Samenvatting Verbintenissenrecht Bachelor Rechtsgeleerdheid jaar 2 EUR
3 vues 0 fois vendu
Cours
Verbintenissenrecht (RR211)
Établissement
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit bevat een samenvatting van het vak verbintenissnrecht uit de bacholor rechtsgeleerdheid op de EUR jaar 2. Ik volg zelf de pre-master, dus doe mee met de deeltijdstudenten van jaar 2 van de bacholor. Maar ook de voltijd studenten hebben deze stof!. Ik heb alle literatuur dat gelezen moest worden...
Verbintenissenrecht
Week 1
Dimensies van het verbintenissenrecht:
- Normatief: geheel van regels, beslissingen en beginselen (positief recht: geeft normen voor
menselijk gedrag)
- Ideëel: gaat over ideeen, opvattingen en waarheden die fungeren als leidraad en toetssteen
voor het positieve recht (ethiek: praktische wijsbegeerte die handelt over goed en kwaad)
- Actueel: maatschappelijke gebruiken en praktijken die hebben geleid tot het positieve recht
en hieruit voortvloeien
Deel 1: Precontractuele fase
Het tot stand komen van rechtshandelingen
Iedereen is vrij om iemand een aanbod te doen (of te laten) en de inhoud hiervan is ook vrij.
Theorie van de wilsverklaring (art. 3:33): een rechtshandeling vereist een op een
rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Maar er is ook bescherming van vertrouwen (art. 3:35 en 3:36).
De verklaring
Beginsel van consensualisme (art. 3:37): een wilsverklaring kan in iedere vorm geschieden,
behalve bij een wettelijk vormvoorschrift (art: 3:39) of een vormvoorschrift dat is ontstaan
door een voorafgaande rechtshandeling zoals in de algemene voorwaarden omschreven.
Stilzwijgende wilsverklaringen
Verklaringen kunnen ook in gedragingen besloten liggen (art. 3:37 lid 1), zoals een
handgebaar of hoofdknik of juist het feit dat iemand niets deed. Het hangt er steeds vanaf
wat de geadresseerde in de gegeven omstandigheden uit het gedrag redelijkerwijs mocht
afleiden.
Toerekening van verklaringen
Het kan zijn dat de verklaring van A rechtens voor een verklaring van B zorgt (leerstuk van
de vertegenwoordiging).
Als een communicatiemiddel of bode een verklaring verkeerd overbrengt, is dat aan de
verzender te wijten want hij had ook voor een andere wijze van overbrenging kunnen kiezen
en draagt het risico (lid 4), tenzij de overbrenging voorgeschreven was.
Ontvangsttheorie (lid 3)
Om werking te hebben moet de verklaring die persoon hebben bereikt:
- Moet ontvangen zijn, maar de verzender moet feiten en omstandigheden stellen en zo
nodig bewijzen dat de verklaring door hem is verzonden naar een adres waarvan hij
redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde daar bereikt werd en dat het daar is
aangekomen.
- Als de verklaring de persoon niet bereikt is, heeft de verklaring geen werking
- Het moment van bereiken is beslissend voor het tijdstip waarop de verklaring haar werking
krijgt en wanneer de rechtshandeling tot stand komt.
Risicotheorie: een verklaring die de wederpartij niet tijdig bereikte heeft toch haar werking als
het een gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor wie hij
aansprakelijk is of van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en
rechtvaardigeden dat hij het nadeel draagt.
,De rechtshandeling komt tot stand op het tijdstip waarop de aanvaarding zonder storende
omstandigheid zou zijn ontvangen (art. 6:224 BW).
Intrekken van een verklaring (lid 5)
Je kan een verklaring intrekken als het nog niet is ontvangen en je het met een sneller
communicatiemiddel kan inhalen. De verklaring van intrekken moet dan eerder of gelijk met
de verklaring de persoon bereiken.
Wilsvertrouwenleer (art. 3:35 BW)
De uiterlijke schijn van de verklaring gaat boven de interne wil van de handelende persoon,
voor zover de wederpartij er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat de verklaring gemeend
was. Dan komt de rechtshandeling gewoon tot stand.
Of de wil en verklaring uiteenlopen is situationeel en relationeel bepaald.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Als de wederpartij zich terecht beroept op het door de verklaring gewekte vertrouwen, komt
de rechtshandeling tot stand. Vereisten (3:35):
- Een verklaring / gedraging van de persoon aan wie de wederpartij het vertrouwen
tegenwerpt
- die door de wederpartij is opgevat als een tot haar gerichte verklaring van een bepaalde
strekking
- die de wederpartij onder gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mocht opvatten
De wederpartij moet wel in goede trouw zijn geweest (art 3:11 BW): ze kende het wilsdefect
niet en behoefde het ook niet te weten. Hij moet naar de ware bedoelingen onderzoek
gedaan hebben als daar aanleiding tot bestond, zoals:
- Het onverwachte
- De plaats van handeling
- De vaardigheden die de wederpartij mag verwachten bij de persoon die de verklaring aflegt
- De wederpartij heeft begrepen dat voor de ander de rechtshandeling nadeel oplevert
Bij rechtshandelingen om niet mag een wederpartij er minder snel op mogen vertrouwen dat
de verklaring welgemeend was dan bij overeenkomsten onder bezwarende titel.
Als de verklaring ingrijpende gevolgen heeft voor hem die haar aflegde kunnen de
redelijkheid en billijkheid meebrengen dat een beroep op art. 3:35 ter zijde wordt gesteld
(Westhoff/Spronsen).
Hoe een bepaalde rechtshandeling moet worden uitgelegd hangt af van:
- wat degene die de rechtshandeling verrichtte heeft verklaard en wat hij met die verklaring
beoogde
- en wat zijn wederpartij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs uit zijn verklaring heeft
kunnen afleiden
Haviltex-arrest: het komt aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan
elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien
aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten
Rechtshandeling onder tijdsbepaling of voorwaarde
Een rechtshandeling kan onder een tijdsbepaling of voorwaarde worden verricht:
> Voorwaarde: stelt de rechtsgevolgen van een rechtshandeling afhankelijk van een voorval
dat onzeker is
> Tijdsbepaling: als het afhankelijk is van een voorval dat zeker zal plaatsvinden
,Dit kan ontbindend of opschortend van karakter zijn. De rechtsgevolgen treden nog niet in,
maar dat doen ze met het plaatsvinden van het voorval alsnog.
In principe mogen partijen dit gewoon afspreken, maar uit de wet of de aard van de
rechtshandeling kan voortvloeien dat er voor een tijdsbepaling of voorwaarde geen plaats is
(art. 3:38 lid 1).
De gevolgen van de vervulling van een tijdsbepaling of voorwaarde treden zonder
terugwerkende kracht is (art. 3:38 lid 2). Hetgeen op grond van de rechtshandeling is
gepresteerd moet ongedaan gemaakt worden met een ongedaanmakingsregeling (art. 6:24).
Bij een overdracht leidt het in vervulling gaan van de voorwaarde niet tot titelverval en de
overdracht blijft geldig.
Het tot stand komen van overeenkomsten
Meerzijdige rechtshandeling: twee of meer personen verrichten de rechtshandeling, er zijn
dus twee wilsverklaringen nodig die op elkaar aansluiten (aanbod en aanvaarding).
Is veelal aanvullend recht: het aanbod, een andere rechtshandeling of uit gewoonte kan iets
anders voortvloeien (art. 6:217 lid 2 BW).
Het aanbod
De precontractuele fase: als de partijen aan het onderhandelen zijn. Op een bepaald
moment komen ze tot een aanbod en aanvaarding (art. 6:217 lid 1).
- Heel af en toe kan de overeenkomst zonder uitdrukkelijke verklaringen tot stand komen
omdat de totstandkoming in de gedragingen van de partijen besloten ligt (art. 3:37 BW)
Een aanbod is een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst, dat alle essentieel
elementen van die overeenkomst bevat en op grond waarvan de koper met een ja de
aanvaarding tot stand kan laten komen.
- Voorbeeld: bij een koopovereenkomst moeten soort en hoeveelheid benoemd worden
- Het is een eenzijdige rechtshandeling
- Kan ook gericht zijn tot publiek: openbaar aanbod.
Uitnodiging om in onderhandeling te treden
Uitnodiging om in onderhandeling te treden: initiatief in precontractuele fase dat nog geen
aanbod is.
Uitnodiging tot het doen van een aanbod: als de onderhandelingen al gaande zijn
Hier zitten in principe geen rechtsgevolgen aan verbonden. Iemand kan het bod verwerpen
en de onderhandelingen afbreken.
Het is alleen soms de vraag of het een aanbod is of slechts een uitnodiging tot
onderhandelen:
- Ondergrens: moet bevatten wat de verbintenissen die de zullen voortvloeien uit de
overeenkomst bepaalbaar maakt
- Moet meestal ook wel een prijs afgesproken zijn
- Bepalend is wat de afzender heeft verklaard en wat zijn wederpartij in de gegeven
omstandigheden uit die verklaring heeft mogen afleiden.
De inhoud van het aanbod
De inhoud moet ook bepaald worden aan de hand van de vertrouwensleer. In het algemeen
wordt aangenomen dat een openbaar aanbod geschiedt onder de voorwaarde zolang de
voorraad strekt, ook als dat niet met die woorden wordt benoemd.
, Aantastbaarheid van het aanbod (art. 6:218 BW)
Het aanbod is geldig, nietig of vernietigbaar overeenkomstig de regels voor meerzijdige
rechtshandelingen. De gronden van vernietigbaarheid van art. 6:228 (dwaling) en art. 6:229
(voortbouwende overeenkomst) zijn ook van toepassing op het aanbod (eenzijdige
rechtshandeling).
De herroepelijkheid van het aanbod
Een aanbod dat intussen is aanvaard kan niet meer herroepen worden, want de
overeenkomst is dan tot stand gekomen. .
Een aanbod schept verwachtingen. De belangen van beide partijen staan tegenover elkaar. -
- In de gevallen waarin het belang van de wederpartij, om in haar verwachtingen niet te
worden teleurgesteld, het meest spreekt, is het aanbod onherroepelijk
- In de overige gevallen prevaleert het belang van de aanbieder en doet de herroeping het
aanbod vervallen.
Een aanbod is onherroepelijk als:
- Het een termijn voor aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze
uit het aanbod volgt
- De inhoud van het aanbod (vast te stellen op basis van de vertrouwensleer) is dus
bepalend voor de herroepelijkheid): iemand moet in sommige gevallen op moeten
vertrouwen dat het aanbod niet zal worden herroepen gedurende de periode die zijn
redelijkerwijs voor het maken van noodzakelijke berekeningen
- Als uit de inhoud niet blijkt dat het onherroepelijk is, is het herroepelijk, maar niet meer
nadat een verklaring houdende aanvaarding is verzonden (art. 6:219 lid 2)
- Moment van verzending is alleen bepalend voor de herroepelijkheid, de overeenkomst
komt pas tot stand als hij de aanvaarding ontvangt (art. 3:37 BW)
Herroeping is iets anders dan de intrekking van een verklaring (art. 3:37 lid 5): een verklaring
die nog niet ontvangen is kan worden ingetrokken door haar met een sneller
communicatiemiddel in te halen om de verklaring in te trekken ook als het aanbod na
ontvangst niet meer herroepen zou kunnen worden.
Afwijking van het stelsel: het vrijblijvende aanbod (art. 6:217 lid 2):
Als het aanbod vrijblijvend wordt gedaan (hangt weer af van vertrouwensleer) nog onverwijld
na de aanvaarding worden herroepen.
Verval van het aanbod
Na en kortere of langere periode kan het aanbod vervallen als de wederpartij niet reageert.
Dit kan in het aanbod zijn opgenomen en anders vervalt het (art. 6:221 lid 1):
- Bij een mondeling aanbod: als het niet onmiddellijk aanvaard wordt
- Bij een schriftelijk aanbod: als het niet binnen redelijke termijn wordt aanvaard (zoveel tijd
als nodig is voor beraad en het overbrengen van het antwoord). Als het aanbod herroepelijk
is mag de redelijke termijn ruim genomen worden.
Je reageert met hetzelfde middel terug als het aanbod is gedaan of met een sneller middel
Uit het aanbod kan ook iets anders voortvloeien over de termijn wanneer het vervalt.
Het aanbod vervalt ook als het wordt verworpen (art. 6:221 lid 2 BW). Een tegenaanbod
wordt als dergelijk gezien, de verwerping van het oorspronkelijk aanbod ligt hierin.
De aanvaarding van het aanbod
De aanvaarding is de ja op het tot haar gerichte aanbod:
- Kan in iedere vorm geschieden, tenzij anders is bepaald (art. 3:37 lid 1). Maar het mag niet
worden afgesproken dat er een wilsverklaring voor nodig is of dat een bepaalde gedraging
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SophiedeGraaf3004. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.