leren
Hoe gebeurt het?
OL LO
Hoe leert een organisatie?
(Alerasoul et al., 2021)
proces Gaat over de organisatie die zich constant aanpast, in functie
van de leerprocessen. (Alerasoul et al., 2021)
Studie van de leerprocessen van en binnen organisaties. “Prototype” van een organisatie die organisatieleren toepast en dus de
Mark Prominente theorie: Argyris & Schön: Single & double loop learning; Bennet & capaciteit heeft om effectief te leren.
Easterby- Bennet: Deutero-learning (triple loop learning) Studie van de manier waarop kennis wordt geconstrueerd binnen
Smit Academisch perspectief: bekijken en bekritiseren hoe leren verloopt kennisbeheerssystemen van bedrijven.
Het vermogen van een organisatie om te leren wordt beïnvloed door Het ideale type van organisatie die dat capaciteit heeft om effectief te leren en
verschillende interne en externe factoren: structuur, leiderschap, cultuur, te bloeien meer praktijkgericht: Hoe kunnen we de leercapaciteit van een
strategie, omgeving en technologie. (Bennet & Bennet) organisatie creëren en verbeteren?
Kennis kan worden bewaard voor de toekomst in het organisatiegeheugen. Senge (1990): ideeën voor vernieuwing en groei, met een onderbouwing van
Marjorie A.
Lyles
Een organisatie past zich aan, aan de omgeving (VUCA-world) zowel technische als sociale ideeën (systeembenadering) nooit echt
Spanning tussen individuele en organisatorische niveaus van leren (Bennet & overgenomen door academici, bleef voor praktijkmensen (5th discipline).
Bennet) Strategieën op basis van Communities of practice het belang van het
individueel leren: cognitieve of gedragsmatige activiteit evalueren van de bijdrage van teams
organisatieleren: collectief en interactief proces Deel van de bredere opkomst en ondergang van managementideeën
praktijkmensen
delen van taal, betekenis, doelstellingen, normen Van learning organisation naar een chaordic organisation (Pun & Nathai-
vereist flexibele en organische structuren Balkissoon): 5 chaordische eigenschappen: bewustzijn, connectiviteit,
praktijk
academici
theorie
Onderscheid vergeten en ontleren (onderzoek nog in kinderschoenen) onbepaaldheid, dissipatie, opkomst
organisatieleren organisational learning the learning organisation de lerende organisatie
OK KM
organisatiekennis organisational knowledge knowledge management kennismanagement
Eerder een technische benadering - die gericht is op faciliteren van processen om
(Easterby-smith & Lyles, 2011) kennis te meten, te verspreiden, op de slaan en als hefboom te gebruiken om de
Begrip van / Inzicht in de eigenschappen van kennis in organisaties. organisatorische prestaties te verbeteren.
Vooral aandacht vanuit economische + academisch perspectief Via effectief kennismanagement kunnen organisaties erin slagen om (1) interne
Belang van ontastbare (tacit) kennis voor competitief voordeel van de processen te optimaliseren, en (2) een competitief voordeel te verwezenlijken
organisatie ten opzichte van andere organisaties.
Onderscheid maken tussen geïntegreerde kennis en gedifferentieerde Het richt zich op het beheer van kennis als bedrijfsmiddel, een asset.
kennis Strategische waarde van kennismanagementprocessen in een organisatie (link
Onderscheid stilzwijgende (impliciet, tacit) en expliciete kennis met de doelen van de organisatie) continuïteit (geen kennis verloren laten gaan
Kenniscreatie door transfer impliciete naar expliciete kennis bij pensioen), winstgevendheid en efficiëntie verhogen (Tzortzaki & Mihiotis,
de link tussen het beleidsdomein en de operationele niveaus in de creatie van 2014) positieve impact op marktpositie
kennis. Probleem? kennisconversie Praktijkgericht perspectief: focus op technologie (Easterby-smith & Lyle, 2011)
IT (o.a. databases en online meetings) om kennis te vergaren, bewaren,
gebruiken, delen, op te halen.
Veel aandacht voor transformatie van ‘tacit’ knowledge naar expliciete kennis
(kennistrajecten en nieuwe KM-processen)
inhoud
Kritiek! Zij negeren de sociale kant van kennis delen in
organisaties. passen bestaande technologieën aan om te
gebruiken in organisaties om impliciete kennis te delen en
Wat is er?
kennis flexibel te communiceren
, Tzortzaki, Mihiotis,
Alexia Mary Athanassios
In de nieuwe economie is kennis de primaire productiefactor geworden en niet machines of financieel kapitaal
zoals in de oude industriële economie. Binnen de nieuwe zakelijke omgeving hangt de winstgevendheid van een
bedrijf in grote mate af van zijn vermogen om te leren en zich aan te passen. Het leervermogen van organisaties
neemt toe wanneer zij doelbewust dynamische processen toepassen die mensen helpen hun capaciteiten te
ontwikkelen, te benutten en te verbeteren, en die hen motiveren om deze kennis te delen. Deze processen
maken deel uit van het kennismanagement (KM).
kennis ≠ informatie
Kort historisch overzicht kennis = ervaring
ie
n e b inf ren
at
re ij d rm
oo dez an ode
en
o
d c
om
ch e
e n k ee s te
1975
tk
1e generatie in Kennismanagement
ist e t m nni
pe an r
e e
th k
te
rd oor
wo d
rs
Gecodeerde kennis staat centraal
ju
codified: gemakkelijk overdraagbaar tussen personen/platformen bv: financiële data
uncodified: moeilijk overdraagbaar tussen personen/platformen bv: ervaring
Visie op verspreiding van kennis
diffuus: gemakkelijk te delen, duidelijk
niet diffuus: moeilijk te delen, vaag
KM-tools zijn “informatie portalen”: expliciete representatie van informatie die nodig is om integratie tussen de backoffice en
de frontoffice te ondersteunen
Nonaka: impliciete (tacit) en expliciete kennis
Kennis als object dat gemanaged kan worden ( latere visie dat kennis in mensen/netwerken zit)
Kritiek: Menselijke, ontastbare kant ontbreekt. Er werd toen nog geen rekening met tacit knowledge.
Kenniswerkers & kennis-intensieve organisaties (eerste ideeën)
Werknemers die de prestaties van de organisatie aandrijven alsook Organisaties met een groot aandeel kenniswerkers (anno 2014: 70%, nu meer?)
succes aandrijven door het effectief gebruik van de kennis die ze bezitten. Maken optimaal gebruik van niet-materiële middelen ter beschikking: kennis,
Mensen die kennis bezitten die cruciaal is voor de processen en de processen, hoe processen kunnen ingezet worden, hoe netwerken eruit zien
uitkomsten van een organisatie: continuïteit en efficiëntie... Leren uit ervaringen ( lerende organisatie...)
Sleutel tot “survival” (geeft hen wel wat een machtspositie) Netwerken
Wel/niet delen afhankelijk van “eerlijkheid” en “beloningen” Creëren nieuwe kennis die wordt ingezet om innovatief te zijn om hun marktpositie mogelijk
te versterken door implementatie en verduurzamen van innovatie.
,Tzortzaki, Mihiotis,
Alexia Mary Athanassios
Kort historisch overzicht
2e generatie in Kennismanagement 1995
Kenniscreatie processen (Nonaka en Takeuchi): socialisatie externalisatie combinatie internalisatie
The Knowledge-Based Economy: “Knowledge, as embodied in human beings (as `human capital’ = menselijk kapitaal) and in
technology,...”(OECD, 1996).
Concepten zoals “Intellectueel kapitaal” en “Niet-financiële prestatie-indicatoren” worden gebruikt om de aandelenkoers van
de bedrijven te verhogen. (overlap met kennismanagement)
Kennis wordt gezien als een dynamisch gegeven: aandacht voor kennisprocessen om bedrijven om te vormen naar
kennisgerichte gemeenschappen. Delen van kennis wordt belangrijk.
Kennis is een activa, een bezit, van een organisatie. Hoe kunnen we de kennis die in mensen zit gebruiken (processen)
Deze generatie is gekenmerkt door “assessment, measurement & benchmarking”. Hoe kan ik me positioneren tov andere
organisatie middels de kennis die in mensen aanwezig is. =
Kritiek: De overdreven geëngineerde (meetbaar maken, processen bedenken ... economische insteek) en
mechanistische benadering (dit hier, dit daar, het een vloeit voort uit het ander) van kennismanagement die kenmerkend is
voor de tweede fase, is bekritiseerd door een aantal wetenschappers, waarvan Snowden (2002) er één is, omdat het wordt
gezien als een uitbreiding van het Taylorisme en het wetenschappelijk management.
Het Taylorisme, genoemd naar Frederick Winslow Taylor, is een managementtheorie en -praktijk die aan het begin van de 20e
eeuw populair werd. Taylor geloofde dat arbeidstaken wetenschappelijk geanalyseerd en gestandaardiseerd konden
worden om de productiviteit te verhogen. Hij introduceerde methoden zoals tijdstudie, waarbij elke beweging van een
werknemer werd geanalyseerd om de optimale manier van werken te bepalen. Het Taylorisme leidde tot de opkomst van
assemblagelijnen en een strikte scheiding van denkwerk en handenarbeid, en wordt vaak geassocieerd met repetitieve en
monotone taken voor werknemers.
, Tzortzaki, Mihiotis,
Alexia Mary Athanassios
heden
Kort historisch overzicht ds
fas
de ?
n
e
tee itte
og s nu z
it n we
Is d aarin
w
3e generatie in Kennismanagement 2005
Connectiviteit met een kennisnetwerk en competentie in het beheren van kennisnetwerken zijn de belangrijkste drijfveren
geworden (networked society)
Kennisontwikkeling en -delen van nieuwe kennis staat centraal (binnen netwerken, overheen netwerken, overheen organisaties)
KM is een sociaal proces: samenwerking is essentieel bij het creëren en delen van kennis. Samenwerking binnen en tussen
organisaties, het helpen van kenniswerkers bij het netwerken ...
Mens staat centraal: kennis zit in mensen
‘tacit’ knowledge’ vs ‘explicit’ knowledge naast ‘know-what’ ook ‘know-who’ = vaardigheden
Door combinatie en kennisdeling verder komen dan alleen.
Belang van organisatiecultuur: faciliterende en mentorschap leidersstijl blijkt bevorderlijk te zijn voor kennisdeling en
waardecreatie t.o.v. op macht gebaseerde management- en leiderschapsstijlen. Deelcultuur of ieder voor zich?
Vanaf dan eerste strategische ideeën kennismanagement wordt strategisch: Het is niet meer vrijblijvend. Er wordt een
link gelegd met de doelen van het bedrijf. Een strategische bron die de concurrentiepositie van een organisatie kan
versterken. Dit betekent dat organisaties in deze fase meer nadruk leggen op het ontwikkelen van strategieën en beleid met
betrekking tot kennisbeheer, het integreren van kennismanagementpraktijken in de bredere bedrijfsstrategie en het
benadrukken van het belang van kennis als een waardevolle activa voor het bereiken van langetermijndoelen en
concurrentievoordeel.