Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting geschiedenis van de interculturele contacten: Westen €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting geschiedenis van de interculturele contacten: Westen

 114 vues  8 fois vendu

Samenvatting notities, slides, handboek Samenvatting geschiedenis van de interculturele contacten: Westen [F0LA9A] () Katholieke Universiteit Leuven Punt examen: 13/20

Aperçu 7 sur 33  pages

  • Oui
  • 20 décembre 2019
  • 33
  • 2018/2019
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
vincentleenaerts
Ontmoetingen in het Westen
Wat is het westen?
Geografisch uitgangspunt: de wereld ten westen van Jericho, op de westelijke Jordaanoever, de
oudste permanent bewoonde stad ter wereld.

2de geografisch uitgangspunt: routes van grootschalige contacten
 Atlantische oceaan
 Middellandse Zee
 West-Afrika: Sahara
 Westelijke horizon van de wereld sinds de Oudheid
Oceanen, zeeën en landroutes als historisch veranderlijk.
 Expansie christelijke religie en islam creëren een Westen: Bekering Frankische koning Clovis
in 496 start westerse christelijke religie
 7de eeuw expansie islam naar Oosten en Westen

1 De oudste westelijke globalisering
Globalisering binnen dit vak = hoe in zones uitwisseling bestaan in relatief grote schaal, die daardoor
de geschiedenis kunnen wijzigen, politiek instanties kunnen beïnvloeden, handelsroutes,
migratiebewegingen in gang zetten.

1.1 Amerika
 Amerika voor 1492: naar schatting 80 miljoen bewoners = ca. 1/5 wereldbevolking
 4 wereldsystemen v.o.t.: Mesopotamië, oosten van china, Peru, Mexico: geen van deze
duurzaam op de zee gericht.

Peru (Inca’s – Incapad)
 Een lange afstandstraject van de Andes: Route van grote interculturele uitwisseling waarbij
beschavingen van 100km ver toch contact met elkaar kunnen hebben. Enige echte
documentatie hierover stamt van de inca’s (pictogrammen).
 fenomeen van El Nino: weersfenomeen waarbij water stille oceaan opwarmt en hierdoor
ecosystemen verandert  incapad (hoger wonen om zo de stijgingsregerens te vermijden)
 1400-1532 domineren Inca’s de Andes (veroverd door Pizarro)
 Voorbeeld oudste interculturele contacten: verspreiding van mais, aangeving andere routes

1.2 woestijnvorming in de Sahara
 Vanaf 2500 v.o.t.: droogte, opdroging Sahara: Oases verdwijnen, vorming groot
woestijnlandschap (Ooit wel een vruchtbaargebied)
 Invoering dromedarissen uit Arabisch schiereiland (rijdier als lastdier)
 ten Z van de Sahara: gebied van Niger-Kongo: diaspora van bantoe volkeren (belangrijke
interculturele evolutie in Afrika)
 sub-Sahara Afrika via de Sahara en de Nijl contacten met de rest van de wereld




1.3 Feniciërs
 Netwerk strekt zich uit over de kusten van de Oost-Middellandse zee en kwamen in contact
met grote delen van de Afrikaanse kusten.

,  Zeehandel over lange afstand (stichtten kolonies en verkenden Atlantische kusten) 
maritiem netwerk!
 De Middellandse Zee: belangrijkste contactgebied, uitwisselingszone (hotspot van uitwisseling)
 De ecologische omstandigheden: belangrijke invloed op interculturele contacten. Doen mensen in
contact gaan met elkaar (ontstaan routes,…)

Fenicische interculturaliteit:
 Een aantal handelsposten groeien uit tot echte steden: Cadiz, Carthago
 Carthago: zelf heel vruchtbaar en welvaren hinterland. Wordt machtige stad en zelf het
centrum van een eigen handelsnetwerk (graan, wijn, olie) binnen het MZ-netwerk.
 Vormden ook tussenschakels tussen producenten en consumenten elders in het MZ-gebied
 Onder Feniciërs intensiveert handel in MZ en worden belangrijke technologische
vernieuwingen in scheepsbouw en navigatie gerealiseerd
 Met handelscontacten kwam ook culturele uitwisseling: o.m. verspreiding Fenicisch alfabet
in MZ-ruimte (bv. Griekenland). Handel intensiveert en worden technologische
vernieuwingen gerealiseerd (Fenicisch schrift av Egyptische hiërogliefen, scheepsbouw,)

2 Arabieren, Vikingen en christenen onderweg (7de - 12de
eeuw)
2.1 De islam
Jaren 620 profeet Mohammed; na zijn dood (632) volgt een kalief hem op als hoogste leider van alle
moslims. Kalief zorgt ervoor dat staat en maatschappij ingericht zijn volgens de regels van Allah en
het voorbeeld van de profeet (dus politiek én religieus leider):
 Koran: het ‘Boek’, de neerslag van de openbaring van Allah aan Mohammed
 Soenna: verslag van de woorden en daden van de profeet Mohammed als spiegel voor alle
moslims
Religieuze verdeeldheid:
 In Arabische schiereiland, Perzië en Zuid-Azië vooral sjiieten
 In Midden-Oosten en Noord-Afrika vooral soennieten

2.2 Dar al-Islam
 = een nieuwe islamwereld
 Eenheid islam: Koran en Profeet
 Eenheid islamwereld: Arabische taal
 Mobiliteit in islamwereld: Hajj: pelgrimstocht naar de Ka’ba; Handelaars; Geleerden; Slavernij
(Het rondtrekken als belangrijk kenmerkt voor de islam)
 Dynamiek geschiedenis is dat de islam zich neerstrijkt, steden opricht (Beweging 
stadsvorming  zorgt voor spanningen (nooit een eenheid geweest binnen de Islam volgens
Ibn Khaldoen)

Ibn Khaldoen (wereldgeschiedenis, 14deeuw): Spanning bedoeïenen en stedelijke levenswijze
Christen en joden leven in Dar al-Islam als dhimmi = ‘beschermde volkeren’



Verklaringen succes islamexpansie
 Culturele factor die in eerste instantie overgang van de veroverde gebieden naar de
islamwereld mogelijk maakt = Arabische taal.

,  Daarnaast eenheid gecreëerd via de beleving van hun godsdienst, ondanks de varianten in
interpretatie.
 Op politiek vlak stelt islam zich flexibel op: neemt in elke regio aparte politieke gedaante aan
 Die pluriformiteit en flexibiliteit belangrijke voorwaarden voor geografische verspreiding van islam
 Maar ook voor de rol van de islam als basis voor grootschalige uitwisseling tussen diverse wereld-
zones met multi-etnisch-culturele bevolking.

Islam en de anderen
 Aanvankelijk beschouwden de Arabieren de islam als hun exclusieve godsdienst en
moedigden ze bekeringen in overwonnen gebied niet aan
 Vanaf midden 7de eeuw wordt idee van islam als universele godsdienst verkondigd en wordt
ook bekering van niet-Arabieren gestimuleerd (verspreidde zich tov Christenen razendsnel)
o O.m. christelijke berbers in Noord-Afrika geïslamiseerd
 732: slag bij Poitiers: strijdvaardigheid langs beide kanten bij expansie in volledig christelijke
gebieden, maar ook na de islamitische expansie intensieve interculturele contacten:
o (On)rechtstreekse contacten tussen christelijke havens (Venetië) en moslimhavens
(Tunis) (Bv. Venetië voert via Byzantium handel met het oosten)
o Slavenhandel tussen islamitisch oosten plus Noord-Afrika en christelijk westen,
waarbij christenen zich bij moslims bevoorraden
o Arabieren belangrijke factor voor bewaring Griekse cultuur en herontdekking Griekse
filosofie (Plato, Aristoteles)
o Integratie Arabische kennis en technologie in Europa: bv. wiskunde

2.3 Al-Andalus = Arabische Iberische schiereiland
 Via militaire veroveringen de bevolking onderwerpen aan hun islamitische gezag
 Bestaat van 710 tot 1492 in wisselende regionale gedaantes en wis. politieke staten
 1031 keerpunt: einde kalifaat van de Ommajjaden (verdreven vanuit Damascus, vestigen zich
op het schiereiland, worden daar Emirs. Vinden dat ze evenveel waard zijn en geven zichzelf
de titel van Kalif.)
 Geconfronteerd met de Christelijke herovering of Reconquista gedurende de hele periode
 1492 Granada, laatste moslim bolwerk, veroverd door Isabella van Castilië en Ferdinand van
Aragon

Ontstaan Al-Andalus
 710: moslims voet aan grond in Spanje, Bliksemsnelle militaire overname, met steun Berbers
 720/730: hele Iberisch schiereiland in moslims handen.
 732 slag bij Poitiers: de Frankische Karel Martel stopt de noordelijke opmars van de moslims
 Tegen het midden van de 8ste eeuw moslims grotendeels ten zuiden van de Pyreneeën
 Vanaf 750 Ommajjaden emirs in Al-Andalus. Ommajjaden regeren als kalief over hele
moslim-wereld van 661 tot 750 maar in 750: van macht gestoten en kalifaat overgenomen
door Abassieden. Ommajjaden Blijven in Al-Andalus aan de macht als emirs van 756 - 1031,
vanaf 929 gebruiken ze ook de titel van kalief
 Christelijke reconquista maar beperkt qua grondgebied
 997 Al-Mansoer verovert Santiago de Compostela, nadien Berberrevoltes



2.3.3 Al-Andalus onder de Omajjaden
 Vóór 756 nauwelijks centraal gezag in Al-Andalus: macht in handen van lokale gouverneurs
(van Arabische origine)  politieke chaos

,  Emir Abdal-Rahman I (756-788): eerste die centraal gezag in Al-Andalus weet te vestigen
Door alle gezag (in theorie) naar zich toe te trekken en geen gezag boven zich te dulden, dus
ook de Abassieden kalief niet. Is Afkomstig uit Syrië, zou perziken en palmbomen naar
Iberische schiereiland overgebracht hebben.
 Ondanks gezag van de Omajjaden emir vaak politieke instabiliteit. Opstanden tegen
overheersende positie Arabische moslims door:
o Muwalladen = benaming voor bekeerlingen en moslims van gemengde Arabische,
Berberse en Iberische oorsprong
o Berbers = Noord-Afrikaanse moslims
o Geregelde invallen van Vikingen: o.m. plundering Sevilla in 844
 = gemeenschappelijke factor bij christenen en moslims: eenheid van godsdienst en politiek
gezag samen met politieke instabiliteit
o Bij de christenen: feodaliteit; bij de moslims: lokale politieke autoriteit
 Cordoba hoofdstad van de Omajjaden. Grootste bloei onder emir Abd al-Rahman III in 10 e
eeuw (300K inwoners, 70 bibs) Maakte proces van veroosterlijking door, Is een gevarieerde
intellectuele wereld. Grote rol mozaraben in vertaling Latijnse teksten naar Arabisch.
Arabische literatuur, dichtkunst beleven grote bloei 11 e eeuws Al-Andalus

Convivencia (interactie en beïnvloeding tss moslims, joden, christenen in Al-Andalus):
 Convivencia als culturele rol waarbij de christelijke cultuur op het IS via het gebruik van het
Arabisch verder kan ontwikkelen.
 Arabische taal zorgt voor eenheid in Al-Andalus
 Christenen die Arabisch spreken worden Mozaraben genoemd
 Christenen en joden: niet gedwongen om zich te bekeren
o Genieten beschermd statuut van dhimmi (2derangsburgers)
o Vallen onder islamwet maar toegelaten om godsdienst vrij uit te oefenen, eigen
rechtbanken in te richten, eigen taal te gebruiken en eigendom te bezitten
o In ruil voor die vrijheid betalen ze een belasting obv hun vermogen (jizya)
o Blijven weliswaar tweederangsburgers want geen toegang tot bepaalde functies en
ook verstoken van

Al-Andalus als culturele draaischijf
 1031 einde kalifaat van de Omajjaden door Berberopstanden. Voortaan mudejar: moslims in
christelijk gebied
 1031-1086: onderverdeel in taifa’s: ca. 60 staten, georganiseerd langs etnische lijnen.
Granada Berber, Sevilla en Zaragoza Arabisch, Almeria Slavisch en muwalladen, …
 Ondanks politieke versplintering  grootste bloei van het gebied, culturele draaischijf van
kennisproductie (vb wetenschappen)
 Bloei Arabische wetenschap:
o Wetenschap = opdracht voor de goede moslim. De mens leert de wereld kennen.
o Verspreiding van Arabische wetenschap en tradities met kennis van Grieken,
Romeinen, Perzen (synthese)
o Kennis verzameld en doorgegeven (oraal als via vertalingen)
o Vb: Abbas Ibn Firnas (810-887): Uitvinder: metronoom, hemelglobe, 1 ste vliegtuig
o Vb: Ibn Rushd (1126-1198): Berberse filosoof, legt basis voor centrale rol
Aristotelisme in middeleeuws denken
o Vb: Ibn Maymun: joodse arts, diept joodse leer uit mbv Griekse en Ararbische
filosofische teksten

,2.4 Sahara als handelszone
 Sijilmasa in N en Aoudaghost in Z eerste centra van wederzijdse handel, meest westelijke
route in Sahara.
 Sahel: overgangsgebied tussen Sahara en tropisch Afrika: daar grote koninkrijken gevormd
die de handel controleren.
 Vanaf ca. 500 langeafstandhandel: zout (Sahara) <> goud/slaven (sub-Sahara)
 Sub-Sahara Afrika vanaf ca. 500 constant in interactie. Vooral grote vraag naar zout en goud
maakt Sahara tot druk handelsgebied. Ook zwarte slaven druk verhandeld: afnemers zowel
moslim als christenen via Noord-Afrikaanse tussenhandelaren.
 Komst islam vanaf 8e eeuw brengt de Sahara-handel in stroomversnelling. Saharahandel
circuit waarlangs islam verspreid wordt naar sub-Sahara Afrika.
o Gao eind 10de eeuw overgegaan tot islam
o Belangrijkste West-Afrikaanse koninkrijk is Ghana (5de-12deeuw). Ghana wordt door
komst islam belangrijkste commerciële centrum met goud als voornaamste
handelsproduct. Dankzij goudreserves wordt Ghana geïntegreerd in internationale
handelsnetwerk dat Afrika met Europa en Azië verbindt. Via handelscontacten dringt
ook islam binnen in Ghana. 11deeuw bekeren koningen en bevolking zich tot islam.
Assimilatie van Islam met traditionele rituelen (islam stelt zich flexibel op)

Sahara en jihad (Almoraviden)
 1085 Toledo heroverd door de christenen.
 11de eeuw nieuwe islamitische expansie: Seldsjoeken vanuit Azië in Anatolië
 Almoraviden (Noord-Afrika) opmars vanuit Sahel en door de Sahara om een jihad te voeren
(heilige strijd). Almoraviden (via de handelsroutes van de westelijke Sahara hun opmars)
regeren in 1086-1147 over westelijke Sahara en Al-Andalus, hun hoofdstad is Marrakech. In
Al-Andalus, Toledo-Zaragoza grens tussen Almoraviden en christelijke koninkrijken ten
noorden (1 grote staat onder Almoravidenen)
 Sterke interculturele handel: W-Afrikaanse handel in goud; marabotins: gouden munten.
 Al-Andalus fungeert als belangrijkste goudmarkt voor christelijk Europa en als markt voor
Maghrebijnse en Andaloesische producten (kleding, metaal, juwelen, kralen, specerijen, …)

Maghreb en jihad (Almohaden)
 Nieuwe jihad van Almohaden uit Atlasgebergte
 Regeren van 1147-1269 over Al-Andalus en Maghreb
 Sevilla als hoofdstad, ook zetel christelijke aartsbisschop van Andaloesië (Andere geloven
bleven behouden tijdens de jihad). Was culturele draaischijf met N-Afrika (handel!)
 1248 Sevilla veroverd door de christenen.

,2.5 Scandinavische globalisering
Vikingen, 900-1200:
 8e E; rooftochten op Europa  kolonies
 IJsland, Groenland (985 Erik de Rode), Newfoundland
 911 Normandië gesticht door Rollo (kolonisatie, assimilatie)
 Noormannen worden christenen
o Abdij Fontenelle–St Pietersabdij Gent –Mont St Michel
o Fécamp: Willem van Volpiano; Bec: Lanfranc
 1066 Engeland, 11e eeuw Napels-Sicilië
 1200 einde Vikingenoverheersingen

Normandisch/ keizerlijk Sicilië
 Vóór Normandiërs 2 eeuwen moslimstaat
 Onder Rogier II (1130-1150) Palermo hoofdstad:
o Byzantijns, Normandisch, Grieks, Latijn, Arabisch ((multiculturele invloeden).
Moslims en Joden moesten wel belasting betalen in rui voor erkenning.
o Capilla Palatina gebouw: mix van Arabische architectuur en Byzantijnse mozaïeken
 Frederik II Hohenstaufen (1214-1250) hof Palermo met Griekse, Latijnse, Joodse, Arabische
geleerden

 13e eeuw: periode waarin de Europese staten aan de Atlantische kusten vaak op zichzelf
terugvielen en hun positie verstevigden.

2.6 Kruisvaarten en handel in de Middellandse Zee
Italiaanse handelssteden: Amalfi:
 Door moslimhandelaren in 11de eeuw omschreven als het “pakhuis van het westen”: wijst op
intense commerciële activiteit
 ‘Amalfi’ verwijst niet louter naar de stad: is verzamelnaam voor allerlei handelaars uit Zuid-
Italië (regio Sorrento) die samenwerken op vlak van transport en scheepvaart en die gebruik
maken van de haveninfrastructuur van stadje Amalfi.
 Handelsnetwerk Zuid-Italië –Tunesië –Egypte –Levant –Byzantium en westelijk bekken MZ
 Vanaf 10de eeuw handelsposten, pakhuizen en eigen scheepswerven in Byzantium
(Constantinopel) en Egypte onder de Fatimiden
 Verval in 12de eeuwdoor concurrent en Pisa, Genua en Venetië, die een oorlogsvloot hebben
om hun handelsschepen te beschermen en over land en de Alpen routes hebben naar de
jaarmarkten in Frankrijk, Duitsland en de Nederlanden.

Pisa:
 Fungeerde net zoals Amalfi als centrale haven van hele regio, nl. uitvalsbasis van Toscaanse
handelaren.
 O.m. San Gimignano en Firenze varen onder Pisaanse vlag
 Handelsposten in Byzantium en op Noord-Afrikaanse kust

Genua:
 Vanaf 10de eeuw sterke focus op mediterrane handel: Byzantium, Noord-Afrika, Egypte
 Nauwe samenwerking met Pisa om controle over vaarroutes en handelsnetwerk in westelijk
bekken MZ te verwerven

, Venetië
 Eind 10de eeuw nog onderhorig aan Byzantium
 Genoten tegelijk interessante commerciële privileges in Byzantijnse Rijk: bv. lagere taksen op
goederen die via de Bosporus worden verhandeld, eind 11 de eeuw zelfs vrijstelling van
belastingen.

Shock van de kruistochten
 Pisa, Genua en Venetië vervoeren kruisvaarders en pelgrims en verwerven handelsposten in
het oostelijk bekken van de MZ
 Na 4de kruistocht neemt Venetië hele handelsnetwerk van Byzantium over en wordt
belangrijkste handelsmacht in oostelijk bekken MZ
 Pisa en Genua richten zich ook op het westelijk bekken MZ
 Jacob 1 de Veroveraar, vorst van Aragon, Catalonië en Montpellier vestigt handelsnetwerk in
westelijke MZ en verovert ook Valencia, is een concurrent van Genua en Pisa.

Effecten:
 Ten gevolge van kruistochten krijgen we netwerken die interculturele contacten doorheen
het Middellandse Zeegebied teweegbrengen. (Christenen in moslimgebieden en omgekeerd)
 Belangrijker is dat ze wel opnieuw aansluiting vinden bij de oostelijke handelsrelaties, die al
eeuwen tot de belangrijkste ter wereld behoorden, maar waar ze amper toegang toe hadden
o Verovering van Jeruzalem in 1099  toegangspoort tot de oosterse routes
 Suiker werd 1 van de meest opmerkelijke globaliseringsproducten (handel hierin was bijna

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vincentleenaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73918 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  8x  vendu
  • (0)
  Ajouter