Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Internationaal Privaatrecht HOORCOLLEGE + WERKGROEP WEEK 3 €5,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Internationaal Privaatrecht HOORCOLLEGE + WERKGROEP WEEK 3

2 revues
 37 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat SUPER UITGEBREIDE UITWERKINGEN van het HOORCOLLEGE en de WERKGROEP van WEEK 3 van het mastervak Internationaal Privaatrecht! Alles letterlijk uitgetypt wat de docenten hebben verteld en super handige schema's met alle stappen die je moet nalopen.

Dernier document publié: 1 mois de cela

Aperçu 3 sur 20  pages

  • Oui
  • 19 septembre 2024
  • 25 septembre 2024
  • 20
  • 2024/2025
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: charlottekooij • 3 semaines de cela

reply-writer-avatar

Par: Jb1999 • 3 semaines de cela

Traduit par Google

Thanks for your review! If you have any tips, they are always welcome ☺️

review-writer-avatar

Par: danibenhaddou • 4 semaines de cela

Traduit par Google

Very detailed and comprehensive to get a high grade! Highly recommended!

avatar-seller
Internationaal Privaatrecht WEEK 3
Hoorcollege 3
HC IntProcesR I
Hoofdvragen van het IPR:
 Toepasselijk recht op een internationale rechtsverhouding
o Meneer Zilinsky vindt dit de 1e IPR vraag  omdat je überhaupt wil weten of je een
vordering hebt, dat bepaal je aan de hand van het toepasselijk recht; als je geen
vordering hebt op de wederpartij, heb je niks aan de vraag voor bevoegdheid
 Rechtsmacht (internationale bevoegdheid tot kennisneming van een geschil betreffende een
internationale rechtsverhouding)
 Erkenning en tenuitvoerlegging (van rechterlijke beslissingen, gerechtelijke schikkingen
authentieke akten)
HET ZIJN 3 AFZONDERLIJKE VRAGEN  JE MOET ZE ALTIJD ZELFSTANDIG BEANTWOORDEN; EEN
BEVESTIGEND ANTWOORD OP DE ENE VRAAG, GEEFT GEEN BEVESTIGEND ANTWOORD OP DE
ANDERE VRAAG (bijv. je moet Nederlands recht toepassen, betekent niet automatisch NL rechter
bevoegd)
Wat is het procesrecht?
 Je hebt dus drie vragen die we elke keer beantwoorden:
1. Bevoegdheidsvraag
2. Welk recht van toepassing is (conflictenrecht)
3. Erkenningsvraag (+tenuitvoerlegging)
 De 1e en 3e vragen samen is het internationaal procesrecht

Procesrecht (I) - Wijze van procederen
 Toepasselijk procesrecht
 Art. 10:3 BW
o Nederlands procesrecht voor de Nederlandse rechter  bepaalt hoe je een partij
voor de rechter moet oproepen? (dagvaarding/verzoekschrift)
 Bij bewijsrecht (valt onder procesrecht) onderscheid tussen 2 kanten:
- Formele kant  gang van zaken etc.  wordt beheerst door NL
procesrecht
- Materiele kant  bepaalt door het recht dat op de rechtsverhouding
tussen partijen van toepassing is (toepasselijk recht = lex causae)
o Bewijsrecht en bewijsvermoedens vallen onder deze kant
o Dus als Engels recht van toepassing is op een contract, moet
je kijken naar Engels procesrecht hoe het zit met bewijzen
o Art. 10:13 BW
o Zie ook art. 18 Rome I en art. 22 Rome II

Procesrecht (II) - Rechtsmacht
 Welke rechter is bevoegd om van een internationaal geschil kennis te nemen?
 Bronnen:
o EVEX II (Verdrag van Lugano 2007)
o Haags Forumkeuzeverdrag (HFV)
o Brussel Ibis (I-bis)/EEX-Vo II
 Hier gaan we diep op in dit college, omdat overige bronnen en termen zijn
geïnspireerd op deze verordening; dit is de belangrijkste bron
o Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering  restcategorie (als verdrag/verordening
niet van toepassing is (DUS NIET ALS NL RECHTER NIET BEVOEGD IS EN ANDERE
RECHTER WEL BEVOEGD IS)  art. 1 Rv  staat eigenlijk al in de Gw, dus overbodig)

,  Art. 1 t/m 14 Rv

Procesrecht (III) - Brussel Ibis = Verordening (EU) 1215/2012
 Geldt tussen alle lidstaten (tot 1 januari 2021 ook voor het Verenigd Koninkrijk  Brexit)
 Bijzondere positie Denemarken en Ierland
o Denemarken had aanvankelijk gezegd: ik doe niet mee  verordening is gebaseerd
op art. 81 Verdrag werking EU (Europees recht)
 Denemarken doet tegenwoordig toch wel mee (verdrag met EU gesloten)
o Ierland is een beetje uitgekookt  heeft gezegd: ik bekijk het en ze doen toch mee
EVEX II (Verdrag van Lugano)
 Geldt voor alle lidstaten en voor Zwitserland, IJsland en Noorwegen (ZIJN) (+Liechtenstein)
 In stand gekomen door EU EVA samenwerking (vrijhandelsassociatie)

Procesrecht (IV) - Samenloop tussen EVEX II en Brussel Ibis
 Art. 64 EVEX II jo. art. 80 Brussel Ibis
o EVEX II van toepassing indien:
i. Verweerder woonplaats in een ZIJN-staat;
ii. Rechter van een ZIJN-staat als bevoegd gekozen (forumkeuze);
iii. Exclusieve bevoegdheid van de rechter van een ZIJN-staat
 Zelfde materiele toepassingsgebied; nooit 2 instrumenten tegelijk van toepassing, dus
samenloop kan ontstaan
 DUS NAAR EVEX II KIJKEN ALS JE TE MAKEN HEBT MET EEN ZIJN-STAAT

Procesrecht (V) - Brussel Ibis (Verordening (EU) 1215/2012)
 Uitleggingsbevoegdheid van het HvJEU
o Verordeningsautonome uitleg  nationale rechters doen dat en ander prejudiciële
vraag
 Rechtsmacht
 Erkenning/tenuitvoerlegging
 Internationaal geval
o HvJEU Inkreal/Duha reality  er is sprake van een INTERNATIONAAL GEVAL indien
bij de casus twee landen betrokken zijn (HOEVEN GEEN LIDSTATEN TE ZIJN); twee
Slowaakse partijen die een contract hadden gesloten. Hierin bepaald dat ze bij een
geschil naar Tsjechische rechter gaan. Is dit een internationaal geval? Prejudiciële
vraag bij HvJEU. Hof zegt dat er sprake is van een internationaal geval als er twee
landen betrokken zijn! (dus hier ook, Slowakije en Tsjechië zijn betrokken; Hof
bevestigde oude rechtspraak Owusu/Jackson)

Art. 1 lid 1 Brussel I-bis
 Zowel rechtsmacht als erkenning/tenuitvoerlegging
 Materieel toepassingsgebied: burgerlijke en handelszaken
o In vermogensrechtelijke zaken die niet uitgesloten zijn in art. 1 (zie hieronder uitz.)
o Positie overheid(sorganen) als procespartij
 Als het ministerie heeft opgetreden op basis van een overheidsbevoegdheid
 dan geldt de verordening niet (dan kun je kijken naar Rv)
 Als het ministerie heeft opgetreden als een gewone marktpartij  dan geldt
de verordening
 Uitzonderingen
o Familierecht, Insolventierecht, Arbitrage, Sociale zekerheid
Art. 5 en art. 6 Brussel I-bis
 Formeel toepassingsgebied

, o
Verweerder woonplaats in een lidstaat → Brussel Ibis v.t.
 Woonplaats eiser/verzoeker niet relevant !!
 VERORDENING HEEFT DWINGEND KARAKTER  als het materieel, formeel
en temporeel van toepassing is, dan MOET je deze verordening toepassen!
( dus niet alsnog naar NL rechter kunnen als hij niet bevoegd is) =
dwingend
 Uitzonderingen
o Consumentenovereenkomsten
o Individuele arbeidsovereenkomsten
o Exclusieve bevoegdheden
o Forumkeuze

Procesrecht (VIII)
 Definitie ‘woonplaats’  onderscheid 2 situaties:
o Art. 62 Brussel Ibis  Natuurlijke persoon
 Aan de hand van de lex fori van de aangezochte rechter
– Art. 1:10 lid 1 BW voor woonplaats moet je kijken naar: woonstede =
waar iemand regelmatig slaapt (kijk naar hoe vaak en niet hoe goed)
o Art. 63 Brussel Ibis  Rechtspersoon/vennootschap
 Autonome definitie
– Statutaire zetel, bestuurszetel of hoofdvestiging
 2 opvallende zaken in dit artikel:
– Hoeft niet opgericht zijn naar het recht van een lidstaat
– Een vennootschap/rechtspersoon kan meerdere vestigingsplaatsen
in Europese Unie hebben
 Consequenties van de autonome definitie
– Let op: uitzondering art. 24 sub 2
Brussel Ibis  bevat een rechtsmacht
regeling  je bepaalt vestigingsplaats
aan de hand van eigen IPR (in NL de
zogenaamde incorporatieleer; maar in
elk land anders)

Procesrecht (X) – Bevoegdheidssystematiek (Volgorde om de
bevoegdheid van de rechter te bepalen)
 Art. 10 t/m 23  ZWAKKERE PARTIJEN
 DE VERORDENING KAN NOOIT DE BEVOEGDHEID VAN EEN
NIET-LIDSTAAT AANWIJZEN

Procesrecht (XI)- Forumkeuze
 Uitdrukkelijke forumkeuze
o Door een afspraak tussen partijen
 Stilzwijgende forumkeuze
o Door verschijning voor de rechter (houding)
 RECHTSKEUZE is iets anders dan een FORUMKEUZE  dat is kiezen WELK RECHT VAN
TOEPASSING IS
o FORUMKEUZE = BEVOEGDHEID
o RECHTSKEUZE = TOEPASSELIJK RECHT
 Rechter doet geen ambtshalve toetsing of een forumkeuze er is; dat moet je zelf INROEPEN

Procesrecht (XII) - Art. 26 Brussel Ibis

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jb1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,48
  • (2)
  Ajouter