Werk en Welzijn
- namen op lesoverzicht wel kennen
- niet alle cijfers kennen maar tendens wel (prof zegt het
soms zelf dus zeker noteren)
- soms note pages onder de ppt zeker bekijken
- open vragen vorig: participatieladder uitleggen +
model burnout en 2 specifieke termen
1. Werkgeluk
1.1 Geschiedenis van werk(geluk)
We bekijken dit aan de hand van het model van ‘de Prins’:
Prehistorie
Tijdens deze periode is de jacht het werk van velen. Als je stopt met jagen en dus stopt met
werken, is er geen eten en geen overlevingskans. Werk is dus (over)leven waardoor er geen
onderscheid is tussen werk en privé. Deze 2 zaken zijn inherent aan elkaar en er zijn ook geen
andere verwachtingen hierover.
Landbouwrevolutie
Mensen worden meer sedentair (= op één plek wonen) en domesticeren dieren, slaan opslag
op voor de winter. Er is sprake van biologisch succes omdat meer mensen overleven omdat
ze beter plannen en beter leven. Maar er is ook een psychosociale nederlaag omdat ze zoveel
moeten plannen, vrezen (voor bv lagere temperaturen, …) waardoor er een daling is in de
kwaliteit van leven. In deze tijd denken mensen ook dat werk een straf of vernedering is
omdat Aristoteles zei dat je niet gelukkig kan zijn als je werkt (A. was wit en rijk <-> mindere
volk deed het werk).
Werk en geluk worden gescheiden!
Wel geluk: buiten werken, oogst zien groeien, planten en dieren verzorgen
Dit zie je ook in morele en religieuze geboden, het 7e verbod is lui zijn dus hard werken moet.
Steden en ambachten
Meer mensen vertrokken naar de stad. Werken voor geld blijft een vorm van straf of
slavernij. Er komt waarschijnlijk ook een vorm van trots, tevredenheid en bestaanszekerheid
bij kijken.
Karl Marx (19e E) was een verlichtingsfilosoof die zei dat je WEL geluk en waardigheid kan
halen uit werk maar er zijn randvoorwaarden aan verbonden:
Goede arbeidsomstandigheden
Eerlijk loon
Afwisselend werk
, Werk dat betekenis heeft doordat ze het leed van anderen verzacht of hun genot
vergroot
Hoop op gelukkig werkleven sijpelt door.
Industriële revolutie
Iedereen is een radartje in een groot geheel, maar voor deze mensen is het eindproduct niet
zichtbaar, bijvoorbeeld kleine kinderen die het wol opraken dicht bij de machines weten niet
wat er geproduceerd wordt. Het is saai, repetitief. Er is weinig ambachtelijke kennis of
vaardigheden nodig en er is een hoge tijdsdruk. Ze werkten ook in heel gevaarlijke
omstandigheden.
Mensen werkten 6 op 7 (zondag = kerk), shiften van 10 à 14 uur en ze hadden geen vakantie.
Privé bestaat niet
Weinig sprake van werkgeluk
Tijdperk van tevredenheid
Veiliger, minder werkuren, vakanties, hogere lonen
sociale welvaartstaat werd opgebouwd (bv. pensioen uit die pot)
Diensteneconomie vanaf ‘70
Werk en privé gescheiden van elkaar (thuis was het werk afgelopen)
Hoge tevredenheid op werk
Sprake van labor (verrichte werk) en opus (zelfverwezenlijking, goede
zelfvervulling)
Marie Jahoda deed onderzoek naar latente (= onderhuidse) voordelen die we zouden
verliezen als we niet zouden werken en kwam uit op het ‘latente deprivatiemodel’:
1) Structuur in tijd
2) Opportuniteiten tot sociaal contact
3) Gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
4) Sociale identiteit (hoe je naar jezelf kijkt) EN sociale status (hoe anderen naar je kijken)
5) Zelfrealisatie, betekenisvolle activiteiten
Inkomen en andere materiële voordelen (manifest1) zijn ook belangrijke voordelen die we uit
werken halen. De bovenste lijst bevat geen manifeste voordelen.
Kritiek bij latente deprivatiemodel
Niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting, onzekerheid, stigma, …
Werk is geen must voor een goede (mentale) gezondheid
Bandarbeider in ploegensysteem kan ongelukkiger zijn dan de werkloze, toch is het meestal
niet zo.
- Levenstevredenheid ongewild werkloos 4,9/10 <-> werkend 6,6/10 (20% hoger)
- Angst, woede, onmacht wordt 30% vaker gerapporteerd door werklozen
Voordeel van werkgeluk voor bedrijf en individu:
Blijven gemiddeld 2j langer bij bedrijf
Minder abseïntisme
Broaden-and-build effect (Frederickson): positief werksfeer leidt tot productiever
en creatiever gedrag, breder blikveld/gedachten, meer oplossingen, beter
samenwerken opbouw van mentale reserve/veerkracht voor mindere
momenten gelukkiger zijn op het werk kan dus een positieve ‘loop’ creëren
Emotional spill-over (rechtstreeks effect)
1
Manifest voordeel = iets hard (materiaal) dat je krijgt zoals een auto voor je werk
, slechte dag op werk -> thuis ook slechtgezind
thuis gaat slecht -> op werk meer stress en negatieve gevoelens
In deze periode biedt werk potentieel veel werkgeluk. Werknemers hebben meet
verwachtingen (goed loon, extralegale voordelen zoals auto en ecocheques, voldoende
vakantie, inspraak, … . Hierdoor vergroot de kans op valkuilen omdat het moeilijk is een
perfecte job te vinden die aan alle verwachtingen zal voldoen. Tegenwoordig is de
onderscheiding tussen werk en privé minder.
1.2 Werkgeluk: het concept
EU: wel willen afzien voor iets, regelmatig bijscholen met het idee iets te verwezenlijken
BV: in les zitten: hedo eude (je bent bewust aan het afzien voor een diploma)
1.2.1 Heudonistisch werkgeluk: Tevredenheid
Volgende vragen kan je stellen aan anderen om erachter te komen:
Ben je alles bij elkaar genomen tevreden over je werk? (ja/nee)
, Hoe tevreden ben je in het algemeen over je werk op een schaal van 1-10?
Antwoordtijd: gemiddeld 3 seconden
Dit is een evaluatief proces: nadenken en oordelen. Het vereist een helikopterperspectief (wat
niet voor iedereen eenvoudig is). Het is wel stabiel over de jaren heen en is niet afhankelijk
van affect op moment van de vraag.
Als iemand antwoordt 6/10, focus eerst op de lagere cijfer 5. Vraag waarom het geen 5 is.
Antwoord is bv ik zou 5 zeggen als ik een slechte baas had. Nog een vraag kan dan zijn ‘wat
maakt het dat jouw baas zo goed is?’. De cliënt focust dan op positieve zaken. Het
tegenovergestelde zou gebeuren als je naar het hogere cijfer (7) kijkt.
Een reden waarom het stabiel blijft is dat er een lage verwachtingsgraad is. Mensen zijn al
tevreden dat ze werk hebben.
Het gegeven cijfer is afhankelijk van:
Omgevingsfactoren
1) loon
2) evenwicht werk en privé
3) veiligheid en gezondheid op werk
4) relatie met baas en collega’s
5) interessant werk
Zelfbedrog: handig overlevingssysteem (buis examen? Wereld is niet voorbij)
Genen: onderlinge verschillen tussen mensen in algehele tevredenheid voor 30%
Wie is er tevreden over werk?
91% van de mensen indien de vraag binair werd gesteld (ja/nee)
Op een schaal van 1-10: +/- 75% van de Belgenis (heel) tevreden (3/4 is dus
tevreden)
Mensen lezen de vraag eerder als ‘Bent u tevreden dat u een baan hebt?’.
Geestelijken fysiotherapeuten, psychologen zijn meer tevreden dan dakdekkers, obers,
fabrieksarbeiders, kassiersters. Dit bevestigt de theorie van Karl Marx dat je meer werkgeluk
hebt als je iets betekent voor anderen.
1.2.2 Hedonistisch werkgeluk: Werkplezier
Volgende vragen kan je stellen aan anderen om erachter te komen:
Hoe vaak heb je goede gevoelens terwijl je werkt en hoe vaak slechte?
Als je honderd voorbijgaande gevoelens zou hebben op een typische werkdag,
hoeveel ervan zijn er postief en hoeveel zijn negatief?
Gevoelens hebben natuurlijk een functie (zie ‘emotioneel werken’). Het is een toestand van
voorbijgaande aard (seconden of minuten). We kunnen gelijktijdig goede en slechte affecten
ervaren, meestal heeft één de bovenhand.