Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Staatsrecht samenvatting voor het tentamen, Stenden augustus 2024, uit boek Beginselen van het Nederlandse Staatsrecht €5,16   Ajouter au panier

Resume

Staatsrecht samenvatting voor het tentamen, Stenden augustus 2024, uit boek Beginselen van het Nederlandse Staatsrecht

 6 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit is een goed leesbare en logische samenvatting voor staatsrecht van Stenden uit 2024. Hij is geschreven op basis van het boek Grondbeginselen en volgens de docent zijn dit de belangrijkste onderdelen voor het tentamen.

Aperçu 4 sur 45  pages

  • 23 septembre 2024
  • 45
  • 2024/2025
  • Resume
avatar-seller
lOMoARcPSD|2668334

, lOMoARcPSD|2668334




Hoofdstuk 1 – De Nederlandse staat en zijn bewoners

Rechtstaat
1. Eerbiediging van grondrecht
2. Spreiding van overheidsmacht – Trias Politica
3. Legaliteitsbeginsel – Staatsrecht: Al het
overheidshandelen moet afgeleid worden van de wet.
Strafrecht: Het is pas stra 昀戀 aar als het in de wet staat
4. Onafhankelijke rechtspraak – In de grondwet wordt
mogelijk gemaakt dat rechters onpartijdig blijven, het
contract van een rechter beëindigt niet en dus kan deze
onafhankelijk blijven.
5. Vereisten staat  Grondgebied, gemeenschap van
mensen, een hoogste gezag

Koninkrijk der Nederlanden
Het koninkrijk der Nederlanden is een constitutionele monarchie (sinds 1813)
Het koningschap is erfelijk (art. 24 en 25 Gw), er is dus sprake van
troonopvolging (art. 24-31 Gw). Bij ontbreken van een troonopvolger is art. 27 en
30 Gw van toepassing.
Onder het koninkrijk der Nederlanden behoren de volgende landen: Nederland
met de BES-eilanden, Aruba, Curaçao en Sintmaarten.

Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Bevoegdheden naar verschillende onder bevoegden
1. Centrale overheid met bestuursorganen
2. Decentrale overheid: provincies, gemeentes, waterschappen en de openbare lichamen
3. Gemeenschap van mensen

Grondslagen democratische rechtsstaat
1. Legaliteitsbeginsel  Dit houdt in dat de overheid voor haar handelen
een wettelijke grondslag nodig heeft, deze moet bestaan uit regels die
democratisch tot stand zijn gekomen (door de regering en de Staten-
Generaal)
2. Spreiding van overheidsmacht  Dit houdt in dat de
overheidsmacht is verdeeld over verschillende organen en
personen.
3. Onafhankelijke rechtspraak  Dit houdt in dat er sprake is van een
onafhankelijke rechter tegen overheidsoptreden dat willekeurig is of op
een andere manier in strijd met het recht. De rechter toetst of besluiten
van de overheid rechtmatig zijn. Bijvoorbeeld: de uitspraak over klimaat,
of uitspraken die zijn gedaan over de
avondklok
4. Eerbiediging van grondrechten  De
overheid moet grondrechten van de
burger waarborgen. Onderscheid tussen
klassieke en sociale grondrechten.
Klassiek grondrechten houdt in dat de
staat zich er niet mee moet bemoeien (bv.
gelijke behandeling). Bij sociale
grondrechten willen we dat de overheid
optreedt (bv. goed onderwijs).

, lOMoARcPSD|2668334




Hoofdstuk 2 – Grondrechten in Nederland
Ontwikkeling grondrechten  In de middeleeuwen was de burger onderwerpen
doormiddel van absolute gehoorzaamheid aan hun landheren en aan de kerk, die
tevens een overheersende positie innam in de Europese samenleving. Later werd
het gehoorzame gedrag afgedwongen door de absolute heerschappij van
koningen en andere vorsten. Als reactie hierop ontstond aan het eind van de
zeventiende eeuw in West-Europa het idee dat mensen van nature aan elkaar
gelijk zijn en daarom een aantal fundamentele rechten bezitten die ieder ander,
ook de overheid, moet respecteren.
Volgens John Locke heeft ieder mens het recht op leven, vrijheid en eigendom.
Echter zou dit in de praktijk problemen brengen, aangezien de vrijheid van de
een ophoudt waar die van een ander begint. Het gaat eerder om de essentie dat
ieder mens bepaalde rechten heeft die horen bij de mensheid, mensenrechten
worden grondrechten genoemd en zijn onvervreemdbaar, het kan niet aan een
ander worden overgedragen. In Nederland zijn vanaf 1814 steeds meer
grondrechten op verschillende plaatsen in de Grondwet vastgelegd. Na het
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is de Grondwet de hoogste wet.
Grondrechten kunnen worden verdeeld in twee groepen, namelijk de klassieke en
sociale grondrechten. De klassieke grondrechten waarborgen de vrijheden van
de burgers die de overheid moet respecteren (waarborgnormen of
vrijheidsrechten). Sociale grondrechten vormen als het ware een opdracht voor
de overheid om ervoor te zorgen dat er sociale gerechtigheid heerst in de
samenleving en dat iedere burger kan beschikken over voldoende
gezondheidszorg, onderwijs en inkomen zodat hij zichzelf kan ontplooien.

Verticale werking  Grondrechten hun
werking in de relatie tussen de overheid
en de burger.
Bij klassieke grondrechten gaat het om
onthouding van bemoeienis door de
overheid, bij sociale grondrechten moet de
overheid juist actief ingrijpen.
Horizontale werking  Tussen burgers
onderling, moeten elkaars grondrechten
respecteren.
Self-executing  De vrijheidsrechten in
het EVRM en het BUPO zijn, gelet op hun
inhoud (verboden en geboden), in de
relatie van de burger tot de overheid voor
iedereen bindend. In tegenstelling tot
sociale
grondrechten hebben zij rechtstreekste werking – art.
93 Gw. Burgers kunnen direct een beroep doen op
deze bepalingen.

Botsing grondrechten  Denk bij een botsing bijvoorbeeld aan als iemand
zich discriminerend uitlaat over een ander met een beroep op zijn eigen
vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw), dan maakt hij inbreuk op het
grondrecht ander om niet gediscrimineerd te worden (art.1 Gw).
Beperking grondrechten  Bij een beperking kan je denken aan een
arbeidsovereenkomst waar vastgelegd wordt dat een werknemer geen
bedrijfsgevoelige informatie naar buiten brengt, hiermee wordt de vrijheid van
meningsuiting beperkt.
Burgerschapsrechten  Grondrechten die worden toegekend aan iemand met een

, lOMoARcPSD|2668334




Nederlandse nationaliteit. Denk bijvoorbeeld aan iemand die zelf geen inkomen
heeft die wordt voorzien van het recht op bijstand – art. 20 lid 2 Gw.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Scriptiebibliotheek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,16
  • (0)
  Ajouter