Samenvatting aansprakelijkheidsrecht 2 23-24
Aansprakelijkheid:
-burgerlijk -strafrechtelijk -deontologisch
Buitencontractuele aansprakelijkheid
boek 6
3 voorwaarden
1. Fout ( of verantwoordelijk voor iemand die een fout begaat bv. Ouders)
2. Schade
3. Verband tussen fout en schade
1. Fout Art. 6.5 en 6.6 BW
Eigen daad
1) schending van gedragsnorm = schending van de wettelijke regel
-loutere overtreding van die norm, is een buitencontractuele fout
Bv. Draaideuren in een ziekenhuis mag niet
-Men moet nog voorzichtig zijn, ook al mag je iets doen van de wet
Bv. Je hebt voorrang van rechts, als je deze gevaarlijk neemt, bega je nog steeds
een fout
2) De schending van de algemene zorgvuldigheid
-wat zou een voorzichtig en redelijk persoon doen in dezelfde externe
omstandigheden
externe omstandigheden: niets te maken met schadeverwekker
bv. Met Plaats, tijd, toestand,…
Interne omstandigheden: bv. Geslacht, gewicht, leeftijd ….
Er mag wel rekening gehouden worden met beroepsbekwaamheid: wanneer men
dit beroep aan het uitoefenen zijn.
Bv. Juf is niet op school -> niet verantwoordelijk voor kinderen
3) Rechtsmisbruik Art. 1.10 BW
4) Speciale regeling voor minderjarige art. 6.9-6.10 BW
-minder dan 12 jaar => nooit aansprakelijk
-12 jaar of meer => aansprakelijk
maar: rechter kan schadeloosstelling beperken of afschaffen
Hierbij houdt hij rekening met de financiële toestand van de minderjarige
Indien de aansprakelijkheid van een minderjarige gedekt is door een
verzekeringsovereenkomst, kan de rechter de schadevergoeding niet beperken of
afschaffen (bv. Familiale verzekering)
5) Speciale regeling voor geesteszieken art. 6.11 BW
Voorwaarden geestesziek:
-ontoerekenbaar (bv. Dronken rijden is toerekenbaar)
-onvoorzienbaar (Zieke persoon moet voorkomen dat hij in een situatie terecht
komt)
-onoverkomelijk (bij een ziekte, bv. Niet meer rijden)
Uitsluiten van aansprakelijkheid
Overmacht
-ontoerekenbaar (mag niet door een eigen fout zijn)
-onvoorzienbaar (als redelijk en voorzichtig persoon handelen)
-onvermijdelijk
,Rechtvaardigheidsgronden
-wettelijke verdediging (evenredig met aanval)
-noodtoestand (erger voorkomen)
-Bevel van wet/ overheid (bv. Agent regelt verkeer)
-Dwang (fysiek of psychologisch)
-onoverkomelijke dwaling (schade had men niet kunnen voorspellen)
-toestemming van benadeelde
Andermans daad
1. ouders art 6.12 BW
Minderjarige wordt vaak niet persoonlijk aangesproken omdat:
-kind heeft vaak minder geld dan ouders
-kinderen jonger dan 12 jaar kan je niet aanspreken
Minderjarige ouder dan 16 jaar: tegenbewijs leveren
-tegenbewijs van voldoende toezicht
-tegenbewijs van goede opvoeding
=> normen en waarden meegegeven
2. toezichters art. 6.13 BW
= globale en duurzame wijze (persoon heeft veel te zeggen op leven)
Bv. Wanneer eten, wanneer naar buiten gaat,… (bv. Rusthuizen, instellingen,…)
-> babysit, voetbalploeg,… niet want toezicht is te kort
Feitelijke omstandigheden zijn hierbij belangrijk:
-leeftijd, hoeveelheid kinderen
-aard van feit dat schade wekt
-voorzien van gedrag van leerlingen
Bv. Rietjes zijn normaal niet gevaarlijk -> leerkracht is niet aansprakelijk
3. aanstellers art. 6.14 BW
Toepassingsgebied
-aansteller: band van ondergeschiktheid
-aangestelde begaat een fout die schade veroorzaakt aan een derde
-schade verwekkend feit tijdens en naar aanleiding van uitoefenen van functie
-rechtstreeks verband: aangestelde voert functie slecht uit
-onrechtstreeks verband: aangestelde maakt misbruik van zijn functie
Kan men de werknemer ook rechtstreeks aanspreken?
Normaal gezien niet, enkel wanneer het opzettelijk is gebeurt, een zware fout of
een vaak voorkomende lichte fout is Art. 18 wet op arbeidsovereenkomsten
(sociaal recht)
Oefening
Een aannemer is een gebouw aan het optrekken bij jou in de straat en zet een
werfafsluiting. Dit loopt echter mis. Door een fout van Jef, een werknemer van
het aannemingsbedrijf, valt de werfafsluiting op jouw auto.
1. Contractuele of buitencontractuele AS? Buitencontractuele aansprakelijkheid
2. Wie kan je aanspreken? Het aannemingsbedrijf
Aansprakelijkheid voor een gebrekkige zaak art. 6.16 BW
Toepassingsgebied
1. Zaak
,2. Gebrekkige zaak: zaak moet normaal gebruikt worden, waarvoor het bestemd
is
Bv. Over een balustrade hangen (met zetel) om te helpen met verhuizen, is geen
functie
-> bewaarder van balustrade is niet verantwoordelijk voor medische kosten van
persoon
3. Schade aan derde
4. Causaal verband tussen gebrek en schade
5. bewaarder van zaak wordt aangesproken
-eigenaar van zaak wordt vermoedt bewaarder te zijn => moet aantonen dat die
dat niet is
-Bv. Aannemer, huurder, … kunnen bewaarders zijn
-meerdere mensen kunnen bewaarders zijn van hetzelfde goed
Structuur van gebouw is aangetast: vaak eigenaars als bewaarder, huurder heeft
wel meldingsplicht
Aansprakelijkheid voor dieren art. 6.17 BW
1)Een dier
2)schade aan derde
3)Bewaarder van het dier
4)Causaal verband gedrag dier en schade
-aansprakelijkheidsverdeling: indien persoon (die schade heeft gekregen) niet
heeft gehandeld als een zorgvuldig en redelijk persoon
2. Schade Art. 6.24 – 6. 29 BW
= negatieve uitkomst van twee toestanden (actuele toestand en hypothetische
toestand)
Voorwaarden:
1. Men kan enkel schadevergoeding krijgen voor legale dingen
2. Schade moet persoonlijk zijn
bv. Ik ben aangereden, mijn broer kan geen SV eisen in mijn naam
2.1 Schade bij terugslag
Andere personen zoals familieleden, vrienden,.. kunnen bij terugslag
schadevergoeding eisen. Het verdriet dat ze meemaken is persoonlijk
2.2. Rechtsopvolgers
=Personen kunnen in naam van de overledenen schadevergoeding eisen
Ex haerede of jure successionis
3. Schade moet zeker zijn
Bv. Aannemer levert slecht werk maar dit kan je pas na 6 maanden zien
pas na 6 maanden kan je dan deze schade vorderen
Speciaal geval: Verlies van een kans-leer
= Het slachtoffer werd de kans ontnomen om een bepaald voordeel/nadeel te
verwerven
Voorwaarden
-kans definitief verloren
, -Verloren kans moet ernstig zijn
-causaal verband
Soorten schade
1. Persoonlijke (lichamelijke) schade en zaakschade
2. Morele en materiele schade
morele schade (extrapatrimoniale schade):
-Morele schade sensu stricto (mentale problemen)
- seksuele schade
- esthetische schade (bv. Brandwonen,..)
- genoegenschade (bv. Kan geen piano meer spelen,…)
-genegenheidschade (schade bij terugslag)
materiele schade: aantasting van het vermogen
-inkomensverlies (bv. Arbeidsongeschikt)
-huishoudelijke schade (bv. Kan niet meer kuisen ,koken,…)
-hulp van derde (verpleegkundige aan huis betalen,..)
-waardeverlies woning (bv. Bouw luchthaven naast woning,…)
3. Rechtstreekse schade en schade bij terugslag
Schadelloosstelling
=> slachtoffer mag hier nooit schulden aan overhouden
-schadebeperkingsplicht
-indicatieve tabel: richtlijn om schade in te schatten
3. Causaal verband art. 6.18 BW
1) Noodzakelijke voorwaarde
Geen aansprakelijkheid: als de schade kennelijk onredelijk is
Bv. Aanrijding gebeurt, het slachtoffer krijgt bloed in het ziekenhuis met HIV
De aanrijder moet niet voor de kosten betalen die te maken hebben met HIV
aangezien dit geen normaal gevolg is van een aanrijding.
Meerdere personen kunnen aansprakelijk zijn:
In solidum = Men kan iedereen aanspreken voor 100% van schade
Causale verdelingscriterium
Oefening:
1. Begaat de makelaar een fout?
Een makelaar voert publiciteit voor een woning en geeft aan “EPC in aanvraag”,
terwijl een energiedecreet voorschrijft dat bij elke publiciteit het EPC moet
worden vermeld.
Ja, Schending van een wettelijke regel
2. Is de redenering van de rechter correct?
“Het verwisselen van de bruto-oppervlakte en de bewoonbare oppervlakte leidt
niet tot aansprakelijkheid van de makelaar aangezien ieder doorsnee makelaar
die nog maar net een BIV-erkenning heeft, deze vergissing had kunnen maken.”
Nee, men mag geen rekening houden met interne omstandigheden. Dat deze