassing nieuwe bepalingen
Harmonisatiewet, welke voor student een achteruitgang in de rechtspositie inhoudt. HR geeft
uitleg aan art. 120 Gw.
RV: mag rechter wet in formele zin toetsen aan fundamentele rechtsbeginselen? RR:
nee.
RV: mag rechter wet in formele zin toetsen aan Statuut? RR: nee.
Dus art. 120 Gw geldt ook voor fundamentele rechtsbeginselen + Statuut.
DCI/Nederland
Kwetsbare groepen, werkingssfeer illegale kinderen. Gaat over de interpretatiemethode.
RR: Het Handvest moet geïnterpreteerd worden, aldus het Comité, op een manier die
de erin vervatte rechten zo effectief mogelijk waarborgt. Deze uitleg brengt met zich
mee dat beperkingen op die rechten restrictief moeten worden begrepen en de kern
van die rechten in tact moeten laten. In hoeverre een beperking is toegestaan hangt
dus af van het specifieke recht in kwestie.
Pastafarisme
Mevrouw had een identiteitskaart aangevraagd met pasfoto’s waarop zij een vergiet droeg.
Het vergiet is volgens haar namelijk een heilig symbool binnen het pastafarisme. De
burgemeester weigerde de documenten te verstrekken omdat de foto’s niet voldeden aan
wettelijke eisen. Het is mogelijk om van de algemene regel af te wijken en een officieel
document aan te vragen met een pasfoto waarop het hoofd bedekt is. Echter moet de
aanvrager dan wel hebben aangetoond dat er godsdienstige redenen bestaan die zich
verzetten tegen het onbedekt laten van het hoofd.
RR: de ABRvS oordeelde dat hier geen sprake van was. Het EHRM stelt criteria aan
een samenstel van opvattingen, willen die opvattingen als godsdienst kunnen worden
aangemerkt: overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang. Volgens de ABRvS
overheerst het satirische element van het pastafarisme zozeer dat deze stroming niet
voldoet aan de bovengenoemde criteria. In het bijzonder ontbreekt het aan de
vereisten ernst en samenhang. Het pastafarisme kan daarom niet als godsdienst
worden aangemerkt.
, De Wilde/Nederland
De vrijheid van godsdienst of overtuiging, zoals opgenomen in artikel 9 EVRM, strekt zich
niet uit tot het pastafarisme als geloof van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Het
ontbreekt daarin aan de vereiste ernst en samenhang. Tot deze conclusie komt het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens in een unaniem genomen niet-
ontvankelijkheidsbeslissing.
W2
HC 2 Grondrechtenbescherming en de internationale rechtsorde
Gelaagde rechtsorde = grondrechtenbescherming is niet alleen nationaal, maar ook
internationaal en EU. Die lagen staan in verhouding met elkaar. Is meer dan alleen het recht
van de staat, niet beperkt tot de grenzen van een staat.
Internationale rechtsorde
- VN
- Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)
- Raad van Europa
Internationale rechtsbronnen:
- Verdagen, zoals Raad van Europa -> EVRM, ESH
- Verdragen, zoals VN -> IVBPR, IVESCR
- Niet-verdragen, zoals besluiten van volkenrechtelijke organisaties, ongeschreven
internationaal recht
Doorwerking van internationale grondrechten:
- Dualistisch stelsel = nationale en internationale rechtsorden zijn van elkaar
gescheiden. Burger kan in de staat geen beroep doen bij de nationale rechter op
internationale rechtsbronnen. Nationale rechter kan geen internationale
rechtsbronnen toepassen, dat is namelijk een andere rechtsorde. Transformatie van
internationaal recht in nationaal recht -> incorporatie = formele wetgever maakt een
wet in formele zin en daarin worden bepalingen uit internationaal recht opgenomen.
Bv. Engeland -> Human Rights Acts, is overgenomen van EVRM.
- Monistisch stelsel = eenheid van nationale en internationale rechtsorde. Een
rechtsorde met daarin internationaal en nationaal recht. Als een staat lid wordt van
verdrag dan is dat deel van rechtsorde van die staat -> doorwerking. Zodra het recht
de staat bindt, werkt het door in de nationale rechtsorde. Internationaal recht werkt
meteen door binnen de nationale rechtsorde.
Bv. Nederland, België, Frankrijk. Nederland is monistisch, bron daarvan is
ongeschreven staatsrecht, werd bevestigd door HR in het oude arrest
Grenstraktaat-Aken.
Art. 94 Gw -> de rechter past EIV bepalingen van internationale verdragen toe. Als er strijdt
is tussen nationaal en internationaal recht, geeft rechter voorrang aan internationaal recht als
het EIV is.
Art. 93 Gw -> bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die
naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn
bekendgemaakt. EIV moeten bekend zijn gemaakt in Tractatenblad.
EIV bepalingen:
Verdragspartijen zijn uitdrukkelijk overeengekomen dat een bepaling niet EIV zal zijn. Let op
termen als: ‘geen directe werking’ (ook rechtstreekse/interne werking). Als er geen afspraken
tussen partijen zijn dan kijk je naar de inhoud van de bepaling.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur senneh1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.