Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Oefenvragen en quizzen Burgerlijk proces- en insolventierecht €14,56   Ajouter au panier

Notes de cours

Oefenvragen en quizzen Burgerlijk proces- en insolventierecht

 4 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitwerkingen van de oefenvragen en quizzen van het vak Burgerlijk proces- en insolventierecht.

Aperçu 4 sur 32  pages

  • 16 septembre 2024
  • 32
  • 2024/2025
  • Notes de cours
  • A
  • Toutes les classes
avatar-seller
Quizzen Burgerlijk Procesrecht

Week 1: Procesbeginselen, bevoegdheid rechter en dagvaarding

Vraag 1
Kadira wil in een procedure tegen Noah ontbinding van de tussen haar en Noah gesloten
koopovereenkomst vorderen. Welke procedure moet Kadira beginnen?
A. Dagvaardingsprocedure
B. Verzoekschriftprocedure

Vraag 2
Kadira is gescheiden van Noah. Kadira en Noah hebben twee kinderen, waarover zij samen
het gezag hebben. Kadira wil de rechtbank verzoeken het gezag te wijzigen, in die zin dat zij
voortaan alleen is belast met het gezag over de kinderen. Welke procedure moet Kadira
beginnen?
A. Dagvaardingsprocedure
B. Verzoekschriftprocedure

Vraag 3
Werknemer Kadira is in dienst van werkgever Noah. Kadira wil de arbeidsovereenkomst
ontbinden. Welke procedure moet Kadira beginnen?
A. Dagvaardingsprocedure
B. Verzoekschriftprocedure

Vraag 4
Werknemer Kadira is in dienst van werkgever Noah. Kadira wil de arbeidsovereenkomst
ontbinden. Bij welke kamer van de rechtbank moet Kadira haar procedure beginnen?
A. Kamer voor kantonzaken
B. Kamer voor niet-kantonzaken

Vraag 5
Welke stelling over dagvaardingszaken is juist?
A. Bij de rechtbank moet een zaak door een enkelvoudige kamer worden behandeld en
beslist.
B. Meervoudige kamers bestaan uit vijf rechters of raadsheren.
C. Bij het hof wordt een zaak in beginsel door een meervoudige kamer behandeld en
beslist.

Vraag 6
Emma heeft voor een bedrag van € 20.000 een auto gekocht van Nick. Na twee dagen knapt
de distributieriem en de daardoor ontstane motorschade is groot. Volgens de garage van
Emma is de auto niet meer te repareren. Emma vordert ontbinding van de
koopovereenkomst. Welke rechter is absoluut bevoegd?
A. Het gerechtshof
B. Het kantongerecht
C. Het Scheidsgerecht
D. De rechtbank

,Vraag 7
Welke stelling over procesbeginselen is juist?
A. Het Europese Hof voor de rechten van de Mens heeft voorgeschreven op welke
exclusieve wijze staten het recht op toegang tot de rechter moeten waarborgen.
B. Een vonnis in kort geding hoeft niet te worden gemotiveerd, omdat de
kortgedingprocedure een spoedprocedure is.
C. Partijen bepalen het procestempo.
D. De rechter mag uit eigen beweging een sanctie opleggen aan de partij die in strijd
heeft gehandeld met de waarheidsplicht.

Vraag 8
Welke stelling over procesbeginselen is juist?
A. De verplichting van de burgerlijke rechter tot het ambtshalve aanvullen van
rechtsgronden houdt in dat de rechter niet gebonden is aan de door partijen gegeven
juridische kwalificatie van de feiten.
B. De burgerlijke rechter is lijdelijk ten aanzien van zowel de grenzen van de rechtsstrijd
als het verloop van de procedure.
C. Het beginsel van hoor en wederhoor moet altijd worden nageleefd; vanwege de
fundamentele aard van het beginsel gelden daarop geen uitzonderingen.
D. In een dagvaardingsprocedure zijn de zittingen, de beraadslaging en de uitspraak
openbaar.

Vraag 9
De rechtbank heeft Trisha bij vonnis van 1 mei veroordeeld tot het afgeven van een auto aan
David. Als Trisha de auto niet afgeeft, moet zij volgens het vonnis een dwangsom betalen van
€ 1.000 voor iedere dag waarop zij nalaat de auto af te geven (zie H/H nr. 273). Trisha geeft
de auto pas na een week af en moet daarom € 7.000 (zeven dagen keer € 1.000)
dwangsommen betalen aan David. David wil het bedrag innen. In artikel 611c Rv staat dat
David de dwangsommen direct kan innen met behulp van het vonnis van 1 mei (zie H/H nr.
276).
Duidelijk is dat David geen nieuw vonnis nodig heeft om het bedrag van € 7.000 te kunnen
innen. Toch stapt David opnieuw naar de rechter en vordert hij de betaling van € 7.000 aan
verbeurde dwangsommen.
Hoe denkt u dat de beslissing van de rechter zal luiden?
A. Afwijzing van de vordering.
B. Niet-ontvankelijkverklaring.
C. Onbevoegdheid van de rechtbank.

Vraag 10
Welke stelling over partijen is juist?
A. Als mr. Hermsen procedeert in zijn hoedanigheid van curator treedt mr. Hermsen
voor zichzelf op.
B. De besloten vennootschap Luca B.V. kan geen partij zijn in een procedure.
C. De Staat kan wel partij zijn in een procedure, maar lagere overheden niet.
D. De 17-jarige Luca kan wel materiele partij, maar geen formele partij zijn.

,Vraag 11
Welke informatie moet – op straffe van nietigheid – worden opgenomen in een dagvaarding
in een kantonzaak?
A. De naam van de gemachtigde.
B. De door de gedaagde tegen de eis aangevoerde verweren en de gronden daarvoor.
C. De naam van de advocaat.
D. De voornaam van de gedaagde.

Vraag 12
De deurwaarder moet een dagvaarding betekenen aan Hafsa. Op het adres van Hafsa is
alleen de man van Hafsa aanwezig. Op welke wijze zal de deurwaarder de dagvaarding
betekenen?
A. Door bezorging van een afschrift per post.
B. Aan de man van Hafsa.
C. Aan Hafsa in persoon.
D. Door het achterlaten van een afschrift in een gesloten envelop,

Vraag 13
Welke stelling over het begin van de dagvaardingsprocedure bij de kamer voor niet-
kantonzaken is juist?
A. De eiser schrijft de zaak na het aanbrengen in op de rol van de rechtbank.
B. Tussen de dag van de betekening van de dagvaarding en de roldatum moeten
maximaal zeven volle dagen liggen.
C. De in de dagvaarding genoemde eerste roldatum (art. 111 lid 2 onder f Rv) is een
woensdag.
D. De procedure is aanhangig vanaf het moment van de indiening van het
dagvaardingsexploot bij de rechtbank.

Vraag 14
Rodrigo en Hajo zijn gehuwd geweest en zijn de ouders van een kind. Het kind woont bij
Rodrigo in Amsterdam en heeft een keer per maand begeleide omgang met Hajo in zijn
woning in Utrecht. Hajo meent dat het kind ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en wil
dat de rechtbank Midden-Nederland het kind onder toezicht stelt (zie artikel 1:255 BW).
Welke stelling over de door Hajo te beginnen procedure is juist?
A. Deze zaak is een verzoekschriftprocedure.
B. De rechtbank Midden-Nederland is relatief bevoegd.
C. Rodrigo en Hajo zijn formele procespartij; het kind materiele procespartij.
D. Deze zaak is een kantonzaak.

, Vraag 15
Rodrigo en Hajo zijn gehuwd geweest en zijn de ouders van een kind. Het kind woont bij
Rodrigo en heeft een keer per maand begeleide omgang met Hajo. Hajo meent dat het kind
ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en wil dat het kind onder toezicht wordt gesteld
(zie artikel 1:255 BW). Rodrigo en Hajo zijn prorogatie overeengekomen.
Welke stelling is juist?
A. Hajo moet de procedure beginnen bij het gerechtshof, omdat hij met Rodrigo is
overeengekomen dat de zaak in eerste aanleg aanhangig zal worden gemaakt bij het
gerechtshof.
B. Hajo moet de procedure beginnen bij de rechtbank, omdat de rechtbank in eerste
aanleg kennis neemt van alle burgerlijke zaken.
C. Hajo moet de procedure beginnen bij het gerechtshof; als Hajo de procedure begint
bij de rechtbank, moet de rechtbank zich onbevoegd verklaren als Rodrigo voor alle
weren een beroep doet op de onbevoegdheid van de rechtbank.
D. Hajo moet de procedure beginnen bij de rechtbank; als Hajo de procedure begint bij
het gerechtshof, moet het gerechtshof zich ambtshalve onbevoegd verklaren.

Vraag 16
Katrine, wonende in Amsterdam, heeft een designer bruidsjurk gekocht bij Serida’s
Bruidsmode B.V., gevestigd in Rotterdam voor een bedrag van € 25.500. Sherida’s
Bruidsmode levert de jurk niet. Katrine vordert levering van de bruidsjurk.
Welke rechter(s) is/zijn bevoegd kennis te nemen van de vordering van Katrine?
A. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam en Rotterdam.
B. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Rotterdam.
C. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam en Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Rotterdam.

Vraag 17
Katrine, wonende in Amsterdam, heeft Soraya, wonende in Utrecht, mishandeld tijdens het
uitgaan in Rotterdam. Soraya vordert een verklaring voor recht dat Katrine jegens haar
onrechtmatig heeft gehandeld en betaling van een bedrag van € 20.000 schadevergoeding.
Welke rechter(s) is/zijn bevoegd kennis te nemen van de vorderingen van Soraya?
A. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam en Rotterdam.
B. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam.
C. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam en Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam.

Vraag 18
Ivo woont in het centrum van Rotterdam. Wanneer hij een baan in Leeuwarden krijgt, huurt
hij in Leeuwarden een kamer van Baukje, wonende in Amsterdam. Ivo slaapt twee nachten
per week in Leeuwarden en verblijft de andere dagen van de week in Rotterdam. In de kamer
in Leeuwarden geeft Ivo voor zijn collega’s vaak wilde feesten. De buren hebben al vaak over
geluidsoverlast geklaagd bij Ivo, maar Ivo blijft doorfeesten. Op een gegeven moment is de
maat vol. Baukje begint een procedure bij de rechtbank Rotterdam, kamer voor kantonzaken.
Wat zal deze rechter doen?
A. De zaak verwijzen naar de juiste rechtbank, mits Angel Travel B.V. voor alle weren een
beroep doet op de onbevoegdheid van de rechtbank Rotterdam.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnoniemeStudent010. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76799 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€14,56
  • (0)
  Ajouter