Samenvatting van het vak Familiaal vermogensrecht. De samenvatting is gemaakt aan de hand van de Powerpoint en mijn lesnota's. Ik behaalde een 13/20 op het examen.
Familiaal vermogensrecht
DEEL 1: RELATIEVERMOGENSRECHT
Iedere relatie heeft naast de persoonsrechtelijke gevolgen, ook een aantal
vermogensrechtelijke gevolgen. Deze vermogensrechtelijke gevolgen
worden beheerst door het relatievermogensrecht. Het
relatievermogensrecht is bijgevolg het geheel van regels dat de
vermogensrechtelijk verhoudingen beheerst tussen de partners onderling
en tegenover derden, zowel tijdens de relatie als bij de ontbinding ervan.
Minimale wederzijdse rechten en Regels met betrekking tot
plichten (art. 212 tem. 224 oud huwelijksvermogensstelsels (art.
BW) 2.3.1-2.3.81 BW)
Dwingend recht Aanvullend recht
In totaal onderscheiden we drie soorten stelsels:
Wettelijk stelsel
Scheiding van goederen
Algehele gemeenschap van goederen
HOOFDSTUK 1: HET PRIMAIR STELSEL
Het primair huwelijksstelsel is van toepassing op alle gehuwden ongeacht
het gekozen huwelijksvermogensstelsel. Bij art. 1477 §2 oud BW zijn
enkele bepalingen ook van toepassing op wettelijk samenwonenden.
Het primair stelsel geldt gedurende de volledige duur van het huwelijk.
Het is gebaseerd op drie krachtlijnen:
Gelijkheid tussen echtgenoten
Solidariteit tussen echtgenoten en bescherming gezinsleven
Autonomie
1
,Het primair stelsel bindt de echtgenoten tot wederzijdse plichten art. 213
oud BW:
Het primair stelsel biedt ook bescherming aan de gezinswoning art. 215
oud BW. Andere artikelen die dit versterken zijn art. 220, §1 en art. 224, §1,
1 oud BW.
Het primair stelsel regelt verder ook volgende zaken:
Vrijheid beroepsuitoefening (ondergeschikt aan gezinsbelang) art. 216,
§1 oud BW
Inning en besteding van inkomsten (dwingede rangorde) art. 217 oud
BW
Bijdrageverplichting in lasten van het huwelijk, ‘naar zijn vermogen’ art.
221 oud BW
Hoofdelijkheid inzake schulden ten behoeve van huishouden en
opvoeding kinderen uitgezonder buitensporige schulden (nutteloos) art.
222 oud BW
Ook tijdens een echtscheidingsperiode blijven de rechten en plichten
lopen. Vaak wordt de bijdrageverplichting wel beperkt tot slechts een
bijdrage in geld. Zelfs bij een feitelijke scheiding waarin men van tafel en
bed gescheiden is blijft de hoofdelijkheid lopen.
Wanneer de rechten en plichten niet worden nageleefd kan met naar de
rechtbank stappen. Specifiek naar de familierechtbank binnen de eerste
aanleg. Hier zal een sanctieregelen worden opgelegd:
Dringende maatregelen (voorlopig karakter bij grof plichtsverzuim of
ernstige verstoring van de verstandhouding tussen echtgenoten) art.
223 oud BW
Nietigverklaring bepaalde rechtshandeling art. 224 oud BW
Alvorens men over gaat tot sancties gaat de rechter wel steeds eerst
proberen te bemiddelen. Hierin wil men dat de echtgenoten onderling tot
een oplossing komen.
Zie cases PP
2
,HOOFDSTUK 2: SECUNDAIR HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
Het primair huwelijksstelsel regelt slechts een beperkt aantal
vermogensrechtelijke verhoudingen. Echtgenoten zijn bijgevolg
noodzakelijkerwijs ook onderworpen aan een secundair
huwelijksvermogensstelsel.
AFDELING 1. Wettelijk huwelijksvermogensstelsel
Het wettelijk huwelijksvermogensstelsel werd geacht het best te
beantwoorden aan de wensen en noden van het ‘doorsnee-gezin’. Het
stelsel bevestigt het partnership tussen de echtgenoten, in het bijzonder
door de gemeenmaking van de aanwinsten, het vermogen dat de
echtgenoten samen tijdens het huwelijk opbouwen. Het wettelijke stelsel is
uitgewerkt in het BW art. 2.3.12. Het wettelijk stelsel is het zogenaamde
gemene recht tussen echtgenoten. Het is van rechtswege van toepassing
op alle echtgenoten die huwen zonder huwelijksovereenkomst. Het is ook
van toepassing indien:
Er geen geldig huwelijkscontract is opgemaakt
Situaties niet voldoende geregeld zijn in het contract
Er in het huwelijkscontract verkozen wordt naar het wettelijk stelsel
Het wettelijk stelsel geldt vanaf de voltrekking van het huwelijk tot de
ontbinding ervan. Ook is het eender welk moment mogelijk om van stelsel
te veranderen bij een notaris adhv van het opmaken van een nieuw
huwelijkscontract.
I. Statuut van de goederen
Het wettelijk stelsel gaat uit van het bestaan van drie vermogen: het eigen
vermogen van elk van de echtgenoten en het gemeenschappelijk
vermogen art. 2.3.16 BW.
Het statuut (eigendomsrecht) van de goederen is van belang voor de
regels van het bestuur. Het gemeenschappelijk vermogen is een
bijzondere juridische entiteit, met een bestemmingsgebonden karakter,
maar zonder rechtspersoonlijkheid. Het gemeenschappelijk vermogen kent
bijgevolg:
Geen onverdeeldheid art. 4.66 BW
Geen rechtspersoonlijkheid
Geen vorm van mede-eigendom
Het gemeenschappelijk vermogen is dus niet te herleiden tot een van de
gekende juridische constructies. Het is een sui generis-vermogen, een
juridische entiteit met een bijzondere bestemming, te weten het
3
, huwelijk(sstelsel). Het gemeenschappelijk vermogen is een doelgebonden
vermogen dat blijft bestaan gedurende de hele duur van het stelsel.
De residuaire gemeenschapskwalificatie als uitgangspunt. Het wettelijks
stelsel bevat een vermoeden van gemeenschappelijkheid van alle
goederen waarvan de echtgenoten het eigen karakter niet kunnen
aantonen art. 2.3.22, §3 BW. De gemeenschap is met andere woorden een
soort spons die zoveel mogelijk opzuigt. Er ligt dus een bewijslast voor de
echtgenoot die beweert dat een goed/schuld eigen is.
DE BATEN
EIGEN VERMOGEN (baten/activa)
Eigen door hun Eigen door hun aard
oorsprong
Art. 2.3.17 BW Art. 2.3.18 BW Art. 2.3.19 BW
Voorhuwelijkse Eigen met Eigen ten
goederen vergoedingsplicht persoonlijke titel
Goederen uit
nalatenschappen en
giften
1. Goederen eigen omwille van hun oorsprong
a) Goederen eigen omwille van het ogenblik van de oorsprong
Als algemeen principe geldt dat goederen ongeacht de aard, die de
echtgenoten reeds bezaten voor het huwelijk, eigen zijn aan de
echtgenoot-titularis. Cruciaal is om te bepalen wanneer een echtgenot de
titel van eigendomsverkrijging heeft gekregen. Opgelet, er bestaat een
uitzondering op het principieel eigen karakter van voorhuwelijkse
goederen via de zogenaamde clausule van anticipatieve inbreng
overeenkomstig art. 2.3.53, §2 BW. Verwerven aanstaande echtgenoten
voor het huwelijk in exclusieve onverdeeldheid in gelijke delen de volle
eigendom van een onroerende goed, dan kunnen ze in de akte van
eigendomsverkrijging een verklaring van anticipatieve inbreng laten
opnemen. Treden de echtgenoten later in het huwelijk en behoort het goed
nog in natura tot het vermogen, dan behoort het goed tot het
gemeenschappelijke vermogen, alsof de echtgenoten het goed bij
huwelijksovereenkomst zouden hebben ingebracht.
b) Goederen verkregen onder kosteloze titel
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shirleyvk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.