Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitwerkingen oefenvragen en quizzen Burgerlijk proces- en insolventierecht €14,56   Ajouter au panier

Notes de cours

Uitwerkingen oefenvragen en quizzen Burgerlijk proces- en insolventierecht

 2 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitwerkingen van de oefenvragen en quizzen van het vak Burgerlijk proces- en insolventierecht.

Aperçu 3 sur 25  pages

  • 16 septembre 2024
  • 25
  • 2024/2025
  • Notes de cours
  • A
  • Toutes les classes
avatar-seller
Burgerlijk procesrecht & Insolventieprocesrecht
2023-2024

Week 1: Infrastructuur, procesbeginselen, bevoegdheid van de rechter en
dagvaarding

Oefenvragen


1. Deniz woont in Amsterdam. Voor haar neef Stef huurt zij een appartement in Rotterdam.
Het appartement is eigendom van GeHa Verhuur B.V., gevestigd in Utrecht. Met ingang
van 1 mei 2023 weigert Deniz de huur nog te betalen, omdat GeHa Verhuur B.V. nalaat
het huis te behandelen tegen schimmel. GeHa Verhuur B.V. vordert daarop doorbetaling
van de huur.
Welke rechter(s) is/zijn bevoegd om van de vordering van GeHa Verhuur B.V. kennis te
nemen?

A. De rechtbank Midden-Nederland.
B. De rechtbank Rotterdam.
C. De rechtbank Midden-Nederland en Amsterdam.
D. De rechtbank Midden-Nederland en Rotterdam.
Toelichting: Hier wordt alleen relatieve bevoegdheid getoetst. In art. 103 Rv staat ‘is echter
uitsluitend bevoegd’ waardoor sprake is van een exclusieve bevoegdheid en dus 1 rechter.

2. Justin, wonende in Rotterdam, koopt van zijn eerste salaris een vouwwagen van Angela,
wonende in Leeuwarden, voor een bedrag van € 14.500. Na een paar weken zakt de
vouwwagen door zijn assen. Justin vordert ontbinding van de koopovereenkomst.
Welke rechter(s) is/zijn relatief bevoegd en bij welke kamer moet Justin zijn?

A. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Noord-Nederland en Rotterdam.
B. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Noord-Nederland.
C. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Noord-Nederland en Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Noord-Nederland.
Toelichting: In art. 93 sub b Rv behandeld en beslist de kantonrechter vorderingen van
onbepaalde waarde. Justin vordert ontbinding. Het betreft een waarde minder dan 2500
euro. We hebben in casu te maken met 2 particulieren en daarom kijken we naar art. 99 Rv.
Bevoegd is de rechter van de woonplaats van de gedaagde. De woonplaats van Angela
bepaalt de relatieve bevoegdheid. In dit geval Leeuwarden, dus Noord-Nederland.

,3. Justin, wonende in Rotterdam, koopt van zijn eerste salaris een vouwwagen van Angel
Travel B.V., gevestigd in Leeuwarden, voor een bedrag van € 34.500. Na een paar weken
zakt de vouwwagen door zijn assen. Justin vordert daarom een bedrag van € 34.500 bij
de rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Rotterdam.
Wat zal deze rechter doen?

A. De zaak ambtshalve verwijzen naar de juiste kamer.
B. De zaak verwijzen naar de juiste rechtbank, mits Angel Travel B.V. voor alle weren
een beroep doet op de onbevoegdheid van de rechtbank Rotterdam.
C. De zaak behandelen en beslissen.
D. Zich onbevoegd verklaren.
Toelichting: we hebben hier te maken met een rechtspersoon (Angel Travel B.V.) dus geen
particulier maar een consumentenkoop. Doordat het een consumentenkoop betreft kijken
we naar art. 101 Rv. Justin had deze zaak aanhangig moeten maken voor de kamer van
kantonzaken (art. 93 sub c Rv).

4. Welke stelling over de bevoegdheid van het gerechtshof is juist?

A. Het hof oordeelt in hoger beroep niet over de voor hoger beroep vatbare vonnissen
van kantonrechters, maar wel over de voor hoger beroep vatbare vonnissen van de
kamers voor niet-kantonzaken.
B. Als het gerechtshof absoluut onbevoegd is, verklaart het hof zich alleen onbevoegd
als de verwerende partij tijdig een beroep doet op de absolute onbevoegdheid van
het hof.
C. Art. 99 e.v. Rv bepalen welk hof in hoger beroep relatief bevoegd is.
D. Het gerechtshof is in eerste aanleg bevoegd als partijen rechtsgeldig zijn
overeengekomen hun geding in eerste aanleg meteen aanhangig te maken bij het
gerechtshof.
Toelichting: De vraag ziet op prorogatie (art. 62 RO).

5. Artikel 5:49 lid 1 BW luidt:

Ieder der eigenaars van aangrenzende erven in een aaneengebouwd gedeelte van een
gemeente kan te allen tijde vorderen dat de andere eigenaar ertoe meewerkt, dat op de
grens van de erven een scheidsmuur van twee meter hoogte wordt opgericht (…).

Fien en Keran zijn huiseigenaren en buren. Fien wil bij de rechter afdwingen dat Keran
meewerkt aan het oprichten van een scheidsmuur van 2.00 meter hoogte op de grens
van hun erven.
Welke stelling over de door Fien bij de rechtbank te beginnen procedure is juist?

A. Fien moet een verzoekschrift indienen.
B. Keran en Fien zijn wel formele, maar geen materiële procespartijen.
C. Keran en Fien moeten zich laten vertegenwoordigen door een advocaat.
D. De zaak moet worden behandeld door een enkelvoudige kamer.
Toelichting: We hebben hier te maken met een advocaatzaak, een niet-kantonzaak. Van
belang is art. 93 jo. 79 Rv.

, 6. Welke stelling over beginselen van procesrecht is juist?

A. De rechter overschrijdt de grenzen van de rechtsstrijd als hij zijn beslissing baseert op
een feit dat niet door de eiser aan zijn vordering ten grondslag is gelegd, maar wel
kan worden afgeleid uit een overgelegde productie.
B. Tot de vereisten die artikel 6 EVRM aan een behoorlijke procedure stelt, behoort het
recht op een behandeling in twee instanties.
C. Een gevolgtrekking uit de schending van de waarheidsplicht kan niet zijn: een
veroordeling in de proceskosten.
D. Op het beginsel van hoor en wederhoor wordt geen uitzondering aanvaard.
Toelichting: Producties vervangen geen stellingen. Als rechter mag je niet dingen afleiden uit
een productie (art. 24 Rv). De rechter mag alleen oordelen als de procespartij het zelf
aanvoert.

7. Welke stelling over procesbeginselen is juist?
A. De rechter mag ambtshalve stukken opvragen bij overheidsinstanties zonder partijen
daarvan in kennis te stellen; hiertegen verzet artikel 19 Rv zich niet.
B. Een functie van het motiveringsbeginsel is het geven van voldoende inzicht in de aan
de rechterlijke beslissing ten grondslag liggende gedachtegang om de beslissing voor
partijen controleerbaar en aanvaardbaar te maken.
C. De mondelinge behandeling in een echtscheidingszaak is in beginsel openbaar.
D. Artikel 25 Rv houdt in dat de rechter geheel vrij is om op de naar voren gebrachte
feiten een rechtsgrond toe te passen.
Toelichting: Arrest Rijwielzadel.

8. De deurwaarder moet een dagvaardingsexploot betekenen aan Edward. Als hij langs het
raam van het huis van Edward loopt, ziet hij een man snel wegduiken achter de bank. De
deurwaarder belt aan, maar niemand doet open.
Wat zal de deurwaarder doen?
A. De deurwaarder schakelt de sterke arm in, zodat hij het exploot in persoon aan
Edward kan betekenen.
B. De deurwaarder laat het exploot achter in een gesloten envelop.
C. De deurwaarder laat het exploot achter in een gesloten envelop, maar in dit geval
geldt de fictie dat Edward het exploot in persoon in ontvangst heeft genomen.
D. De deurwaarder bezorgt het exploot per post.
Toelichting: Als er niemand opendoet, dan laat de deurwaarder een afschrift achter in een
gesloten envelop (art. 47 Rv).

9. In een op 2 oktober 2023 uitgebrachte dagvaarding ontdekt de eiser op 18 oktober 2023
een met nietigheid bedreigde fout. De eerste rolzitting is op 25 oktober 2023.
Welke stelling is juist?

A. De eiser kan uiterlijk 24 oktober 2023 een herstelexploot uitbrengen, maar hij moet
gedaagde oproepen tegen een nieuwe roldatum.
B. De roldatum van 25 oktober 2023 kan worden gehandhaafd als de eiser een
herstelexploot uitbrengt en dat uiterlijk 24 oktober 2023 ter griffie indient.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnoniemeStudent010. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76462 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€14,56
  • (0)
  Ajouter