Dit is een uitgebreid en representatief oefententamen voor het vak functieleer dat wordt gegeven in blok 1 en jaar 1 van de studie psychologie aan de universiteit van Tilburg. De correcte antwoorden staan los vermeld van de vragen. Veel succes met oefenen!
Volledige begrippenlijst Psychologie UGent: GVO 1e bachelor LO
Functieleer 2018-2019
Algemene psychologie begrippen- & pioneerlijst
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Functieleer
Tous les documents sur ce sujet (48)
6
revues
Par: finettedielissen • 2 semaines de cela
Par: selmamoussati2004 • 2 année de cela
Par: yara_kelder • 2 année de cela
Par: dominiquekahkeshan • 2 année de cela
Par: roxanevandommelen1 • 3 année de cela
Par: naomidegronckel1 • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
tiustudentpsychologie
Avis reçus
Aperçu du contenu
1. Wilhelm wundt was grondlegger van:
A. analytische introspectie
B. nauwkeurige observatie van zichtbaar gedrag
C. Additieve factoren logica
D. experimenteel controleren en vergelijken van groepen
2. Els denkt dat mensen meer drinken naarmate ze met meerdere mensen is. Om dit te onderzoeken
gaat ze in de kantine zitten. Ze noteert de hoeveelheid drankjes en de grootte van de groepen. Dit is
een voorbeeld van:
A. experimenteel onderzoek
B. gevalsstudie
C. Correlationeel onderzoek
D. Psychologische test
3. gestaltspsychologen beweren:
A. Waarneming is een directe afspiegeling van sensatie
B. waarneming berust op actieve herinnering van eerdere ervaringen
C. constructief proces
D. iets met afzonderlijke componenten
4. Fransiscus Donders introduceerde:
A. Logisch positivisme
B. JND
C. vergelijking mens en dier
D. additieve factoren logica
5. Uit Tilburgs onderzoek met baby's komt naar voren dat zij /r/ en /l/ kunnen onderscheiden. Een
andere onderzoeker zegt dat dit resultaat niet extern valide is. Waarom?
A. r,l stimulatie was niet goed
B. fouten in de test procedure
C. zelfde resultaat misschien niet bij even oude baby's van een andere cultuur
D. verkeerde statistische techniek bij het analyseren van de data
6. Wat is de functie van de Nystagmus?
A. Zorgen dat de kegeltjes niet uitgeput raken.
7. wanneer is een zintuig gevoeliger?
A. Wanneer de bias (beta) groter is
B. Wanneer de bias (beta) kleiner is
C. wanneer de weberfractie groter is
D. wanneer de weberfractie kleiner is
8. Waar is de dichtheid van de kegeltjes het grootst?
A. In de fovea
9. in een standaard signaal detectie experiment moeten pp aangeven of de stimulus wel of niet
aanwezig is. op basis va de uitkomsten komen er 2maten, de bias en d' prime
A. bias is hoe sensitief een persoon is om verschil te bemerken d' waar criterium ja of nee is
B. Bias is criterium voor ja of nee, d is de sensitiviteit
C. d' is groter naarmate de persoon vaker ja antwoord
, D. d' berekenen door ja of nee, bias gebaseerd op het aantal miss vergeleken bij het aantal false
alarms.
10. de blinde vlek is lange tijd niet opgemerkt omdat:
A. hij buiten de aandacht focus ligt.
B. hersenen vullen de juiste info in gebaseerd op info uit de directe omgeving
C. hersenen vullen de juiste info in gebaseerd op hogere orde kennis van hoe het eruit zou moeten
zien
D. omdat de oogzenuw kruist bij de optisch chiasma
11. Waarom hebben mensen na hun 40e een leesbril nodig (vraag 1e gelegenheid)
C. omdat de lens stugger wordt
12. wat gebeurd er bij astigmatisme (oude tentamenvraag)
A. Cornea niet meer mooi bol
13. op het horizontale vlak zijn we in staat geluid te lokaliseren op 1 a 2 graden door: (oude
tentamenvraag)
A. timbre
B. luidheid
C. Fase
D. hoge tonen kunnen we niet zo goed lokaliseren als lage
14. in het oog:
A. zitten 120 miljard kegeltjes en 7 miljard staafjes
B. omgekeerde D
C. omgekeerde van A
D. 7 miljoen kegeltjes en 120 miljoen staafjes
15. onderwater kunnen we niet scherp zien omdat:
A. omdat de pupil te ver verwijdt
B. het water/ de waterdruk de lens vervormt
C. omdat de cornea het licht niet kan breken
D.
16. Wim presteert slecht op de Ishahara test, er is iets mis met:
A. retina
B. Cochlea
C. corpus callosum
D. kinesthese
17. Partoon XXOOXXOOXXOO niet gezien als 12 losse dingen maar als een patroon van 2x2. volgens
de gestaltspsychologen komt dit door:
A. gelijkheid
B. geslotenheid
C. goede voortzetting
D. nabijheid
18. welk van de onderstaande voorbeelden is geen voorbeeld van top down (vraag 1e gelegenheid)
A. woordsuperioriteits effect
B. context effecten (tanden borstel in de badkamer beter herkend dan in de keuken)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tiustudentpsychologie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.