POLITIEK EN BELEID
1. WAT IS POLITIEK?
Politiek = containerbegrip + verschillende indelingen en definiëringen:
Politiek kan verwijzen naar:
o Macht
o Beheer van territorium
o Strijd om belangen
o Nemen collectieve beslissingen
o …
Politiek = ‘contested concept’, omstreden begrip
1.1. OORSPRONG BEGRIP
Politika = zaken die met de polis te maken hebben.
De polis = stadsstaten = burgerlijke samenleving = een geordende samenlevingsvorm = morele en politieke
gemeenschap gericht op autonomie en zelfbestuur.
De mens is als sociaal wezen lid van een polis en kan alleen tot volle ontplooiing komen door deelname aan de
publieke zaak.
Aristoteles:
o Goede leven enkel mogelijk binnen politieke gemeenschap
o Politiek = de zoektocht naar de goede samenleving, het nastreven van het goede leven.
o Directe democratie is als waarde en doel op zichzelf belangrijk
Machiavelli:
o Politiek verwijst naar begrip ‘staat’ (= toestand van de vorst, later onpersoonlijker, geen betrekking meer tot
persoon) en de techniek om macht te verwerven
o Middelen die nodig zijn om staat beschermen tegen binnen-en buitenlandse vijanden
Concurrentie tussen betekenis Aristoteles en Machiavelli:
o Bedachtzame, deugdelijke, weloverwogen vorm van bestuur o.b.v. wijsheid en inzicht sluwe techniek om
met macht om te gaan
Latere betekenis politiek:
o Ideeën over hoe de samenleving georganiseerd moet worden
o Einde 18e eeuw:
nieuwe politieke stromingen
groeit er een nieuw begrip van politiek: verwijzend naar organisatie binnen de staat
politiek gaat nu over manier waarop gedachtengoed van nieuwe stromingen gerealiseerd moet
worden
politiek gaat over tegenstellingen tussen verschillende ideeën (conservatisme, socialisme en
liberalisme) over hoe de samenleving georganiseerd moet worden
impliceert betrokkenheid van brede lagen van de bevolking
Politiek als
o een groot moreel streven?
o een techniek om macht te verwerven?
o ideeën om een samenleving te organiseren?
Studie van de politiek = het werk van politicologen.
MAAR: geen eensgezindheid over definiëring van politiek.
,1.2. ASPECT- EN DOMEINBEPALING
Marsh en Stoker: twee globale benaderingen om politiek te definiëren:
o Aspectbenadering: politiek als een proces
o Domeinbenadering: politiek als een arena
1.2.1. ASPECTBENADERING VAN POLITIEK
Politiek als:
o Aspect van menselijk handelen
o Eén van de aspecten van de menselijke verhoudingen in allerlei levenssferen
o Sociaal proces en heeft te maken met macht en besluitvorming in oplossen van belangenconflicten en
verdelen van schaarse goederen (vb. feminisme en marxisme)
Aspectbenadering = brede benadering, gaat veel breder dan politieke instellingen
Guido Dierickx:
o Politiek = interactieproces zes-fasenmodel:
1) Probleem (politiek vindt zijn oorsprong in een probleem)
2) Aanpakken (doel politiek: probleem aanpakken)
3) Conflict (aanpakken probleem leidt tot conflicten)
4) Macht (wordt ingezet om tot besluit te komen)
5) Besluiten (gemeenschappelijk)
6) Beleid (gemeenschappelijk)
1.2.2. DOMEINBENADERING VAN POLITIEK
Beperkt politiek tot afgebakende sfeer van menselijke organisaties, instellingen en actoren = afzonderlijk politiek
domein
Dat terrein waarin politiek zich afspeelt is een afgebakend deel van de samenleving = overheid (= staat, regering,
publieke sfeer)
Afgebakend geheel van organisaties, instellingen en actoren die gespecialiseerd zijn in besturen van de samenleving:
regering, parlement, politieke partijen, administratie (politieke instellingen nemen besluiten die bindend zijn voor
samenleving)
Afzonderlijk politiek domein
Moeilijk om politiek domein af te bakenen
1.2.3. ASPECT- VS. DOMEINBENADERING
Aspectbenadering: ruimer dan politieke instellingen. Domeinbenadering: het zijn de politieke instellingen
Naar menselijke interacties en het functioneren van die besluiten nemen die bindend zijn voor de
organisaties kunnen kijken vanuit een politieke samenleving.
benadering levert inzichten op Lijkt meer afgebakend maar toch zijn overheid en
Focust te veel op processen, te weinig op inhoud samenleving met elkaar vervlochten
De afbakening van het territorium roept veel vragen
op.
1.3. POLITIEK SYSTEEM VAN EASTON
Easton ziet politiek als een maatschappij-omvattend systeem van het gezaghebbend toedelen van materiële en
immateriële waarden in de samenleving
De materiële en immateriële waarden zijn zaken die een gemeenschap waardevol vindt.
, Door schaarste hieraan, ontstaan conflicten: iets of iemand moet hierover dus beslissingen nemen
Volgens Easton is dat iemand die als gezaghebbend wordt beschouwd door gemeenschap
In veel situaties overheid = politieke systeem van Easton = bindende besluitvorming en de acties door de overheid
(waardoor die verdeling door de meeste mensen in de samenleving de meeste tijd aanvaard worden)
Ruimer dan domeinbenadering: ook organisaties zoals belangengroepen vallen hieronder, Easton bakent zelf af naar
beslissingen die gezaghebbend zijn voor de hele samenleving
Kritiek:
o Easton denkt te veel in termen van homogene gemeenschappen/staten
o Zijn focus op verdeling van schaarse middelen, zorgt ervoor dat de grens dun is tussen het politieke aspect en
het economisch aspect
o Politiek gaat niet enkel over materiële zaken, ook over immateriële zaken
1.3.1. ANALYSE VAN HET POLITIEK SYSTEEM
Doel van systeem: realisatie van de bindende allocatie
Model van Easton sluit aan bij systeemtheoretisch
denken
Politiek is pas te begrijpen in relatie tot de context, het
is niet iets dat vaststaat maar wordt mee bepaald door
wat er in de context gebeurt
Voortdurende wederzijdse beïnvloeding tussen
mensen, organisaties, groepen, …
Systeemmodel helpt ons naar politieke processen
kijken, soort raamwerk om actoren en verschijnselen
een plaats te geven, het schetst de processen die
erbinnen plaatsvinden, geeft geen verklaringen voor
inhoud en oorzaken
Kringloopgedachte: politiek systeem staat in relatie tot
omgeving, krijgt input uit omgeving en verwerkt tot
output
1.3.2. VERSCHILLENDE FASEN
1.3.2.1. INPUT
Het politiek systeem staat in relatie tot de omgeving
Het krijgt input uit de omgeving en van in het systeem
De input wordt verwerkt tot output
Input kan bestaan uit:
o Eisen (signaal input), wensen of behoeften. Dit zijn vragen van burgers of groepen om een politieke oplossing
o Steun (maintenance input), dit is een instemming met heersende regels, kan ook geformuleerd worden door
mensen die in het systeem zitten
Systeem kan niet bestaan zonder minimale steun, maar verzet is ook normaal
Het politiek systeem heeft maar een beperkte capaciteit én kan dus niet alle input verwerken:
o Inputs zijn vaak onderling zeer verschillend, de verwerking van de ene eis staat dan immers de andere in de
weg
o Er kan een overload aan eisen zijn
1.3.2.2. POORTWACHTERS
Het systeem heeft filters nodig, selectiemechanismen: de gatekeepers (poortwachters)
o vb. de media, politieke partijen en belangenorganisaties.
, De regulatoren kunnen opgedeeld worden in structurele en culturele.
o Structurele regulatoren: openen of sluiten de toegang tot het politiek systeem
o Culturele regulatoren: de normen of conventies
1.3.2.3. OMZETTING
Niet alleen politici doen aan politiek, ook ambtenaren, adviesraden, burgers, … zijn mee verantwoordelijk voor omzetting van
input naar output in deze fase wordt beleid gemaakt
1.3.2.4. OUTPUT
De output van het systeem toont zich in het beleid dat gevoerd wordt.
De relatie tussen de input en de output is belangrijk. De output moet immers door de samenleving geaccepteerd
worden, zo niet ontstaat er een wantrouwen in het systeem, protest tegen het systeem, desinteresse in de politiek.
Volgens de systeemtheorie moet een systeem erin slagen om gewaardeerde goederen toe te bedelen aan de
maatschappij en deze toebedeling als bindend doen ervaren.
Er wordt verbinding gemaakt tussen politiek en beleid
1.3.2.5. SYNTHESE: NAAR EEN WERKDEFINITIE VAN POLITIEK
Wat is politiek?
Aspectbenadering: politieke verschijnselen die grote groepen mensen in hun wezenlijke belang raken
Domeinbenadering: politiek gaat verder dan waar overheid mee bezig is
Geen eensgezindheid over:
Wie aan politiek doet
Waar aan politiek wordt gedaan
Met welke doeleinden aan politiek wordt gedaan
Hoe aan politiek wordt gedaan.
Keuze voor brede definiëring:
Wie aan politiek doet = politiek is een interactieproces tussen mensen in relatie tot hun omgeving, kan dus enkel
bestaan in verhoudingen en interacties tussen mensen.
Waar aan politiek wordt gedaan = er kan overal aan politiek gedaan worden, er hebben zich hiertoe ook specifieke
instellingen ontwikkeld.
Met welke doeleinden aan politiek wordt gedaan = politiek betekent een standpunt innemen en hierdoor met elkaar in
conflict geraken over zaken die voor een groep of gemeenschap belangrijk zijn, om het ordenen van het samenleven.
Hoe aan politiek wordt gedaan = het gaat om het realiseren van doelen en de bescherming van belangen in een
omgeving van schaarste en onverenigbare doelen. Door middel van macht tot een gemeenschappelijke beslissing
komen.
De politiek en het politieke:
Als de politiek gaat over het besturen van een land, dan gaat het politieke over de vormgeving van onze samenleving, over het
streven naar een andere maatschappelijke ordening.